Verfrissende variant op Assepoester
Wie Er was eens iets anders vastneemt, moet het wel opvallen hoe de omslag lijkt op deze van de boeken van Katherine Arden. Beide boeken werden door een andere uitgeverij gepubliceerd en ook het genre is verschillend, maar de boodschap mag duidelijk zijn: wie al iets las uit de serie ‘De Beer en de Nachtegaal’ zit ook met Er was eens iets anders goed. Maar de verschillen zijn evengoed al van meet af aan duidelijk. Arden situeert haar sprookjesachtige serie binnen de Russische folklore, terwijl Danielle Teller het houdt bij een hervertelling van Assepoester die middeleeuws geïnspireerd is. Voor de vertaling zorgde Marja Borg.
Het verhaal van Assepoester is al talloze malen verteld en het zal in de toekomst wellicht nog vele generaties kinderen bekoren. Het is echter veel te mager en stereotiep om ook de hedendaagse volwassene nog te kunnen aanspreken. Teller heeft daarom geopteerd voor een volledige make over. Ze heeft het sprookjesachtige uit het sprookje verwijderd en heeft er een totaal ander perspectief aan gegeven. Het is Agnes, de boze stiefmoeder, die dit keer haar versie van de feiten vertelt. En die vangt al aan wanneer Agnes zelf nog kind is.
Agnes is tien als ze door haar vader, een weduwnaar, uitbesteed wordt aan Aviceford Manor, een klein landgoed in de buurt waar ze als wasmeisje de kost gaat verdienen. Ze wordt al meteen door de wasvrouw die er de plak zwaait, uitgebuit en mishandeld. Maar Agnes is sterk en worstelt zich overal doorheen. Ze is assertief genoeg om kansen te grijpen. Maar dan nog ontkomt ze niet aan het noodlot en als dertigjarige is ze al een weduwe met twee dochters. Lelijke dochters, zo vindt de omgeving, maar Agnes vindt ze prachtig. De oudste heeft de donkere huid van haar vader geërfd en wordt hierom uitgesloten, en de jongste overleefde de pokken maar kreeg een misvormd gelaat in ruil. Rond die tijd wordt Agnes ook de stiefmoeder van Elfida, afgekort tot Ella. Agnes vertelt hoe ze de verwende Ella probeert op te voeden, en hoe Ella aan haar bijnaam Assepoes gekomen is. En natuurlijk zijn er ook een bal, muiltjes en een prins...
Ella komt slechts vrij laat in het boek aan bod. Bovenal is dit het levensverhaal van de stiefmoeder, en zo maakte Teller er een heel nieuw en eigentijds gegeven van. Het is geschreven in de ik-vorm, en is heel realistisch. Ooit werden veel te jonge meisjes uit huis geplaatst omdat de ouders geen voedsel hadden om het te onderhouden. Ooit werden jonge meisjes in kloosters weggeborgen om ervan af te zijn. Ooit verloren vrouwen huis en haard nadat ze weduwe waren geworden, omdat huur- en koopcontracten ongeldig werden als de vrouw diegene was die achterbleef. Agnes en haar kinderen maken het allemaal mee en daar is niets sprookjesachtig aan. Teller heeft Agnes’ verhaal niet opgesmukt met romantische of onrealistische elementen. Het is het harde relaas van iemand die moet knokken en inventief moet zijn om te overleven.
Dat dit niet het sprookje van Assepoester is, blijkt ook als Ella eindelijk kennismaakt met haar prins. De plot die het volledige klassieke sprookje uitmaakt, neemt in dit boek amper plaats in beslag. Het verhaal gaat bovendien nog verder; het huwelijk van Ella is niet het einde. Teller maakt van alle personages echte mensen van vlees en bloed en vermijdt de zwartwitkarakteristieken die ze in het sprookje hebben. De stiefmoeder en stiefzussen zijn niet door en door slecht, en Assepoes is geen braaf sukkeltje. Hoewel het hervertellen van sprookjes of mythes met hedendaagse insteek onderhand niet nieuw meer is, slaagde Teller erin haar eigen verfrissende variant te bedenken waarin ook enkele elementen zitten die typisch zijn voor onze tijd, zoals aandacht voor racisme en emancipatie. De mogelijkheden van dit subgenre zijn nog lang niet uitgeput.
Reageer op deze recensie