Fascinerend vervolg vol verrassingen
Waarschuwing: voor wie het begin van deze trilogie nog niet las, bevat de eerste paragraaf milde spoilers.
Ondertussen weet de lezer waar het drielichamenprobleem op slaat. De Trisolaranen, bewoners van een planeet die in een ingewikkelde baan om de drie sterren van Alfa Centauri draait, liggen aan de oorsprong ervan. En wat meer is: ze komen eraan! Hun doel: de mens uitroeien en de aarde voor zichzelf opeisen. De reis van de Trisolaranen zal meer dan vierhonderd jaar duren, maar ze hebben tijd. Ze ontplooiden immers sofonen, enorme elfdimensionale computers die in onze driedimensionale ruimte niet groter zijn dan een proton, en die onze technologische vooruitgang saboteren. De mensheid kan de Trisolaraanse nadering slechts lijdzaam ondergaan. Natuurlijk legt ze zich daar niet zomaar bij neer. Er worden vier Muurschouwers benoemd, individuen die onafhankelijk van elkaar een verdediging zullen trachten te bedenken zonder dat de sofonen het doorhebben. Drie ervan zijn bekenden voor de wereld en vrijwilligers voor deze functie. De aankondiging van de vierde – Luo Ji, ooit astronoom en nu een onbeduidende docent sociologie – is voor de wereld echter een even grote verrassing als voor hemzelf. Wordt hij ons geheim wapen?
Het donkere woud is deel twee van Cixin Liu’s trilogie die in het Nederlands naar de naam van het eerste boek is genoemd: Het drielichamenprobleem. Dat boek leverde de schrijver een Hugo Award op en nominaties voor de Nebula Award, de Locus Award en nog een handvol andere prijzen. De lijst is indrukwekkend maar dat was Het drielichamenprobleem ook. Kan het vervolg, dat opnieuw door Eisso Post vanuit het Engels vertaald werd, dit keer bijgestaan door Richard Heufkens, eveneens imponeren?
Wie Het drielichamenprobleem gelezen heeft, weet hoe Liu schrijft: erg technisch en wetenschappelijk, met veel kennis van astrofysica en verwante takken die hij graag etaleert, niet bang om in detail te treden, bereid om het niveau stevig op te krikken. Hij schrijft liever te veel over zijn stokpaardjes dan te weinig. Het gevolg: een leestempo dat daar verschrikkelijk onder lijdt. Liu eist van zijn lezers de vastberadenheid om met hem mee te denken. Geen spek voor ieders bek en het boek, net geen 600 bladzijden dik, leest als een turf van meer dan 1.000 bladzijden.
Dat klinkt alsof het een zware dobber is. Niets is minder waar. Het is een genoegen om dit te lezen. Liu heeft een rijke fantasie en weet binnen de grenzen van onze hedendaagse wetenschappelijke kennis een toekomst te verzinnen die niet alleen geloofwaardig is, maar ook enorm uitdagend. Verweven doorheen de wetenschap ontdekken we een goed doordachte plot waarin oorzaak en gevolg logisch in elkaar passen. Liu is geen meester in het diepgaand uitwerken van zijn personages, maar ze zijn wel van vlees en bloed en voldoende uitgebouwd voor dit verhaal. Dat de hoofdrolspelers voor een keer geen Amerikaanse macho’s zijn die de wereld redden, werkt bijzonder verfrissend. De Chinese culturele achtergrond noopte de Amerikaanse vertaler om geregeld een voetnoot toe te voegen, en zijn Nederlandse collega’s hebben die noten heel getrouw overgenomen. Toch schrijft Liu opvallend Westers en toont hij zich goed op de hoogte van de Westerse geschiedenis, kunst en literatuur.
Dit boekdeel vangt kort na de ontdekking van de komst van de Trisolaranen aan, rond 2008 in onze jaartelling, en loopt tot 213 jaar erna, als dit buitenaardse ras zowat halfweg is op zijn reis richting aarde. De Trisolaranen zijn heel het verhaal lang onderweg en blijven uit beeld, en toch weet Liu een boeiende intrige op te bouwen vol verrassingen en met een zelfstandig einde. Lezers kunnen perfect stoppen na dit boek, hoewel de toekomst die Liu geschapen heeft zo fascinerend is dat de meesten het bijzonder prettig zullen vinden dat er een nog dikker derde deel volgt. Het donkere woud blijft onafgebroken boeiend en we kunnen niet anders dan reikhalzend uitkijken naar wat Liu in deel drie, Het einde van de dood, nog meer bedacht heeft.
Reageer op deze recensie