Intellectueel uitdagende afsluiter
Waarschuwing: voor wie de eerdere delen van deze trilogie nog niet las, bevat de eerste paragraaf milde spoilers.
Met het einde van het Crisistijdperk in 2208, een gevolg van de Doemsdagslag en het afwenden van de op handen zijnde Trisolaraanse occupatie naar een vorm van status quo, keert een tijd van rust terug. De mens kan zich weer verder ontwikkelen, en maakt daarbij dankbaar gebruik van Trisolaraanse kennis. Stilaan komt onze beschaving op het punt waarop ruimtereizen mogelijk worden. Een belangrijke ster in dat verband is het onbetekenende dx3906, Cheng Xins ster. Cheng Xin werd er aan het begin van het Crisistijdperk eigenaar van. Ondertussen ontdekte men dat er twee aardachtige planeten omheen draaien die de mens wil opeisen. Cheng Xin wordt daarom uit haar eeuwenlange winterslaap gehaald voor de overdracht van het eigendomsrecht. Maar met haar ontwaken wordt bepaalde vergeten kennis weer toegankelijk, waaronder die over een oud programma dat weleens het einde van de mensheid zou kunnen betekenen. Kan het tij nog worden gekeerd of is onze soort gedoemd om vernietigd te worden?
Vertalers Eisso Post en Richard Heufkens hebben alweer een flinke kluif gehad aan het boek want met ongeveer 750 bladzijden is deze afsluiter een stuk dikker dan de voorganger, die zelf al geen dunnetje was. Gelukkig konden ze gebruikmaken van de Engelse vertaling van Ken Liu (geen familie van de auteur) zodat lastige vertaalproblemen hen bespaard bleven. De Nederlandse vertaling volgt de Engelse wellicht daarom vrij strikt. Ondanks het volume had Cixin Liu (1963) niet meer tijd nodig om het te schrijven dan de voorgaande delen. Aan elk deel werkte hij ongeveer twee jaar. In China verscheen dit laatste deel in 2010. Sindsdien schreef Liu geen enkel volwaardig boek meer en beperkte hij zich tot een handvol korte verhalen. Andere werken die later van hem werden vertaald (voorlopig alleen naar het Engels), dateren alle in zijn originele versie van voor Het drielichamenprobleem.
Meer dan in de voorgaande twee delen spitst de auteur zich toe op één vast hoofdpersonage. Ergens rond 2015 werd Cheng Xin in hibernatietoestand gebracht, om eeuwen later te ontwaken. Wanneer zij wakker wordt, is de maatschappij onherkenbaar veranderd, en de verwondering die met die verandering gepaard gaat kon niet beter worden uitgebeeld dan ze door de ogen van iemand van onze tijd te laten zien. Liu heeft dat slim aangepakt want dat maakt het onbekende toch heel herkenbaar. Bleef Liu in de voorgaande boekdelen relatief dicht bij onze tijd, dan gaat hij er nu als een haas vandoor en neemt hij ons mee door een toekomstreis die tot het einde der tijden doorgaat. Dat is een stokpaardje van de auteur want ook in de verhalenbundel The Wandering Earth exploreert hij graag de verre toekomst. Ideeën van meerdere verhalen uit deze bundel werden trouwens hergebruikt en in een of andere vorm in deze trilogie verwerkt.
Ondertussen kent de schrijfstijl van Liu, en van de vertalers, geen geheimen meer voor de lezers. Zij weten al dat Liu hun intelligentie en voorstellingsvermogen graag op de proef stelt met uitdagende wetenschap en grootse, catastrofale gebeurtenissen. De uitwerking van zijn personages is minder belangrijk en Liu is daar eigenlijk niet heel bedreven in. Toch komen we over de achtergrond van Cheng Xin verrassend veel te weten en toont ze voor Liu’s doen best vaak emoties. Zoals voorheen geven opwindende technologie en originele wendingen de mens altijd weer hoop, waarna die toch weer snel de kop ingeslagen wordt, en ons voortbestaan opnieuw gedoemd lijkt. Schrijven over een hoopvolle toekomst is niet aan Liu besteed. Dat is ook minder boeiend en het zijn precies de uitdagingen die hij bedacht die van deze trilogie een magistraal epos maken waarvan ook deze afsluiter menig lezer urenlang op het puntje van de stoel zal laten plaatsnemen.
Reageer op deze recensie