Symboliek primeert boven spanning
Lees ook het Hebban Leesdossier over Het gouden ei
Rex en Saskia zijn met de auto op weg naar het zuiden van Frankrijk. Bij een Frans benzinestation houden ze even halt en terwijl Rex tankt, gaat Saskia in het winkeltje wat drank kopen. Dat is het laatste wat hij van haar ziet want daar verdwijnt ze spoorloos.
Deze aanzet vult het eerste van vijf hoofdstukken en had de start kunnen zijn van een spannende thriller, maar schrijver Tim Krabbé (1943) koos ervoor om een ander soort boek te schrijven. Na dit hoofdstuk maakt hij immers een aantal sprongen heen en weer in de tijd, verteld door verschillende personages, waarin enerzijds de volgende jaren van Rex meer in beeld worden gebracht, vooral gevoelsmatig dan, en waarin anderzijds zonder veel omhaal wordt verklapt hoe de vork aan de steel zit. Niks thriller, wel een beetje spanning, en een dosis symboliek.
Zijn schrijverscarrière ving Tim Krabbé aan in 1967 met de publicatie van de roman De werkelijke moord op Kitty Duisenberg. In de halve eeuw die volgde, publiceerde hij tot nu toe achtentwintig boeken, waaronder het Boekenweekgeschenk van 2009, Een tafel vol vlinders, en diverse boeken over zijn passies wielrennen en schaken. Het gouden ei was zijn twaalfde telg, verscheen oorspronkelijk in 1984, en is ongetwijfeld zijn meest gelezen boek. Dat het boek in Nederland op ‘de lijst’ staat en minder dan honderd bladzijden telt, is een combinatie die de populariteit ervan grotendeels verklaart. Grotendeels, maar niet helemaal want het is natuurlijk de verdienste van het boek zelf dat het uiteindelijk in de prijzen viel, ook al viel de verfilming van het boek die eer sneller te beurt.
Krabbé vond inspiratie in de verdwijning van de Belgische Pascale Lefebvre onder gelijkaardige omstandigheden. Zij bleek gelukkig slechts op de foute bus gestapt. Dat stond de dag na de verdwijning netjes in de krant, maar het ontging Krabbé en zijn fantasie maakte het verhaal een pak boeiender. De schrijver spit echter niet alles uit maar concentreert zich vooral op de aanloop naar de verdwijning, en op wat dit daarna met Rex doet. Toch is het geheel prettig verpakt tot een vlot verhaal waar ook de minder gedreven lezer weinig moeite mee zal hebben, en de ontknoping is uiteindelijk toch verrassend. De tand des tijds komt wat aan de randen van het boek knagen (geen euro als betaalmiddel, klassieke brievenpost), maar dat zijn kleinigheden die niet deren. Het boek werkt nog steeds omdat de inhoud vooral draait om de tijdloze thematiek van eenzaamheid en oneindigheid.
Het heelal leent zich uitermate goed voor beide thema’s. De titel van het boek is ontleend aan een droom van Saskia over een gouden ei dat door de donkere ruimte zweeft, en elders in het boek komen nog een paar vergelijkingen voor die met ruimtevaart te maken hebben. Deze vergelijkingen zijn niet meteen van topniveau en zijn duidelijk toegevoegd om de symboliek rond eenzaamheid en oneindigheid te dienen.
Die oneindigheid wordt ook overgebracht via het cijfer 8. Duw dat cijfer omver en je hebt de lemniscaat (∞), het symbool in de wetenschap voor ‘oneindig’. Verwijzingen naar dit cijfer zijn subtiel doorheen het hele boek verweven en het zoeken ernaar is een plezierige bezigheid op zich.
De verantwoordelijke voor Saskia’s verdwijning blijkt ene Raymond Lemorne te zijn, een op het eerste gezicht wat grijze scheikundeleraar. Wanneer Rex ter gelegenheid van de achtste verjaardag van de verdwijning een dure promotiecampagne start, besluit hij te reageren. Hij wil Rex vertellen wat er gebeurd is, als deze bereid is daar een bijzondere prijs voor te betalen. Dat mensen niet altijd zijn wie ze lijken, is een duidelijke boodschap die de schrijver via Lemorne, en diens meeslepende beschrijving van de feiten, meegeeft. Maar voor Rex zelf draait het uiteindelijk allemaal rond die ene belangrijke kwestie: zijn er vragen waarop het antwoord zo belangrijk is dat je je leven ervoor wil opgeven?
Lees ook het Hebban Leesdossier over Het gouden ei
Reageer op deze recensie