Het kabbelt maar voort
Twee jaar geleden debuteerde Heleen van den Hoven als thrillerauteur met Het Carpa Complot. Ze publiceerde ooit enkele kinderboeken en wat non-fictie, maar voltijds schrijver werd ze pas sinds ze thrillers ging schrijven. De nieuwe weg slaat aan want de waarderingscijfers zijn behoorlijk en komen gemiddeld in de buurt van vier sterren. Met haar thrillerdebuut waagde ze zich al aan een plot waarin online privacy en veiligheid een thema was. In Het tango algoritme is dat opnieuw zo. Een beetje wiskunde, zorgen om wat we onbewust online te grabbel gooien, en de tango vormen de rode draad doorheen dit boek.
Emmy is wiskundelerares en weet tamelijk wat over algoritmen en computerbeveiliging. Onder een pseudoniem blogt ze over beveiligingsproblemen met apps en brengt daarmee bedrijven in de problemen. In haar huis wonen verder nog Grace en Florence. Grace raakte als veertienjarige zwanger van Florence, en Emmy werd hun voogd. Nu Grace een dertiger is, woont ze als huurder bij Emmy. De drie vrouwen zijn heel close, en toch hebben ze zo hun geheimen. Een van die geheimen brengt hun levens in gevaar. Maar welk?
Het verhaal wordt aan de hand van een zestal personages verteld, die allemaal afwisselend de rol van ik-verteller op zich nemen. Soms volgen de perspectieven elkaar netjes op en loopt het verhaal chronologisch verder, soms overlappen de opeenvolgende hoofdstukken een klein beetje en wordt een stuk van het verhaal vanuit twee richtingen bekeken. Hoewel elke “ik” een ander personage is, zorgen de duidelijke koppen bij de hoofdstukken – steeds de naam van de verteller – ervoor dat nooit verwarring ontstaat. De koppen zijn belangrijk want de personages zelf onderscheiden zich weinig van elkaar. Ze praten hetzelfde, interesseren zich voor hetzelfde, en reageren identiek. De karakterontwikkeling is met andere woorden heel monotoon.
Een beschrijving in de eerste persoon zorgt doorgaans voor een diepere betrokkenheid van de lezer bij het verhaal, alleen gaat dat in dit geval niet op. De schrijfstijl is te afstandelijk, met beschreven emoties die vervolgens grotendeels afwezig zijn in het handelen van de personages, of die niet passen bij de situatie. Als iemand kapot is van verdriet, en daar vervolgens niet naar handelt, geloof je al snel niet meer wat je leest en ontstaat afstand.
Het boekgenre is te situeren tussen feelgood en een spannende roman in, hoewel werkelijke spanning en verrassing nagenoeg afwezig zijn. Er wordt wat oppervlakkig gegoocheld met algoritmen, apps en sociale media waarbij daten en het vinden van een geschikte partner voor Emmy en Grace een belangrijke rol spelen, wat de verveling, maar niet de verbeelding aanspreekt. De manier waarop men een bepaalde app op de knieën wil dwingen, is rommelig en kinderlijk uitgewerkt. Wel verwerkte Van den Hoven een interessante wiskundeles van professor Jan Pieter Hogendijk in het boek, en maakte ze van meerdere personages fervente tangodansers. Dat laatste is origineel, net zoals de intermezzo’s tussen hoofdstukken die de elementen van de tango beschrijven, dat zijn. Jammer genoeg maakt niets daarvan het boek een thriller, en dat is ook zo voor de twee plotwendingen die naam waardig. De eerste wordt zo ver van tevoren ingeleid dat niemand hem niet ziet aankomen, en de tweede zal menig lezer wel degelijk met verstomming slaan maar draagt niets bij aan de spanning.
Er bestaan sporten waarbij de voorbereiding en aanloop veel langer duren dan de eigenlijke prestatie. Denk onder andere aan ver- en hoogspringen. Het Tango algoritme is een boek waarvan hetzelfde gezegd kan worden. Het verhaal neemt een langzame start waarin amper wat gebeurt, kabbelt voort doorheen een al even voorspelbaar middengedeelte en wint alleen in het afsluitende deel heel kort even aan snelheid en spanning. Als de sporter presteert, is die lange aanloop gerechtvaardigd en meteen vergeten. Deze thriller is niet van dat kaliber. De lat ligt laag, en zelfs dan raakt die spreekwoordelijke hoogspringer er slechts met moeite over.
Reageer op deze recensie