Spannende en feilloos dichtgetimmerde WO II-spionagethriller
Wijlen Philip Kerr (1956-2018) is het meest bekend geworden met zijn Duitsland-thrillers met Bernie Gunther in de hoofdrol, zich afspelend in een ruime periode rond WO II. Gunther was fictief, maar Kerr liet ook personages optreden die dat niet waren. Hij maakte gebruik van historische gebeurtenissen die accuraat en gedetailleerd werden weergegeven. Buiten deze serie om schreef hij minstens evenveel losstaande boeken, waaronder het nu uitgebrachte Hilters vrede, waarvan het origineel al van 2005 dateert. De vertaling is van de hand van Jan Pott.
Willard Mayer, een Amerikaans filosoof en professor met Duitse roots die werkzaam is voor de Amerikaanse inlichtingen, wordt door president Franklin Delano Roosevelt belast met het samenstellen van een rapport met betrekking tot een ontdekt massagraf bij Katyn in Polen. De Duitsers beweren dat het de Sovjets zijn die hier circa 5.000 Poolse officieren hebben vermoord, terwijl de Sovjets het tegendeel beweren. Mayer wordt uitgezonden om de meest waarschijnlijke versie van de feiten te achterhalen, en reist hiervoor onder andere naar Londen, en dat in volle oorlogstijd. Na enkele weken levert hij zijn rapport in en Roosevelt besluit hem in te lichten over zijn geplande ontmoeting met Churchill en Stalin. Roosevelt wil dat Mayer met hem meereist, officieel als tolk, officieus om indien nodig de taken van zijn zieke adviseur te kunnen overnemen. Mayer ontpopt zich tot een man die de geschiedenis zal veranderen.
Hilters vrede speelt zich grotendeels af binnen het kader van de conferentie van de Grote Drie in Teheran in 1943, toen Roosevelt, Churchill en Stalin elkaar voor het eerst ontmoetten. Tijdens deze conferentie is een aantal merkwaardige dingen voorgevallen die heden ten dage nog altijd niet opgehelderd zijn. Kerr lijst ze in een nawoord op, en tracht daar met dit boek een eigen interpretatie en verklaring aan te geven. Hoofdpersonage Mayer is ingevoerd als de facilitator die het Kerr mogelijk maakt onverklaarbare zaken toch plausibel te maken. Mayer is een koele kikker, intelligent en erg dapper. Hij is verbaal ad rem en een womanizer. Zijn personage, én de spannende actiescènes, maken dit een boek met James Bond-allures.
'Hij haatte juristen. Het was een grote fout geweest om alle Joden uit de weg te ruimen terwijl er nog zo veel juristen waren.'
De humor is soms scherp maar vormt een adequaat tegengewicht voor de soms erg uitgebreide infodumps. Kerr is bijzonder goed geïnformeerd over WO II en documenteert het verhaal uitvoerig. De informatiestromen en monologen die daaruit ontstaan zitten vooral samengepakt in het eerste kwart van het boek. Die overdaad is een beetje te veel van het goede want ze houdt het verhaal onnodig op. De grappige oneliners die Mayer zegt of denkt werken gelukkig verluchtend, en weten personages of situaties bovendien ook wel eens treffend te typeren.
'Het zilvergrijze haar dat steil rechtop op zijn hoofd stond, wekte de indruk doodsbang te zijn voor de vreselijke ideeën die onder de dikke schedel werden uitgebroed.'
Na de breed uitgesponnen inleiding ontstaat alle ruimte voor de eigenlijke intrige, die sterk focust op spionageactiviteiten en het werk van inlichtingendiensten. Kerrs sterkte ligt bij het informatieve en bij het construeren van een plot die ingenieus, gedetailleerd en sluitend is. Hoofdpersonage Willard Mayer blijft doorheen het gehele boek een afstandelijke figuur, maar dat geldt evenzeer voor andere personages. Emoties zijn gebrekkig, vlak en steriel uitgewerkt. Daar moet deze spionagethriller het dan ook niet van hebben. Wie daar niet om maalt en een snelle spionagethriller verwacht waarin de sfeer van de latere Koude Oorlog al sterk voelbaar is, krijgt waar voor zijn geld.
Het boek kan niet doen vergeten dat Kerr de spirituele vader van Bernie Gunther is, maar Hilters vrede is wel spannend en waterdicht uitgewerkt. Dit is spek voor de bek van de thrillerliefhebber met een sterke interesse in spionage en WO II.
Reageer op deze recensie