Lezersrecensie
Goed basisverhaal maar ergerlijk veel herhaling
De Thriller Club organiseerde in oktober-november 2023 een nieuwe editie van hun duimpjesverslagen, en hiervoor las ik Holly. Een duimpjesverslag is maar heel kort, en onderstaande recensie is de uitgebreide versie daarvan. Het artikel van de Thriller Club kan je hier terugvinden.
Privédetective Holly Gibney wordt in volle COVID-periode gebeld door Penny Dahl, radeloos omdat haar dochter Bonnie vermist is. Holly’s moeder is net overleden en haar partner bij het detectivebureau ‘Finders Keepers’ heeft corona. Ze rouwt en heeft dingen te regelen, maar ze besluit de zaak toch aan te nemen. Tergend langzaam komt ze op het spoor van de gepensioneerde professoren Rodney en Emily Harris en de gruwel die zich in de kelder van hun huis afspeelt.
Toen Stephen King (1947) in 2014 Mr. Mercedes publiceerde, het eerste deel van de Bill Hodges-trilogie en Kings eerste thriller die geen horror of speculatieve fictie was, maakte de wereld kennis met Holly Gibney. King hield zijn voornemen niet helemaal vol, en tegen het einde van het tweede boek sijpelde er toch speculatieve fictie in het verhaal. Holly bleek echter een blijver. De vrouw, toen 45 jaar oud, lijdt aan OCD en bevindt zich “ergens in het autismespectrum”. Zoals het King het zelf stelde, kaapte zij de trilogie, stal zijn hart, en hij vindt haar een geweldig personage. Zo geweldig dat hij haar ook een rol gaf in De buitenstaander en in Als het bloedt. In Holly speelt ze zowat de enige hoofdrol. King schrijft zo graag over haar dat hij al liet weten dat er nog een boek met haar zal komen.
Het lukte niet met de Bill Hodges-trilogie, maar dit keer levert King wel een thriller af zonder speculatieve elementen. Het kernverhaal waarrond alles draait is heel goed. Enkele mensen verdwijnen en achter die verdwijning blijkt een hoogbejaard echtpaar te zitten. Dat mag je van King meteen weten, hij schreef met andere woorden geen whodunit. Een whydunit is het wel, hoewel je het waarom ook al voor het einde van het boek te weten komt. Voor Holly Gibney blijft dat langer een raadsel en de lezer volgt mee hoe Holly achter de waarheid komt en hoe haar dat in gevaar brengt.
Zelf ben ik niet zo gecharmeerd van Holly. Haar personage is op zichzelf goed uitgedacht, maar King werkt danig op de zenuwen omdat hij steeds weer meent te moeten aantonen hoe dat zit met haar OCD en haar milde vorm van autisme. King verliest zichzelf in de details. Iemand met OCD vervalt in een herhalingspatroon, maar dat betekent niet dat de lezer die herhaling ook keer op keer hoeft te lezen in op elkaar lijkende zinnen en situaties. Dat stoorde me al in voorgaande boeken met Holly, maar in Holly gaat King helemaal los. De coronapandemie woedt volop en King beschrijft daarom uitentreuren hoe mondmaskers worden op- en afgezet, hoe ellebogen worden aangetikt, hoe personages voor of tegen vaccins zijn. Ook Holly’s verslaving aan sigaretten wordt ergerlijk vaak herhaald, en King herhaalt altijd weer hoe slecht roken wel is. Het gaat flink op de zenuwen werken en vertraagt de boel enorm.
Sinds Trump president werd van de VS, heeft King geen kans onbenut gelaten om hem te hekelen. King moet hem niet, en dat sentiment delen velen met hem, maar niet iedereen wil dat in elk boek van King te horen krijgen. Ook mag King de vaccinweigeraars weleens door de mangel halen, maar het hoeft geen tien keer herhaald te worden. Dat sommige lezers aangeven het einde van het boek niet te halen, is dan ook niet verwonderlijk. En dat is jammer, want het laatste gedeelte van het boek is spannend en maakt een en ander goed, hoewel de Engelse uitdrukking too little, too late van toepassing blijft. Dit is een boek voor de fan die Kings boeken al lang niet meer alleen leest voor het spannende verhaal, maar die zijn schrijfstijl weet te waarderen, die houdt van de manier waarop hij zijn personages uitdiept en onderdompelt in de Amerikaanse cultuur, en die ervan geniet om verbanden te ontdekken met andere boeken uit het uitdijende King-universum.
De coronapandemie gaf Stephen King een excuus om zich vooral op Holly te concentreren. Andere personages kunnen makkelijk opzijgeschoven worden, hetzij omdat ze ziek zijn, hetzij omdat ze afstand tot andere mensen willen bewaren. Enkele andere bekenden uit Holly’s omgeving, zoals broer en zus Robinson, spelen een kleinere rol, maar hun contacten met Holly zijn vrijwel uitsluitend telefonisch, gelet op de pandemie. We krijgen daarom een overdosis Holly over ons heen. Als Holly niet je favoriete personage is, dan begin je niet aan de spannendste rit van je leven. Kings favoriete personage leidt lang niet tot zijn betere werk. Mijn vier sterren zijn dan ook een afronding van de 3,5 sterren die het volgens mij verdient.
Privédetective Holly Gibney wordt in volle COVID-periode gebeld door Penny Dahl, radeloos omdat haar dochter Bonnie vermist is. Holly’s moeder is net overleden en haar partner bij het detectivebureau ‘Finders Keepers’ heeft corona. Ze rouwt en heeft dingen te regelen, maar ze besluit de zaak toch aan te nemen. Tergend langzaam komt ze op het spoor van de gepensioneerde professoren Rodney en Emily Harris en de gruwel die zich in de kelder van hun huis afspeelt.
Toen Stephen King (1947) in 2014 Mr. Mercedes publiceerde, het eerste deel van de Bill Hodges-trilogie en Kings eerste thriller die geen horror of speculatieve fictie was, maakte de wereld kennis met Holly Gibney. King hield zijn voornemen niet helemaal vol, en tegen het einde van het tweede boek sijpelde er toch speculatieve fictie in het verhaal. Holly bleek echter een blijver. De vrouw, toen 45 jaar oud, lijdt aan OCD en bevindt zich “ergens in het autismespectrum”. Zoals het King het zelf stelde, kaapte zij de trilogie, stal zijn hart, en hij vindt haar een geweldig personage. Zo geweldig dat hij haar ook een rol gaf in De buitenstaander en in Als het bloedt. In Holly speelt ze zowat de enige hoofdrol. King schrijft zo graag over haar dat hij al liet weten dat er nog een boek met haar zal komen.
Het lukte niet met de Bill Hodges-trilogie, maar dit keer levert King wel een thriller af zonder speculatieve elementen. Het kernverhaal waarrond alles draait is heel goed. Enkele mensen verdwijnen en achter die verdwijning blijkt een hoogbejaard echtpaar te zitten. Dat mag je van King meteen weten, hij schreef met andere woorden geen whodunit. Een whydunit is het wel, hoewel je het waarom ook al voor het einde van het boek te weten komt. Voor Holly Gibney blijft dat langer een raadsel en de lezer volgt mee hoe Holly achter de waarheid komt en hoe haar dat in gevaar brengt.
Zelf ben ik niet zo gecharmeerd van Holly. Haar personage is op zichzelf goed uitgedacht, maar King werkt danig op de zenuwen omdat hij steeds weer meent te moeten aantonen hoe dat zit met haar OCD en haar milde vorm van autisme. King verliest zichzelf in de details. Iemand met OCD vervalt in een herhalingspatroon, maar dat betekent niet dat de lezer die herhaling ook keer op keer hoeft te lezen in op elkaar lijkende zinnen en situaties. Dat stoorde me al in voorgaande boeken met Holly, maar in Holly gaat King helemaal los. De coronapandemie woedt volop en King beschrijft daarom uitentreuren hoe mondmaskers worden op- en afgezet, hoe ellebogen worden aangetikt, hoe personages voor of tegen vaccins zijn. Ook Holly’s verslaving aan sigaretten wordt ergerlijk vaak herhaald, en King herhaalt altijd weer hoe slecht roken wel is. Het gaat flink op de zenuwen werken en vertraagt de boel enorm.
Sinds Trump president werd van de VS, heeft King geen kans onbenut gelaten om hem te hekelen. King moet hem niet, en dat sentiment delen velen met hem, maar niet iedereen wil dat in elk boek van King te horen krijgen. Ook mag King de vaccinweigeraars weleens door de mangel halen, maar het hoeft geen tien keer herhaald te worden. Dat sommige lezers aangeven het einde van het boek niet te halen, is dan ook niet verwonderlijk. En dat is jammer, want het laatste gedeelte van het boek is spannend en maakt een en ander goed, hoewel de Engelse uitdrukking too little, too late van toepassing blijft. Dit is een boek voor de fan die Kings boeken al lang niet meer alleen leest voor het spannende verhaal, maar die zijn schrijfstijl weet te waarderen, die houdt van de manier waarop hij zijn personages uitdiept en onderdompelt in de Amerikaanse cultuur, en die ervan geniet om verbanden te ontdekken met andere boeken uit het uitdijende King-universum.
De coronapandemie gaf Stephen King een excuus om zich vooral op Holly te concentreren. Andere personages kunnen makkelijk opzijgeschoven worden, hetzij omdat ze ziek zijn, hetzij omdat ze afstand tot andere mensen willen bewaren. Enkele andere bekenden uit Holly’s omgeving, zoals broer en zus Robinson, spelen een kleinere rol, maar hun contacten met Holly zijn vrijwel uitsluitend telefonisch, gelet op de pandemie. We krijgen daarom een overdosis Holly over ons heen. Als Holly niet je favoriete personage is, dan begin je niet aan de spannendste rit van je leven. Kings favoriete personage leidt lang niet tot zijn betere werk. Mijn vier sterren zijn dan ook een afronding van de 3,5 sterren die het volgens mij verdient.
1
Reageer op deze recensie