Een mix van literatuur en feelgood
Ze duiken geregeld op, van die boeken waarin een toevallige gebeurtenis in het heden de sleutel blijkt van een deur waarachter een of ander duister familiegeheim verborgen zit. Met wat geluk sleept de schrijver je vervolgens mee tussen heden en verleden terwijl je langzaam maar zeker begint te begrijpen wat er precies gebeurd is. In het licht van de vuurtoren is zo'n boek. Jean E. Pendziwol (1965) is schrijfster van kinderboeken en debuteert met dit boek in de categorie ‘volwassenen’. Voor de vertaling zorgde Karin de Haas.
Het verhaal speelt zich af rond 2005, iets dat nergens wordt vermeld maar dat wel uit een aantal feiten is af te leiden. Morgan is een tiener – een weeskind dat opgroeit bij pleegouders – en goed op weg om op het verkeerde pad te raken. Onder invloed van foute vrienden gaat ze graffiti spuiten op de toegangspoort van een bejaardentehuis. Ze wordt betrapt en moet als taakstraf de toegangspoort weer afkrabben en witten. Terwijl ze hieraan werkt, komt ze in contact met Elizabeth Livingstone, een oude, blinde dame die in het tehuis verblijft. In de kamer van Elizabeth ziet Morgan een prachtig schilderijtje staan waarop libellen te zien zijn. Ze herkent het, want in de koffer van haar viool heeft ze tekeningen zitten die er erg op lijken en die van haar opa waren. Korte tijd later ontroert ze Elizabeth als ze een melodie op haar viool speelt. Het is een melodie die ze van haar opa leerde maar Elizabeth kent de melodie merkwaardig genoeg uit haar jeugd.
Elizabeths vader was vuurtorenwachter bij Lake Superior in Canada en zijn dagboeken kwamen pas recent in haar bezit. Als Elizabeth aan Morgan vraagt of zij de pas teruggevonden dagboeken van haar vader aan haar wil voorlezen, ontdekken ze samen welke familiegeheimen uit lang vervlogen tijden Elizabeth en Morgan aan elkaar binden. Terwijl Elizabeth de waarheid over zichzelf en haar familie ontdekt, ontdekt ook Morgan haar eigen waarheden en leert ze wat voor haar belangrijk is en wat niet.
Jean E. Pendziwol groeide zelf op aan de oevers van Lake Superior en op de zeilboot van haar ouders, en schrijft deels vanuit eigen ervaringen. De vuurtoren waarover ze schrijft heeft echt bestaan en er heeft een vuurtorenwachter gewoond die tussen 1880 en 1910 dagboeken heeft geschreven, waaruit de schrijfster geput heeft om de details van het beroep en de omgeving zo correct mogelijk weer te geven. De rest van het verhaal is fictie. Goede fictie overigens. Pendziwol is een goede vertelster die weet hoe ze een lezer aan zich moet binden. Ze laat Morgan en Elizabeth beiden afwisselend aan het woord en beiden vertellen ze een deel van het verhaal vanuit hun perspectief. Het familiegeheim wordt zo stukje bij beetje onthuld en vrijwel tot aan het einde van het boek zet ze haar lezers op het verkeerde been. Verwacht echter geen al te grote diepgang want Pendziwol blijft met haar verhaal slechts aan de oppervlakte van de thema’s die ze aanraakt. Het boek is duidelijk bedoeld als ontspanning zonder meer en balanceert wat op de rand tussen lichtere literatuur en feelgood.
Reageer op deze recensie