De tijger mist kracht
“Patrick, jij bent de tijger. Onstuimig, soepel, genadeloos.
We stonden misschien wel een half uur te ademen en te denken aan het dier dat we moesten worden en ik had de hoop al opgegeven, het werkte voor geen meter, ik was geen tijger en zou nooit een tijger worden, ik maakte me belachelijk zoals ik daar stond te prutsen.
Totdat ik het voelde.
De tijger in mij.
De kracht.”
In 2017 debuteerde Joost van Driel (1976) succesvol als fictieschrijver met In het museum. Hij kaapte er de Accolade Beste Zeeuwse Debuut mee weg en schopte het ook tot genomineerde voor de ANV-debutantenprijs. Een prijs winnen met je debuut maakt een vervolgboek extra spannend, want dan is het moment daar om te bevestigen. Sommige debutanten nemen de tijd om met een tweede boek te komen, maar Joost van Driel levert het zijne een goed jaar na het debuut reeds af. Het boek kwam opnieuw uit bij uitgeverij Vrijdag dat later dit jaar zijn tiende verjaardag viert en ondertussen bijna tweehonderd verschillende auteurs in de portfolio heeft zitten.
Jaren van de tijger gaat over Patrick, een jonge docent en promovendus aan de Leidse universiteit. Na een avondje uit met zijn vriendin Femke wordt hij door drie drinkebroers in elkaar geslagen. De onbekende Ines komt tussenbeide en geeft de drie aanvallers een koekje van eigen deeg. Ines is een no-nonsensemeid, studente ook, en bovenal beoefenaarster van de Chinese vechtsport Bowuguan. Patrick laat zich verleiden om een les mee te gaan volgen in de vechtschool. Hij brengt het er bekaaid vanaf en besluit nooit meer terug te keren. Maar terugkeren doet hij toch, en snel raakt hij bezeten door de sport. Hij sluit een bijzondere vriendschap met Ines, maar ook met Steve, een Ier die in Leiden verzeild raakte. Het vechten verandert hem en de relatie met Femke verslechtert erdoor. De vraag die hij genoodzaakt wordt te stellen is of hij voor een banaal maar comfortabel leven met Femke kiest, of dat hij daarentegen voor een spannend leven gaat waarin de vechtsport en het loslaten van verplichtingen centraal staan, maar waarvan het comfortgehalte hoogst onzeker is.
Het boek begint zonder inleiding. Patrick is aan het begin ervan net in elkaar geslagen en Ines leest hem meteen de les. Wat volgt leest bijzonder soepel. Patricks verhaal wordt in de ik-persoon verteld in een reeks korte hoofdstukken en Patrick blijkt een vlot verteller die veel dialogen aan het verhaal toevoegt dat hierdoor snel vooruit raast en nooit al te verhalend wordt. Een paar keer maakt Patrick de lezer duidelijk dat hij iets vertelt dat reeds gebeurd is en dat hij dit niet tegelijk met de lezer meemaakt. Hij blikt terug maar dat merk je als lezer helemaal niet. De ik-vorm en de dialogen doen het voorkomen alsof Patricks bijzondere jaren zich in het hier en het nu afspelen. Heel goed verteld, maar erg veel gebeurt er nochtans niet.
Dat er heel wat niet pluis is met de verschillende personen die Patrick omringen sinds hij vecht, is snel heel duidelijk, maar wat er precies met ieder van hen aan de hand is, wat ze doen als Patrick niet bij hen is, waar ze met hun leven naartoe willen, dat wordt allemaal in het midden gelaten. Die vaagheid is wat jammer. Het geeft de lezer wel voldoende ruimte om zelf dingen in te vullen, maar een aantal dingen hadden gerust wat meer uitgewerkt mogen worden. Patrick trappelt voornamelijk ter plaatse en de lezer eindigt het boek met een pak meer vragen dan hij het aanvangt. Dat is toch wel frustrerend. Los daarvan kan het boek nochtans wel van begin tot eind boeien. Het is alleen wat al te vrijblijvend om lang te blijven hangen bij de lezer, en daarom is het weinig waarschijnlijk dat dit boek de schrijver een opstap bezorgt van debuutprijzen naar andere literatuurprijzen.
Reageer op deze recensie