Een boeiende vertelling over de pijn van het loslaten
Tobias 'Toby' Gouweleeuw houdt niet van verandering. En hij wil zoveel mogelijk met rust gelaten worden. Ooit ging hij naar de kunstacademie maar stopte daarmee om veegwagenbestuurder te worden. Helemaal in zijn eentje in zo’n veegwagen voelt hij zich opperbest. Hij en zijn zus Krista wonen beiden in dezelfde stad, ieder in een eigen flat, heel ver weg van het Groningen waar hun ouders wonen en waar ze zijn opgegroeid. Krista en hij beloofden elkaar nooit in de steek te zullen laten, iets dat hun moeder wel voortdurend deed. Dan gaat Krista op reis naar Praag, alleen, om nooit meer terug te komen. Ze springt van de vijfde verdieping van haar hotel haar dood tegemoet. Tobias wordt heen en weer geworpen tussen verdriet om zijn zus en het gevoel dat ze hem verraden heeft. En ondertussen verlangt zijn omgeving steeds meer van hem, dingen die hij niet wil. Hij glijdt steeds dieper weg in de rottigheid aan gevoelens die bezit van hem neemt, terwijl hij vruchteloos probeert over de dood van Krista heen te komen.
Lucas De Waard (1984) heeft een niet-alledaagse achtergrond gevonden als decor voor dit verhaal. Over de veegwagens die de straten en pleinen proper houden, en diegenen die ze besturen, blijkt veel meer te vertellen te zijn dan men op het eerste gezicht zou denken. Iedere bestuurder is een mens met een eigen verhaal, allen hebben ze het in dit boek moeilijk met verandering, allen maken ze van hun veegwagentje een knusse plek waarin ze zich thuis en veilig voelen. Ook voor Toby is dat zo, maar in tegenstelling tot zijn collega’s hangt hij zijn wagentje niet vol met foto’s. Elk wagentje heeft een eigen naam en zelfs die wilde hij niet uitkiezen. Hij wil alleen maar met rust gelaten worden.
Kraaien tellen is een boek over loslaten van wat belangrijk voor je is, tegen je wil in. De dood van zijn zus, de veranderingen op zijn werk, een louter fysieke relatie met een meisje die draait om wat hij vechtseks noemt maar die meer dreigt te worden, de pogingen van zijn ouders om in zijn leven een plaats te krijgen, het zijn allemaal gebeurtenissen die Toby’s leven tezelfdertijd lijken te overspoelen. De schrijver wisselt deze thema’s in het boek razendsnel af en creëert op die wijze een samenspel dat je langzaam maar zeker mee Toby’s dieperik intrekt en je de pijn die Toby ervaart, leert begrijpen. De schrijver laat Toby domme dingen doen en stuurt diens emoties alle richtingen uit en met mondjesmaat wordt duidelijk welke gebeurtenissen Toby gemaakt hebben wie hij is. De wonden op Toby’s ziel komen onherroepelijk naar boven drijven. Eerst moet alle etter eruit voor genezing kan beginnen. De auteur laat onbehagen en twijfel bij Toby gestaag toenemen en ook bij de lezer.
Toch is dit geen donker boek. Het is meeslepende proza in de ik-persoon waarin ook fijne gebeurtenissen verwerkt zitten. De band tussen Toby en zijn zus, beiden roodharigen, de vuurtorens united, is wat verknipt maar wel heel sterk en alomtegenwoordig. Oudjes die op een bankje een zakje friet delen, een dronkaard die zijn liefde aan een paspop verklaart, pogingen van jongelui om een lelijk kunstwerk kapot te krijgen, koffie die naar gemalen asfalt smaakt, zijn slechts enkele voorbeelden van grappige of tedere momenten die voorkomen dat het boek te donker wordt. Het wordt nooit echt somber. Hoe diep Toby ook wegzakt, altijd weet de schrijver die glimp van hoop te bewaren. Miserie alom en toch sla je dit boek na de laatste bladzijde met een goed gevoel dicht.
Reageer op deze recensie