Een terechte winnaar van de EU-Literatuurprijs
Ellis Island is een piepklein eilandje voor de kust van New York in de Hudson rivier. Daar kwamen tussen 1892 en 1954 zo’n 12 miljoen mensen aan die de VS in wilden. Het was de eerste halte, waar ze werden gekeurd, gewikt en gewogen en vervolgens een verblijfsvergunning kregen of weer weg werden gestuurd.
Schrijfster Gaëlle Josse (1960) bezocht Ellis Island. Het is nu een museum waar men de geschiedenis van de immigratie kan bekijken. Ze werd getroffen door wat ze er zag en het inspireerde haar om er een boek over te schrijven. Ze bedacht John Mitchell, de laatste directeur van het immigratiecentrum. Het is 3 november 1954 en hij bevindt zich op negen dagen van zijn pensioen en is de enige die op dat ogenblik nog in het centrum verblijft. Hij maakt de inventaris op waarna het centrum definitief zal sluiten. Klaar met zijn taken besluit hij de resterende dagen te vullen met het schrijven van zijn memoires. Want hoe graag hij de functie ook uitoefende, er zijn toch een paar dingen gebeurd in die jaren waarover hij zich schuldig voelt.
Laatste dagen op Ellis Island is van begin tot eind verzonnen, maar de schrijfster baseerde zich voor het beschrijven van de omgeving en de immigratieprocedure wel op feiten. De personen die in het centrum werken en de gelukzoekers die er passeren, zijn allemaal fictief, op een drietal personen na, wiens gedragingen ze echter wel uit haar duim heeft gezogen. Het boek is een nostalgische, geromantiseerde terugblik op een tijd in de geschiedenis die nooit meer terugkomt. Nostalgische verhalen over vroeger hebben nogal eens de neiging wat droevig te zijn en zwaar op de maag te blijven liggen. Dat is hier helemaal niet zo. Het Amerika van weleer, waar iedereen naartoe wilde om er zijn dromen na te jagen en een hoopvolle toekomst op te bouwen, is heel sterk aanwezig in dit boek.
“Vijfenveertig jaar lang – ik heb de tijd gehad om ze te tellen – heb ik die mannen, vrouwen en kinderen voorbij zien komen, waardig en verdwaasd in hun netste kleren, bezweet, doodop en wezenloos voor zich uit starend, die een taal probeerden te begrijpen waarvan ze geen woord verstonden, met al hun dromen tussen hun bagage.”
Alhoewel Gaëlle Josse Française is en het centrum al gesloten was toen zij geboren werd, schrijft ze bij monde van John Mitchell over deze plaats en periode met een diepgang alsof ze er zelf middenin heeft gestaan. De tegenzin waarmee Mitchell met pensioen gaat, de hoop in de ogen van de uitgehongerde mensen, de wanhoop als ze geweigerd worden, de gang van zaken in het centrum, en natuurlijk de gebeurtenissen die Mitchell al jaren uit zijn slaap houden, alle zijn ze beschreven op diezelfde betrokken manier. Vrijwel van bij de eerste bladzijde vergeet de lezer dat dit fictie is. In een nawoord herinnert de schrijfster daar veiligheidshalve toch nog eens aan, alsof ze besefte dat de lezer dat na het lezen van dit boek even nodig kon hebben. Gelijk heeft ze! Met Laatste dagen op Ellis Island bewijst Gaëlle Josse dat niet alleen thrillers het label pageturner verdienen.
Een paar weetjes voor de geïnteresseerden: Het originele, Franstalige boek dateert van 2014. Gaëlle Josse won er de EU-Literatuurprijs mee maar dat is niet de enige prijs die het boek ondertussen al verdiende. Vertaalster Floor Borsboom is gespecialiseerd in het vertalen van Franse literatuur en is met dit boek allesbehalve aan haar proefstuk toe. Dat is te merken. Voor de vertaling van dit werk kon ze rekenen op steun van de Europese Commissie en het Nederlands Letterenfonds. Naar aanleiding van dit boek zette Gaëlle Josse de (Franstalige) website www.derniergardienellis.tumblr.com op, waarop men alle foto’s en muziekstukken kan terugvinden die haar inspireerden tijdens het schrijven van dit boek. De foto’s daarop geven het boek een extra dimensie.
Reageer op deze recensie