Een hard en integer beeld van een gebroken jeugd
Lucia woont al meer dan tien jaar in de stad zonder ooit nog naar haar dorp en haar vader teruggekeerd te zijn. Toen ze zes was, liep haar moeder een winkel binnen terwijl zij in een snikhete auto achterbleef, verdween daar spoorloos en werd nooit meer teruggezien. Haar vader voedde haar sindsdien op in stilte en eenzaamheid, zich bewust verdrinkend in zijn werk. Hij communiceerde met zijn dochter via briefjes op de keukentafel en was vrijwel steeds afwezig. Nu ontvangt ze het nieuws dat haar vader dood is. Ze kan niet anders dan terugkeren naar het dorp waar ze opgroeide om het huis leeg te halen en te verkopen. Als ze ontdekt dat haar vader niet helemaal eerlijk geweest is tegen haar, wordt ze keihard terug het verleden in geworpen en ziet ze zich verplicht eindelijk komaf te maken met haar eigen kwelgeesten.
Hannelore Bedert (1984) is voornamelijk bekend als Vlaamse kleinkunstzangeres. Ze treedt met haar muziek zowel in Vlaanderen als in Nederland op. In 2015 balanceerde ze op de rand van een burn-out, klaar om de muziek vaarwel te zeggen. Ze besloot een aantal dingen anders aan te pakken en vooral ook die dingen te gaan doen die ze zelf graag wilde doen. Een boek schrijven bijvoorbeeld. Ondertussen is haar debuut uit, Lam heet het. En omdat ze dit graag wil doen, werkt ze alweer volop aan een tweede boek.
Lucia heeft het moeilijk. Terug in het dorp van haar jeugd, komen de herinneringen naar boven. Plaatsen doen haar denken aan gebeurtenissen die ze nooit verwerkt heeft maar liever onder een dikke laag grond bedekt houdt. Ze ziet mensen terug die ze als kind kende, volwassen nu en veranderd, maar voor haar zijn ze nog steeds de kinderen die haar jeugd verpestten. Ze krijgt steun van haar vriendin Louise en voor het eerst in hun jarenlange vriendschap laat ze tegenover Louise dingen los over zichzelf. Louise gaat eindelijk begrijpen waarom Lucia is wie ze is.
Bedert wisselt heden en verleden vlot af tussen opeenvolgende paragrafen. In beide tijdsperioden krijgt de lezer nieuwe informatie met mondjesmaat toegediend en leert zo Lucia steeds beter kennen, op hetzelfde tempo waarop ook Louise dat doet. De schrijfster gaat zo op in die vloeiende wisselingen van tijdsperiode dat ze zelfs een enkele keer lijkt te vergeten in welke periode ze zich bevindt. Die mobiele telefoon in 1992 is bijvoorbeeld zo’n kleine uitschuiver, wetende dat het eerste gsm-netwerk pas in 1994 opengesteld werd voor het publiek.
Maar die kleine foutjes zijn te vergeven want Bedert levert een mooi portret af van een vrouw die niet anders kan dan in zichzelf graven om de dingen uit haar verleden een plaats te geven. Ze spreekt het empathisch vermogen van de lezer aan door deze mee te laten voelen met een kind dat zich te jong gedwongen ziet om voor zichzelf te zorgen, dat te vaak niet begrepen wordt door volwassenen, dat ongemerkt zwaar gepest wordt, en dat er daarom uiteindelijk als volwassene niet in slaagt een stabiel leven op te bouwen. Het is moeilijk te geloven dat Bedert de emotionele pijn, die ze heel integer en sterk beschrijft, of de harde pesterijen, die met oog voor detail uitgewerkt zijn, verzonnen heeft zonder er zelf wat van te hebben meegemaakt. Maar toch is het zo. De schrijfster pent geen eigen ervaringen neer hier. Naar ze zelf zegt, observeert ze graag en grondig. Wie Lam leest, zal dat alleen maar kunnen beamen.
“Toen ze op een dag tegen Robin vertelde dat haar moeder exact tweeëntwintig maanden, twintig dagen en twee uur weg was, zei Robin dat ze dat moeten vieren. Dat het geen toeval kon zijn dat er zoveel tweetjes bij elkaar waren. Dat twee het mooiste getal was. Dat dat wilde zeggen dat je niet alleen hoefde te zijn.”
Reageer op deze recensie