Een witte raaf
Carolina en haar vriend Aksel zijn vijf jaar samen als hij onverwacht in zijn slaap overlijdt. Ze hebben nog maar sinds een halfjaar een zoontje, Ivan. Voor Carolina breekt een moeilijke tijd aan, waarin ze niet alleen de dood van Aksel een plaats moet zien te geven, maar ook alleenstaande moeder wordt. Aksel overleed in 2014. In 2018 voelde Carolina zich sterk genoeg om een boek te schrijven over hoe ze deze tijd beleefde.
De Zweedse Carolina Setterwall (1978) schreef met Laten we er het beste van hopen een autobiografisch boek. Ze debuteert ermee, maar was voordien ook al professioneel tekstschrijfster, zij het dan ten dienste van anderen zoals de muziekindustrie, of als redacteur. Haar debuut werd ondertussen al in tientallen talen vertaald, en dat ook in minder voor de hand liggende als Koreaans of Catalaans. De Nederlandse vertaling is gedaan door Sophie Kuiper.
Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel behandelt de periode 2009-2014 en het tweede de periode 2015-2016. In deel een vinden we om en om een hoofdstuk dat zich voor Aksels dood afspeelt en een hoofdstuk erna. De fragmenten voor zijn dood beschrijven hoe Setterwall haar vriend leert kennen en hoe hun relatie evolueert. Deze zijn in de eerste persoon opgesteld en de schrijfster verhult niets. Ze schrijft heel eerlijk over de ups en downs, hekelt Aksels minpunten maar doet dat evengoed met de hare. Ze benadrukt ook wel al het goede, en net dat evenwicht houdt Aksel menselijk. Ze vervalt niet in een vorm van verafgoding van de overledene, een fenomeen waar dit soort boeken weleens last van heeft. De fragmenten na Aksels dood zijn heel specifiek tot hem gericht, in de jij-vorm. Ze vertelt hem hoe boos ze is omdat hij haar achterliet, hoe lastig ze het heeft met alles, en toont zich tegelijk bijzonder dankbaar naar familie, schoonfamilie en vrienden toe die er heel de tijd onafgebroken zijn voor haar.
Het tweede deel schetst haar langzame opkrabbelen en hoe dat niet van een leien dakje loopt. Er moet heel wat geregeld worden, Setterwall moet weer aan het werk, en daar doorheen ontmoet ze ook nog een man met wie het klikt. Te snel stapt ze in een nieuwe relatie, wat haar met een enorm schuldgevoel opzadelt. Omdat ze nog niet klaar is voor deze stap, stapelen spanningen en valse verwachtingen zich op.
De zelfhulp- en verwerkingsboeken zijn niet meer te tellen de laatste jaren. Ze verkopen zeer goed, er is duidelijk veel interesse voor, maar hoeveel ervan was achteraf gezien werkelijk de moeite van het lezen waard? Setterwalls boek is op die vraag een positief antwoord. Deze dame kan schrijven. De gedurfde afwisseling tussen perspectieven in het eerste deel is daar een voorbeeld van. Haar eerlijkheid is ook erg verfrissend. Ze is slachtoffer, maar speelt die rol niet overdreven uit, wekt niet bewust medelijden op, en maakt zichzelf ook niet sympathieker dan ze is. Zo verbloemt ze het niet wanneer zijzelf de oorzaak is van relaties met vrienden en familie die stroef gaan lopen. Ze laat zo ongeveer elke andere persoon in haar leven een beter mens zijn dan zijzelf is.
Met haar uitgeverij sloot Setterwall een contract voor twee boeken, dus in de toekomst zal op dit boek nog een vervolg verschijnen. Vermits de schrijfster op YouTube en sociale media aanwezig is, wordt langs die kanalen al iets van haar leven na 2016 prijsgegeven. Het wordt daarom afwachten of ze het nog voldoende boeiend kan houden. Maar gelet op het succes van het eerste boek lijdt het geen twijfel dat er veel interesse voor zal zijn. Rouwverwerking is niet meteen het meest opbeurende onderwerp om over te lezen. Laten we er het beste van hopen is door de aanpak ervan in ieder geval een witte raaf binnen het genre geworden.
Reageer op deze recensie