Historische fictie light
In 1621 ontsnapte Hugo de Groot uit het Slot Loevestein, waar hij door prins Maurits levenslang gevangengezet was. Hij ontsnapte in een boekenkist, een plan dat bedacht was door Hugo’s vrouw Maria van Reigersberch en mee uitgevoerd door hun dienstmeid Elske van Houweningen. Maria is geïnspireerd op dit waargebeurde verhaal. Geschiedenis is lang een mannenzaak geweest. Alhoewel er heel wat vrouwen zijn die een belangrijke rol speelden in onze geschiedenis, verbande de tijdsgeest de meesten van hen naar de anonimiteit. Van heel wat belangrijke mannen uit vervlogen tijden is zelfs de naam van hun vrouw niet bewaard gebleven. In dit boek wordt het omgekeerde betracht. Het zijn de figuren van Maria en Elske waar dieper op ingegaan wordt en wier levens gereconstrueerd worden.
Suzanne Wouda (1974) is schrijfster van historische jeugdboeken. Als kind was ze oorspronkelijk geen enthousiast lezer of schrijver, maar het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan en de schrijfmicrobe kreeg haar rond haar tiende dan toch te pakken. Ondanks die microbe publiceerde ze pas op haar zevenendertigste haar eerste boek, Stormvaart. Hiermee trad ze in de voetsporen van haar favoriete schrijfster Thea Beckman. In 2016 waagde ze zich voor het eerst aan een historische roman voor volwassenen, Roeien naar de Volewijck. Dit jaar leverde ze zowel een jeugdboek als een volwassenenroman af.
Maria vangt aan met Maria’s idee voor de ontsnapping. Na dit korte hoofdstukje keert Wouda een eind terug in de tijd, aanvangend eind zestiende eeuw als Maria een kind van acht is en opgroeit in het Zeeuwse Veere. De lezer ziet haar snel volwassen worden, kennis maken met Hugo de Groot, trouwen en kinderen krijgen. Na enkele hoofdstukken Maria, keren de schijnwerpers zich naar Elske, een moederloos kind dat bij een inval van de Spanjaarden haar vader verliest en jong wees wordt. Ze gaat inwonen bij Hendrik, een vrouw die zich als man kleedt. Als Hendrik op een gegeven ogenblik verdwijnt, zit er voor Elske niets anders op dan haar heil elders te zoeken en zo komt ze als dienstmeid bij Hugo de Groot terecht. Voor Elske breken eindelijk betere tijden aan en met Maria sluit ze al snel vriendschap.
De details van de ontsnapping van Hugo de Groot, die een medestander was van Johan van Oldenbarnevelt, zijn welbekend en ook is geweten dat Maria en Elske respectievelijk de bedenkster en uitvoerster van het plan waren. Over de beide vrouwen is wel een en ander geweten maar toch ook veel niet, en de gaten in onze kennis zijn nu ingevuld door Suzanne Wouda. Deze invulling is fictief, maar volgt wel de feiten als en waar ze gekend zijn. Wouda gaf de beide dames een kindertijd en probeerde zich verder een beeld te vormen van wat ze zouden kunnen hebben gezegd, gedacht en gedaan gedurende deze kwart eeuw waarin het boek zich afspeelt.
Afgezien van hun bijdrage aan de ontsnapping van Hugo de Groot, beleven de twee vrouwen niet veel spannende dingen in hun leven. Hun levens verliepen zoals die van de meeste vrouwen in die tijd en bestonden uit het huishouden beredderen en kinderen grootbrengen. Over veel meer dan dat schrijft Wouda dan ook niet, maar dan nog heeft ze zich al bij al heel goed van haar taak gekweten. Ze buigt zich over wat de vrouwen vreugde schenkt en wat hen verdriet doet en gaat in op hun dromen en verlangens. Ze weet daarin voldoende afwisseling te vinden om herhaling en sleur te vermijden.
Het boek leunt erg aan tegen feelgood. Het bakken van een taart krijgt meer aandacht dan het politieke spel rondom de hoofdpersonages, wil dat zeggen. Dit is veeleer historische fictie light waarin feiten en intriges ondergeschikt zijn aan het drama en de romantiek, veroorzaakt door het samenspel tussen mensen. Mooi gebracht, maar omwille van die opzet minder geschikt voor lezers die een bredere context en meerlagigheid verlangen in historische romans.
Reageer op deze recensie