Geslaagde bijdrage aan de historische fictie
Musch, het eerste deel van wat uiteindelijk een trilogie zal worden, beschrijft het leven van twee personen waarvan de ene zijn dieptepunt, en de andere een hoogtepunt beleefde in de tweede helft van het jaar 1650, toen een poging gedaan werd om een staatsgreep te plegen op Amsterdam. Johan de Witt is de jongste, zeer schrandere zoon van Jacob de Witt. Het liefst wil hij zich aan de wiskunde wijden maar het lot beschikt daar anders over en maakt van hem een advocaat en later pensionaris. Cornelis Musch was een corrupte griffier die zichzelf op schandalige wijze verrijkte tot hij zelfs de toorn van de prins van Oranje over zich kreeg.
De gebeurtenissen die in het boek beschreven worden, zijn historisch correct en zijn de geschiedenis ingegaan als ‘de aanslag op Amsterdam’. De Nederlanden vormden een republiek die uit zeven provincies bestond. Prins Willem II van Oranje beval de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz om Amsterdam in te nemen om de macht van de Hollanders in de republiek te breken. De opzet was om Amsterdam bij het krieken van de dag te overrompelen, maar het grootste deel van de soldaten verdwaalde ‘s nachts omwille van hevige regen. Alhoewel de prins kort na de mislukte aanval overleed aan de pokken, sleurde zijn mislukking toch heel wat vooraanstaande notabelen mee. Een ervan was Cornelius Musch, die onder mysterieuze omstandigheden overleed, naar verluidt door zelfmoord.
Auteur Jean-Marc van Tol (1967) heeft deze historie herschreven als een nagelaten schrift door Cornelius Musch zelf, gecombineerd met verslagen van getuigen. Johan de Witt is een van deze getuigen, ook al komt hij niet in aanraking met Musch. Datgene waar hij mee te maken krijgt, geeft echter wel een andere dimensie aan deze geschiedenis die het boek erg vervolledigt. Bovendien draait de trilogie uiteindelijk om hem, zoals blijkt uit het nawoord van de auteur.
De auteur maakt met dit boek een onverwachte wending in zijn carrière. Als tekenaar en cartoonist, onder andere van Fokke en Sukke, staat hij niet meteen bekend als schrijver, noch als historicus. Nochtans heeft hij een studie Nederlands, met specialisatie Middelnederlands, afgerond en mag hij zich historisch letterkundige noemen. Hij maakt deel uit van een groep historici die momenteel alle geschriften aangaande Johan de Witt ontsluit. Dat het van Tol menens is met deze trilogie, wordt ook bevestigd door de aandacht die eraan wordt besteed op de website die aan Johan de Witt gewijd is.
Vanzelfsprekend ligt de nadruk op het politieke spel en de intriges die aan de mislukte inname van Amsterdam vooraf gaan en erop volgen. De auteur heeft de belangrijkste personages echter voldoende persoonlijke achtergrond meegegeven zodat vermeden wordt dat dit een geschiedenisboek wordt dat alleen historici boeit. Dit is wel degelijk een roman, gebaseerd op ware feiten zoals ze door de protagonisten ooit zelf zijn neergeschreven, maar die door de auteur verder werden ingekleurd. Waar gaten zitten in wat ons is nagelaten, heeft de auteur zijn fantasie aan het werk gezet om ze te dichten. Hij heeft dialogen gecreëerd waar die er misschien nooit geweest zijn, heeft personen karakter en achtergrond gegeven, romances pit en intriges volume.
Van Tol heeft heel wat nevenpersonages in het boek opgenomen die allen een grote of kleinere rol speelden bij de gebeurtenissen. Zij doen verslag vanuit hun standpunt, en dat is niet altijd een klassieke vertelling maar gebeurt soms ook onder de vorm van een hekeldicht of een verstuurde brief. Die verschillende wijzen om tegen de gebeurtenissen aan te kijken, houden het boek afwisselend en fris. Johan de Witt spreekt tot de verbeelding. Dit bijzonder interessante en aantrekkelijk geschreven en vormgegeven boek zal daar alleen maar toe bijdragen. Jammer is wel dat het goud en zilver waarmee het wapen op de kaft ingekleurd is, tijdens het lezen afgaat op de handen. Na het lezen van dit boek blijft, enigszins symbolisch wel, vooral zwart over.
Reageer op deze recensie