Thomas Olde Heuvelt en kortverhalen gaan prima samen
Met Hex heeft Thomas Olde Heuvelt (1983) zich als schrijver van verhalen die zich in de fantastieke en horrorsfeer afspelen, internationaal op de kaart gezet. Ook in het Nederlandstalige gebied betekende Hex voor veel lezers ongetwijfeld de ontdekking van Olde Heuvelt, ook al is de schrijver ondertussen al zo’n vijftien jaar lang actief. Wie de ‘Gelezen’-cijfers van Olde Heuvelts andere boeken op Hebban vergelijkt, ziet meteen wat Hex betekend heeft. En toch is de schrijver al jarenlang een prijsbeest: drie keer winnaar van de Paul Harland Prijs, de Honorable Mention op de SF&F Translation Awards, een nominatie voor de Hugo Award en diezelfde prijs ook nog een keer gewonnen. De genoemde prijzen won hij allemaal met kortverhalen. Drie van deze prijswinnaars en nog twee andere verhalen werden gebundeld in Om nooit te vergeten, allen voorzien van een kort voorwoord van de schrijver waarin het ontstaan van het verhaal nader verklaard wordt.
De vijf verhalen zijn heel verschillend. Je weet hoe dit verhaal gaat leunt bij horror aan en gaat over een lifter die in Kroatië wordt opgepikt door een dode vrouw. Stephen King, de man die Hex de hemel in twitterde, had dit kunnen geschreven hebben. De jongen die geen schaduw wierp is licht surrealistisch en gaat over de vriendschap tussen een jongen zonder schaduw en een jongen van glas. Het verhaal is heel sterk en had met twee doodnormale jongens in de hoofdrol ook prima standgehouden. De Inktlezers van Doi Saket is wat absurd en gaat over bijgeloof in Thailand. Het is vooral grappig bedoeld en dat is in zekere mate ook gelukt, maar het haalt niet het niveau van de eerste twee verhalen. De vis in de fles begint op de dag waarop de zwaartekracht zich op aarde omkeert en alles wat los zit de wolken in wordt gezogen. Maar in wezen gaat het over een jongen die een liefdesbreuk probeert te verwerken. Alhoewel het geen sciencefiction is, haalde het wel meerdere sciencefictionprijzen binnen. Bovendien bevat dit verhaal het beste stukje droge humor van heel het boek: nadat hoofdpersonage Tobi de vis Blub van een gewisse dood redt door hem in een fles Spa Citroen te duwen, besluit Tobi met:
'Vis en citroen gaan prima samen.'
Het laatste verhaal tenslotte is Hertenhart en gembertimbaaltjes en speelt zich af in het universum dat Olde Heuvelt creëerde voor zijn boek Harten Sara. Het is een moderne versie van Doornroosje en meteen het vreemdste maar ook minst goede verhaal in het boek.
De verhalen zijn heel divers maar hebben wel met elkaar gemeen dat ze uit hetzelfde brein ontsproten zijn en daarom zijn ze allemaal op een of andere manier wat bizar. Ze hebben stuk voor stuk iets surrealistisch in zich dat ze bij momenten ongrijpbaar maakt. Soms is dat goed en wordt het verhaal er beter van, zoals het geval is met de jongen zonder schaduw en zijn vriend van glas, maar soms gaat het verhaal zo’n vreemde toer op dat het zijn lezers dreigt te verliezen. Er is een grens van absurditeit waar je als schrijver beter niet overheen gaat, en af en toe doet Thomas Olde Heuvelt dat toch. Het laatste verhaal lijdt hier heel erg onder, maar ook De Inktlezers van Doi Saket balanceert op de grens tussen goed en chaos.
Korte verhalen schrijven is een vak apart en vraagt een heel andere aanpak dan een boek schrijven. Sommige schrijvers kunnen dat heel goed, andere bakken er niets van. Maar alhoewel niet elk verhaal een schot in de roos is, kunnen we toch concluderen dat Thomas Olde Heuvelt zich in het rijtje van de talentvolle kortverhaalschrijvers mag plaatsen.
Reageer op deze recensie