Indrukwekkend en tegelijk toch niet boeiend genoeg
Gretel groeide met haar vrijgevochten moeder Sarah op een woonboot op. Ze communiceerden met zelfverzonnen woorden en dat maakte het Gretel niet makkelijk eenmaal ze naar school moest. Maar het bracht haar wel een voorliefde voor taal bij die ze nu beroepshalve verder exploreert als lexicografe. Nog voor ze volwassen is, raakt Gretel het contact met haar moeder kwijt. Vele jaren later gaat ze naar haar op zoek, en vindt haar ook. De gesprekken met de dan al dementerende Sarah zijn moeilijk, maar toch komen er dingen boven water die een totale verrassing zijn. Zoals wie Marcus en Margot eigenlijk waren. En wat is de mysterieuze Bonak?
Daisy Johnson (1990) is nog jong, maar bereikte met Onder water toch de shortlist van de Man Booker Prize 2018, en daarmee werd ze meteen de jongste schrijver ooit die dat presteerde. Winnen deed ze uiteindelijk niet, die eer viel te beurt aan Anna Burns met Milkman, maar hoe dan ook is het een indrukwekkende prestatie want van alle bestaande prijzen staat de ondertussen tot Booker Prize omgedoopte prijs in de Engelstalige wereld als zeer prestigieus bekend. De schrijfster lijdt aan dyslexie en dat maakt het schrijfproces al helemaal niet eenvoudig.
In Onder water, dat werd vertaald door Callas Nijskens, wilde Johnson een Griekse mythe hervertellen. Na enkele herschrijfrondes was daar echter nagenoeg niets meer van terug te vinden en werd het een heel eigen verhaal. Het mythische dat in dit boek achterbleef, manifesteert zich als een geheimzinnig monster dat in de rivier leeft waarin ook de woonboot gelegen is. De rivier zelf is belangrijk in het boek en wordt een enkele keer vergeleken met de Styx, maar vond haar oorsprong pas in Johnsons hoofd toen ze de rivieren in en om Oxford zag. Dit romandebuut volgt op Veenland, haar eerdere debuut als vertelster van korte verhalen, en ook daarin was het belang van natuurelementen al opvallend.
Johnson wisselt voortdurend tussen wat zich in Gretels verleden afspeelde, een hedendaags relaas rond de zoektocht naar Sarah, en het omgaan met haar dementie. Omdat Gretel haar moeder zestien jaar lang niet zag, wordt ze door het hernieuwde contact gedwongen om het verleden te herbeleven, en dat brengt ook de lezer langzamerhand dichter bij het ontwarren van de knoop die toen gelegd is. Maar makkelijk maakt de schrijfster het haar publiek niet. Wanneer het verhaal wisselt tussen heden en verleden, vervolgt ze niet noodzakelijk waar ze gebleven was, maar introduceert ze wel eens een nieuw element, dat zowel een personage als een nevenplot kan zijn. Het duurt daarom wel even voor duidelijk wordt wat zich wanneer afspeelt en wat het belang van de nevenpersonages is. De lezer moet dit gaandeweg ondervinden en leren hoe de puzzelstukjes op de juiste plaats ingepast moeten worden.
In het boek stapt Johnson af van een aantal klassieke rollenpatronen. De moeder die altijd voor haar kind zorgt, wordt in dit boek een moeder voor wie dat helemaal niet vanzelfsprekend is. Dat een jongen altijd een jongen is en een meisje altijd een meisje, is evenmin een vaststaand feit. De auteur doet er alles aan om het grote vraagteken dat boven het boek hangt zo lang mogelijk te laten standhouden. Boekenprijsjury’s houden daarvan in hun zoektocht naar vernieuwende elementen, maar voor de lezer is het werken geblazen en dat komt het leesplezier niet ten goede. Johnson bootst met het boek ons denkpatroon na. Dat is chaotisch, allesbehalve chronologisch, en we dwalen soms af. Onder water is en doet dat ook allemaal, en dat is vermoeiend. Dat Johnson onze denkwijze vrijwel perfect weet weer te geven is indrukwekkend, maar is niet voldoende om tot het eind te blijven boeien. Uiteindelijk willen we weten hoe de dingen in elkaar passen, maar Johnson stelt die ontknoping uit tot voorbij de rekbaarheid van ons geduld. Blij dat het boek uit is, is geen gevoel dat mag overheersen bij een Booker Prize-shortlister.
Reageer op deze recensie