De donkere kant van Philippe Claudel
Dat de hedendaagse mens niet meer dezelfde is als die van een eeuw geleden, staat buiten kijf. Elke generatie is een beetje anders dan de voorgaande, en nieuwe ontwikkelingen sturen mee ons denken en doen. Evolutie is nodig, maar soms ontdekken we veranderingen in onszelf die ons niet geruststellen. Sommige ervan boezemen velen zelfs ronduit angst in. Een van de thema’s die mensen tegenwoordig erg bezighoudt, is hoe emotie almaar vaker plaatsmaakt voor koud rationalisme, gestuurd door software en algoritmes. Onze persoonlijkheid lijkt al even snel te digitaliseren tot reeksen bits en bytes als onze identiteitsgegevens dat doen. Het is opvallend hoeveel boeken hierover momenteel verschijnen. Met Onmenselijk doet ook Philippe Claudel (1962) zijn duit in het zakje.
Het is schrikken voor kenners en liefhebbers van Claudel. Weg is de tederheid uit bijvoorbeeld Het kleine meisje van meneer Linh. Weg is de emotionele betrokkenheid zoals in Grijze zielen. Weg is ook de melancholie uit Alles waar ik spijt van heb. In plaats daarvan serveert de auteur een handvol personages die ontmenselijkt zijn. Ze zijn ten prooi gevallen aan een nietsontziende consumptiedrang, gedragen zich vulgair, kennen geen empathie en leven uitsluitend om aan hun eigen behoeften te voldoen.
Claudel schotelt ons een spiegel voor in 25 ultrakorte verhalen. De hoofdpersonages zijn steeds dezelfden, namelijk enkele collega’s uit een bedrijf en hun partners. Elk verhaal behandelt een ander thema, maar het basisidee is steeds hetzelfde: onze maatschappij is alleen nog gebouwd rond het instant vervullen van onze materiële wensen en wat je leest is het gevolg daarvan. In een van de verhalen ondernemen de vrienden samen een toeristisch uitje. Het wordt een boottocht op zee. Onschuldig genoeg, tot blijkt dat het reisdoel uit bootjes vol vluchtelingen bestaat, waar ze vervolgens rondjes omheen varen tot de ontstane deining het bootje doet kapseizen. Het publiek juicht en sluit weddenschappen af over wie wanneer verdrinkt. Bootvluchtelingen moedwillig laten verdrinken is een attractie geworden.
‘Niet lang geleden zijn de armen opgesloten. Veel beter zo. Het kon niet langer doorgaan. In een maatschappij met twee snelheden waar de rijken zich continue verrijken en de armen continue verarmen, heeft het geen enkel nut als die tweede groep zich in dezelfde ruimtes ophoudt als de eerste.’
In een ander verhaal besluiten de vrienden wat lol te gaan trappen. Ze onderscheppen een man in een wagen omdat die hen een vingertje gaf, halen hem uit zijn auto, slaan hem in elkaar, martelen hem en steken de auto in brand. Overdreven? Het gebeurt helaas ook echt. Minder realistisch – voorlopig – is het zelfmoordfeestje van een van de vrienden. Met hapjes en drank wordt afscheid genomen, waarna het touw aan het plafond wordt gehangen. Als de vriend twijfelt, wordt hij door de anderen – waaronder zijn vrouw – verweten een egoïst te zijn, omdat hij hen een avondje plezier ontneemt.
‘Mijn vrouw is een paar dagen geleden gestorven. Zonder enige aankondiging. Ondankbaar. Ik heb haar direct vervangen.’
Omdat de stukjes alle zo kort zijn, komen ze binnen als een bombardement. Ze maken de lezer ongemakkelijk, maar tijd om te bekomen is er niet. De ene inslag is nog niet verwerkt, of de volgende komt er al aan. Claudel weet van geen ophouden. Zijn personages zijn griezelig kil en ontdaan van elke vorm van inlevingsvermogen. Ze zijn alleen nog bezig met het voldoen aan hun primaire behoeften, hun gedrag is volledig ontspoord en hun morele kompas ontregeld. Claudel past zijn schrijfstijl naadloos aan de types en de omstandigheden in het boek aan, en Onmenselijk is daarom grotendeels emotieloos neergepend. Dat het alleen zo kan werken, heeft de schrijver perfect ingeschat.
Claudel, naast auteur ook regisseur, laat met dit boek een andere kant van zichzelf zien. Het is geen kant waar men blijer van wordt. De boodschap is kristalhelder en we zijn het aan onszelf verplicht hierover na te denken. Maar wat missen we de Philippe Claudel uit voorgaande boeken!
Reageer op deze recensie