Een sterke symbiose tussen heden en verleden
Als kind emigreert een Bulgaarse jongen, samen met zijn ouders, naar Amerika. Zijn opa blijft alleen achter. Ze houden sporadisch contact, tot de opa dat contact verbreekt. Drie jaar later is de jongen afgestudeerd en vertrekt hij naar Bulgarije om zijn opa terug te vinden. Hij vindt hem in Klisura, een onooglijk dorpje in het Strandjagebergte tegen de Turkse grens. In dit dorp, dat uit een christelijk en een moslimgedeelte bestaat, ontmoet hij ook Elif, de dochter van de plaatselijke imam, en hij wordt verliefd. Terwijl hij de band met zijn opa vernieuwt en beetje bij beetje ontdekt waarom de man naar dit zieltogende dorpje is verhuisd, vecht hij voor zijn onmogelijke liefde.
Auteur Miroslav Penkov (1982) is zelf ook een Bulgaarse migrant. Hij verhuisde als achttienjarige naar de VS, maar keerde niet terug en doceert ondertussen Creative Writing aan de universiteit van North Texas. Hij is er ook redacteur van het American Literary Review magazine dat hier online te lezen is. Penkov publiceerde eerder een verhalenbundel met als titel Ten oosten van het westen, en met Ooievaarsberg levert hij zijn romandebuut af. De vertaling is van de hand van Auke Leistra.
Het boek begint zonder inleiding. De lezer stapt midden in het verhaal binnen, wanneer de ik-persoon uit het verhaal reeds in Bulgarije is en op het punt staat zijn grootvader terug te zien. Wat aan dat begin vooraf gaat, staat op de achterflap in de korte inhoud uitgelegd. Een origineel idee, vermits wij toch allen die korte inhoud gaan lezen voor we een boek kopen. Penkov herhaalt dit trucje nog een aantal keer en begint dan zomaar een nieuwe vertelling, om pas later te verklaren hoe deze binnen het geheel past. Op die manier bindt Penkov heden en verleden op een bijzondere manier aan elkaar. Bovendien vermengt hij deze verhaallijnen nog met brokjes algemene historische achtergrond en vleugen mythologie. Maar niets is wat het lijkt, want zelfs achtergrond en mythen zijn deels fictie, zoals de auteur aan het einde zelf verklaart, dus het blijft gissen wat je wel en niet voor waar mag aannemen.
Penkov laveert ongehinderd van de ene verhaallijn naar de andere. De conflicten tussen de verschillende dorpelingen worden keer op keer op pauze gezet voor een duik in het verleden, wanneer opa met tegenzin en slechts mondjesmaat iets uit vervlogen tijden prijsgeeft dat zijn verblijf in Klisura moet verklaren. Niet alleen het verleden komt zo maar langzaam van het papier los, ook wat in het heden speelt, blijft lang een raadsel voor de lezer. Het boek eist een aandachtige lezer, want makkelijk maakt Penkov het ons op deze manier niet.
Penkov blijkt heel taalvaardig. Dat kan ook niet anders, vermits hij het als migrant schopte tot docent Engelse literatuur. Hij bezit de gave om meerdere verhaallijnen in verschillende perioden naadloos in elkaar te weven, en bezit de intelligentie om schijnbaar totaal los van elkaar staande onderwerpen toch met elkaar te verbinden. Zo blijkt er een merkwaardig verband te bestaan tussen de strategie achter het spel backgammon en de aankoop van vastgoed. Penkov koppelt ook, met een voor collega-schrijvers ongetwijfeld jaloersmakende vanzelfsprekendheid, een heel moderne wereld aan een plaats die in de tijd lijkt stil te hebben gestaan, waar kraantjeswater en telefoons van geen tel zijn, waar ziekten worden uitgedreven met vuurdansen en rituele slachtingen, maar waar zwangerschapspredictoren en moderne windturbines dan weer wél deel van het leven uitmaken.
Naar het einde toe brengt Penkov alles netjes samen. Sommige delen van het verhaal komen reeds lang voor het einde bijeen, op andere is het geduldig wachten, maar uiteindelijk wordt duidelijk hoe uitgedacht de hele plot is. Alle losse mythen en stukjes verre geschiedenis leiden uiteindelijk tot een perfect logisch heden. Het boek is soms vreemd en vraagt wat geduld. Het is niet hapklaar maar precies daarom loont het ook de moeite om het je eigen te maken.
Reageer op deze recensie