Ontroerend verhaal over vriendschappen
Als Satoru een zwerfkat vindt, besluit hij hem te houden. Ooit had hij een kat Hachi, Japans voor acht, omdat de kat een tekening op het hoofd had die leek op het symbool voor acht. De zwerfkat heeft een geknikte staart die lijkt op een zeven en daarom besluit hij hem Nana te noemen, Japans voor zeven. De kat vindt de naam maar niks maar vindt Satoru wel wat. Na vijf jaar samenwonen, besluit Satoru met de kat op reis te gaan. Hij bezoekt vrienden die belangrijk zijn in zijn leven, op zoek naar iemand die Nana wil adopteren. Nana weet niet waarom, maar weet wel dat hij helemaal niet geadopteerd wil worden en gooit overal op slinkse wijze roet in het eten.
Nana is op zijn zachtst gezegd een eigenwijs beest met een eigen kijk op de zaken, en hij vertelt zijn visie op de feiten met een hoog gehalte aan sarcasme. Dat levert heel wat grappige zinsneden op. Toch is Reisverslag van een kat minder een verslag van Nana dan de titel van het boek laat vermoeden. Overal waar Satoru onderweg halt houdt, wordt immers ruimschoots tijd en aandacht besteed aan het positioneren van de vriendschap tussen Satoru en de mensen waar hij zijn kat wil onderbrengen. Die positionering brengt de lezer vooral terug naar Satoru’s jeugd waarin Nana nog geen rol speelde. Nana hoort deze geschiedenissen vertellen maar beleeft ze niet, en in deze stukken is van zijn sarcastische humor totaal geen sprake.
Alhoewel men de humor wel eens gebruikt om het boek te adverteren, is dat dan ook helemaal niet waar dit verhaal om draait. Het boek draait om vriendschap. Er zitten meerdere lagen in dit boek maar keer op keer speelt onvoorwaardelijk graag zien een grote rol, en dat is een talent dat Satoru in grote mate bezit. Niet alleen is Satoru een kattenmens en zeer emotioneel als het om katten gaat, maar hij weet ook op een bijzondere manier een blijvende indruk na te laten op vrienden. Ieder van hen gaat zich bijzonder voelen in en door Satoru’s aanwezigheid en verschillenden onder hen geven een positieve wending aan hun leven onder impuls van Satoru. Maar ook Satoru blijkt een bijzonder leven te hebben gekregen omdat anderen hem onvoorwaardelijke graag zagen.
Hiro Arikawa (1972) geeft met dit boek een unieke kijk op de hedendaagse Japanse cultuur, die een mix is tussen moderne, eerder Westerse, elementen en oude gebruiken. Japan is een van die landen die er in geslaagd is de moderne wereld te omarmen zonder haar identiteit en band met het verleden te verliezen. De manier waarop mensen in dit boek met elkaar omgaan is daar een voorbeeld van. Met Reisverslag van een kat geeft Arikawa het begrip ‘vriendschap’ opnieuw de kleur die het ooit had en die nu sterk verwaterd is. In onze hedendaagse wereld lijkt vriendschap steeds meer een verzamelobject te worden: vrienden zijn Panini-stickers met Facebook als inkleefboek. De vriendschappen in dit boek echter zijn onvoorwaardelijk, eerlijk, teder en lief, zonder dat het klef wordt. Het zijn vriendschappen die nog betekenis hebben en niet zomaar verbroken worden. Arikawa ontroert de lezer door haar beschrijving van hoe dit soort vriendschappen zelfs na de dood voortleeft.
Dit boek, dat in Japan verscheen in 2015, werd vertaald door Sander Schoen. Voor Arikawa betekende het haar internationale doorbraak. Ze is voornamelijk actief als schrijfster van light novels, relatief dunne, geïllustreerde boekjes voor een Young Adult-publiek. Ze brengt enerzijds drukke en flitsende actieboeken uit en anderzijds zeemzoete romantiek. De jeugd – ook bij ons – is dol op deze typisch Japanse pulp die maar weinig diepgang kent. Met Reisverslag van een kat laat de schrijfster echter wel een heel diepgaande kant van zichzelf zien en het is dan ook geen toeval dat net dit boek doorbreekt.
Weetje: alhoewel de Engels- en Nederlandstalige kaften een zwarte kat laten zien, is Nana wit.
Reageer op deze recensie