Korte verhalen met een poëtische toets
David Troch (1977) heeft als Vlaams dichter zijn sporen al ruimschoots verdiend. Hij debuteerde op zijn vijfentwintigste nochtans met een verhalenbundel, maar wijdde zich daarna voornamelijk aan poëzie. Hier en daar verscheen in een tijdschrift nog wel eens een kort verhaal, maar een volledige bundel bleef uit. Met zijn gedichten won Troch al heel wat prijzen in België en Nederland, waaronder ook de Turing Gedichtenwedstrijd. Hij won deze nota bene in de eerste editie waarin ook Belgische dichters mochten deelnemen. Verder was hij ook Gents stadsdichter en staat hij geregeld op het podium, onder andere met poetry slams, en naast het podium als toneelregisseur.
Rue des regrets is een verhalenbundel, en daarmee neemt Troch toch nog een keer afstand van de poëzie. Negentien korte verhalen zijn erin opgenomen, en alle hebben ze met elkaar gemeen dat ze zich in Frankrijk afspelen. Dat valt vooral op aan de familienamen van de personages, en enkele genoemde plaatsen. Inhoudelijk kunnen ze zich probleemloos overal afspelen. Maar dat is niet het enige kenmerk dat ze delen.
Troch komt meteen overtuigend binnenvallen met 'Wachtkamer', waarin een oudere man bij de dokter wacht. Hij is nog niet zo lang weduwnaar en hij krimpt. Elke dinsdag neemt hij plaats in de wachtkamer en observeert de andere patiënten. Zelf zit hij daar om een heel verrassende reden. Ook in 'Escorte' wordt een moment uit het leven van een oudere weduwnaar uitgekozen, namelijk de dag nadat zijn vrouw is overleden. Dat wil hij vieren met een escorte. In een ander verhaal laat een man zich op de markt een fles tapijtreiniger aansmeren die hij niet nodig heeft, maar hij is niet mondig genoeg om weerstand te bieden en laat zich pluimen, zoals zijn ex-vrouw dat ooit ook met hem deed. Een eenzame trucker werkt op oudejaarsnacht. In zijn truck zitten illegale asielzoekers verstopt en op een gegeven moment staat hij voor de keuze: zijn hart laten spreken of een jongetje achterlaten.
Vele hoofdpersonages zijn eenzame of kwetsbare mannen. Een enkele keer is dat niet zo, zoals de man die in een trein plaatsneemt bij een dame die in doodsbrieven zit te kijken en botte vragen over de overledenen begint te stellen. Maar ook dan voert Troch een man op, altijd een man. Altijd ook zijn de verhalen korte momentopnamen, vijf minuten uit het leven van het personage die afwijken van de tijd ervoor, en van de tijd die zal volgen. De tijdspanne is beperkt, maar ook de oppervlakte waarin het verhaal zich afspeelt is dat. De coupé van een trein, de cabine van een trucker, de kleine ruimte voor een marktkraam, een fauteuil, een slaapkamer, een boom, meer bewegingsruimte is de personages niet gegund. Om de belevingswereld nog kleiner te maken, vertelt de auteur de verhalen allemaal in de eerste persoon zodat het blikveld vernauwt tot wat het hoofdpersonage ervaart. Zoals de boektitel verraadt, is spijt om wat voorbij of gebeurd is, een belangrijk element in vele verhalen.
De teksten hebben overduidelijk enorm veel gemeen maar zijn toch stuk voor stuk heel verschillend. Troch zet zijn vaardigheden als dichter ook in zijn proza in. Zijn taalgebruik is helder en een poëtische toets is nooit ver weg, de situatieschets is steeds duidelijk uit de doeken gedaan, en de schrijver weet met weinig woorden tot een volwaardig verhaal te komen. Ondanks een gemiddelde van slechts acht bladzijden per verhaal, voelen ze nooit onvolledig of onafgewerkt aan. Alhoewel niet elk verhaal een voltreffer is, is een grote meerderheid wel degelijk meer dan de moeite van het lezen waard.
'Dat er ooit een ballon met mijn adem erin, dat er ooit een ballon met van die kleine, voorzichtige teugjes van mijn kinderadem erin en, akkoord, een stevige portie helium, dat er ooit een ballon waarvan ik het touwtje had vastgehouden, gekust en losgelaten in een sinds lang uitgebloeide perelaar op Oost-Duitse bodem is verstrikt geraakt.'
Eerste alinea van Ballon
Reageer op deze recensie