Een nostalgisch leesavontuur
Patrick Modiano (1945) is Fransman (met Belgische moeder) en een van de uitverkorenen die een Nobelprijs Literatuur op zijn kast heeft staan. De vraag is of die prijs wel opvalt tussen al die andere want gedurende zijn vijftigjarige carrière als schrijver (precies dit jaar!) verzamelde hij zowat elke belangrijke Franse prijs die er te winnen valt. In die tijd schreef hij vijfendertig boeken die bijna allemaal naar het Nederlands vertaald zijn. Ook Maarten Elzinga, die Slapende herinneringen vertaalde, heeft wat te vieren want hij vertaalt ondertussen al twintig jaar boeken van Modiano. Sinds 1997 is dit de negende vertaling van zijn hand.
Slapende herinneringen is een novelle, verteld door een ik-persoon wiens naam niet vermeld wordt. Zijn voornaam en de eerste letter van zijn achternaam worden in het boek uiteindelijk onrechtstreeks verklapt maar daar blijft het bij. De man in kwestie is ondertussen een zeventiger, vast niet toevallig geboren in dezelfde plaats als de auteur en ook met slechts een paar dagen verschil. Hij beschrijft een aantal losse herinneringen waarvan de meeste zich situeren in de jaren ‘60. De herinneringen zijn, zoals de titel van het boek zegt, grotendeels slapend, maar eenmaal weer ontwaakt, laten ze zich niet onderdrukken. Soms zijn ze onbetrouwbaar geworden, soms nog glashelder.
Het hoofdpersonage in kwestie herinnert zich een aantal ontmoetingen met een zestal vrouwen in Parijs, waar hij op het moment van de ontmoetingen woont. Elk van deze vrouwen vertoeft slechts een beperkte tijd in zijn leven, en verdwijnt dan weer. De ontmoetingen zijn beleefd en lijken platonisch, maar het vermoeden dat er iets meer was tussen het hoofdpersonage en sommige van deze vrouwen, is steeds aanwezig. Er worden voldoende hints gegeven die die suggestie versterken, ook al blijft dit verder onuitgesproken. Elke herinnering lijkt de aanzet te zijn tot een volgende, en zoals zo vaak met herinneringen, heeft ook de hoofdpersoon geen controle over wat er precies aan de oppervlakte komt. Zo herinnert hij zich niet alleen mooie momenten, maar komen ook minder fraaie ogenblikken bovendrijven.
Meer dan een opeenvolging van enkele herinneringen aan vrouwen brengt dit boekje niet. Het is geen afgerond verhaal waar een clou in zit en er valt voor de lezer ook geen duidelijk besluit uit te trekken of een levensles uit te puren. Het straalt heel erg de sfeer van Parijs in de ‘Golden Sixties’ uit, bevolkt door een generatie die zich niet al te erg wil vastpinnen aan een vaste planning en voor wie geld verdienen niet de eerste basisbehoefte is. Omdat het hoofdpersonage precies even oud is als Modiano, voelt het boek vooral aan als een verzameling van jeugdherinneringen van de auteur zelf. De lezer wandelt met hem mee door Parijs, en de straten die bewandeld worden, maar ook bepaalde huizen, worden erg in detail beschreven. Wandelingen hebben overdag plaats, maar evengoed
‘s nachts. Wie de details leest, kan niet anders dan aannemen dat Modiano die wandelingen zelf ook gemaakt heeft.
Het boek is erg nostalgisch. Dit soort nostalgie kan niet geschreven worden door een jonge auteur. Je hebt er iemand voor nodig die de nostalgie zelf kan voelen. Modiano is uiteraard zo’n persoon. Het verhaal op zich stelt niet zoveel voor en het boek moet het dan ook vooral hebben van het overbrengen van het gevoel achter de herinneringen. Modiano kan die nostalgie zeer goed overbrengen op papier en de lezer voelt die dan ook heel goed aan. Maar daarom ook vraagt het boek om lezers die nostalgie kunnen herkennen. Jongere lezers die nog niet genoeg jaren op de teller staan hebben om ergens nostalgisch over te kunnen worden, zullen zich moeilijk met het geschrevene kunnen identificeren. Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen dat dit boekje vooral door de ervarener lezer gewaardeerd zal worden.
Reageer op deze recensie