Geweldig idee, prima vastgepakt, helaas niet vastgehouden
Smoke speelt zich af in een alternatieve Victoriaanse maatschappij in Engeland, zo’n eeuw geleden. Het alternatieve eraan is dat mensen Rook – met hoofdletter – afscheiden via lichaamsopeningen en poriën. Rook is een uiting van zonde, in denken of doen, en dat maakt dat mensen niet in staat zijn hun zonden voor anderen te verbergen. Het inademen van Rook maakt mensen bovendien agressief.
Smoke […] can have many colours. Often it is light and grey, almost white, with no more odour than a struck match. Then there is yellow Smoke, dense and wet like fog. Blue Smoke that smells acrid, like spoiled milk, and seems to disperse almost at once. Once in a while we witness black Smoke, oily and viscous; it will cling to anything it touches. […] forty-three varieties.
Rook zorgt ook voor Roet. Het maakt kleren, muren, straten en rivieren zwart. Niets en niemand is bijgevolg ooit echt schoon. In die setting vinden we onze drie hoofdpersonen terug: Thomas, Charlie en Livia, ieder van hen tieners uit de betere klasse. Die klasse probeert in een schone omgeving te leven en daarbij hoort discipline. Enkel door discipline kan men vermijden dat men rookt. Thomas en Charlie ontmoeten elkaar voor het eerst in Oxford in een elite-internaat voor rijke jongens waar die discipline aangeleerd wordt. Thomas’ vader is echter een moordenaar en daarom wordt Thomas streng in de gaten gehouden. Want, zo gelooft men, zonde zit in de genen. Een van de leraren op school, Dr. Renfrew, Master of Smoke and Ethics, heeft dat ook kunnen afleiden door het Roet dat Thomas afscheidt scheikundig te onderzoeken.
Enkele maanden na hun ontmoeting vertrekken de beide jongens naar het landhuis van een oom van Thomas om er de kerstperiode door te brengen. Daar ontmoeten ze Thomas’ hautaine nicht Livia, zijn door Rook gek geworden oom, zijn geheimzinnige tante, en een neef bij wiens Thomas’ donkere genen verbleken. Algauw bevinden ze zich midden in een intrige die hen op de vlucht jaagt, richting Londen, een in Rook ondergedompelde, gevaarlijke stad.
Het idee voor Smoke kreeg Dan Vyleta (1960) door een passage uit Charles Dickens’ Dombey and Son. Hierin beeldt Dickens zich in dat zonden en ziekten als een dikke, donkere wolk zijn die boven een stad hangt en erop neerdaalt, om ze helemaal te besmetten. Vyleta heeft die metafoor geleend en uitgewerkt tot een eigen verhaal. Dat Vyleta erg beïnvloed is door Dickens merk je verder ook aan de heel bloemrijke en wat ouderwetse taal waarin hij dit verhaal neergepend heeft.
Aan de lay-out van het boek is grote zorg besteed. De zes delen van het boek zijn ieder voorzien van een schutblad met daarop een tekening met veel krullen en een citaat. Ook de titels van de hoofdstukken zijn versierd met gekrulde symbolen en zelfs de scheidingen van de paragrafen zijn sierlijker dan de klassieke drie asterisken. Die sierlijkheid en details passen ook weer perfect bij de sfeer van het boek, en bij Dickens.
Het boek begint krachtig en maakt je nieuwsgierig. Je wil weten hoe het zit met die Rook. Hebben de mensen altijd gerookt, of is er ooit iets gebeurd waardoor ze zijn gaan roken? Zal Rook ooit weer verdwijnen? Waarom is Rook besmettelijk? Vyleta voedt deze vragen door wat de drie hoofdpersonages meemaken en ontdekken. Het wordt snel duidelijk dat niets is wat het lijkt en dat er een aantal duistere geheimen aan Rook verbonden zijn.
Tot iets over halfweg bouwt de climax zich op en is het lezen van dit boek één groot plezier, maar dan plots lijkt de geest uit de fles. Het tempo vertraagt en de plot zakt in tot er eigenlijk niets meer gebeurt. Het verhaal sleept zich voort, de nieuwe evoluties in het boek zijn allesbehalve geweldig, en ook de ontknoping valt tegen. Veel vragen blijven uiteindelijk onbeantwoord en het boek dooft zachtjes uit, vervliegt als ... juist ... rook. Hoe jammer!
Reageer op deze recensie