Korte verhalen van een constant en hoog niveau
Wiljan van den Akker (1954) is als hoogleraar en vicerector verbonden aan de Universiteit Utrecht. Als gevolg daarvan publiceerde hij decennialang heel wat wetenschappelijk werk. In 2008 debuteerde hij voor het eerst met eigen, niet-wetenschappelijk werk en leverde de dichtbundel De afstand af. Er volgden nog twee dichtbundels en in 2015 publiceerde hij voor het eerst een roman, samen met zijn echtgenote Esther Jansma. Verdwaald kan opnieuw als een debuut beschouwd worden want met deze bundel verhalen waagt de auteur zich voor het eerst aan proza zonder samenwerking met andere auteurs.
Voor Verdwaald bedacht de auteur achttien korte en één langer verhaal. In deze verhalen staat meestal één personage centraal en in bijna alle verhalen is dat steeds een ander personage. Zo is er het verhaal van een oude man die ooit, na de zelfmoord van zijn vrouw, doden uit de rivier begon op te vissen en ze met klei ging mummificeren. Een andere man ontdekt fraude bij de bank waar hij werkt en maakt daar handig gebruik van. Er is ook het verhaal van een brug over een rivier die twee delen van een dorp verbindt, maar waarop een vloek rust, waardoor de bewoners de brug slechts tot de helft kunnen betreden en elkaar niet kunnen bereiken. De auteur verkent hoe grote maar soms ook heel kleine gebeurtenissen de levens van de geïmpacteerden beïnvloeden.
Sommige verhalen horen samen. Het ene is een gevolg van het andere, of ze vertellen beide hetzelfde maar gezien vanuit een ander standpunt. De inname van Jeruzalem door de christenen is hier een voorbeeld van. In het ene verhaal vertelt een gevluchte moslim wat er gebeurde, in het andere een christelijke bevelhebber. De auteur creëert een prachtig voorbeeld van hoe geschiedenis gekleurd wordt door wie ze (be)schrijft. Het enige langere verhaal bestaat uit diverse hoofdstukken die zich alle in een andere stad afspelen. In elke stad wordt een ander personage gevolgd. Ze hebben niets met elkaar te maken maar toch bestaat er een verband tussen elke personage en het voorgaande.
Van den Akker schrijft heel helder en brengt de lezer steeds meteen in de juiste stemming die bij het verhaal past. Alhoewel de verhalen licht experimenteel te noemen zijn, met af en toe een realiteit die afwijkt van de onze, zijn de afwijkingen zo klein en subtiel dat ook de lezers die graag met de voeten op de grond blijven, moeiteloos mee kunnen en – belangrijk – mee zullen willen. Dit is geen zweverig of mystiek boek of een boek vol rariteiten, maar een eenvoudige collectie fijne vondsten die meermaals een aha-erlebnis bij de lezer ontlokken als deze doorkrijgt hoe het verhaal aangrijpt bij een voorgaand, of wat precies de catch is. De neiging om een verhaal, of een ander dat er verband mee houdt, te herlezen op zoek naar herkenningspunten die eerder gemist werden, is dan ook vaak groot.
In de meeste bundels met korte verhalen wisselt de kwaliteit van verhaal tot verhaal. Ze bevatten wat sterker materiaal maar ook altijd wel enkele heel zwakke verhalen. In dit geval echter is de kwaliteit van elk van de verhalen bijzonder hoog. Soms is het idee heel goed, soms is het alleen maar de uitwerking die het verhaal goed maakt, of spreekt het personage tot de verbeelding, maar altijd is er wel wat dat je blijft aantrekken. Deze bundel bevat geen overbodige verhalen die nergens op slaan of bladvullertjes lijken. Geen enkel verhaal blaast je echt van je sokken, maar omdat ze allemaal bovengemiddeld goed zijn, laat Van den Akker je met een heel voldaan gevoel achter.
Reageer op deze recensie