Steeds beter
Sinds M.J. Arlidge (1974) met de thrillerreeks rond inspecteur Helen Grace begon, gaat het hard voor de schrijver. Alhoewel hij al jaren schrijver van televisiescripts was, maakte hij met deze reeks zijn debuut als boekenschrijver, en brak er meteen mee door. De eerste, Iene miene mutte, was meteen een schot in de roos en sindsdien publiceert hij ongeveer iedere zes maanden een nieuw deel. Ondanks het hoge tempo waaraan hij de boeken laat verschijnen, blijft het enthousiasme van de fans zo hoog dat hij tegenwoordig ook een kort verhaal tussen twee boeken publiceert om aan de vraag om meer te kunnen voldoen. Ook Karin Slaughter bedient zich al een tijdje van dit recept en fans zijn er alleen maar blij om en tasten gretig in de portemonnee.
Het is aan de boeken te merken dat Arlidge scriptschrijver is. Alle boeken razen vooruit en de hoofdstukken zijn altijd kort, waardoor de lezer als in een moderne tv-serie van de ene scène naar de andere flitst. De plots zijn ook heel erg gefocust op actie. We komen wel wat over de personages te weten maar al bij al blijft onze kennis van hun achtergrond vrij beperkt. Het enige wat ze bijna allemaal gemeen hebben, is dat ze zelden stabiel in het leven staan. Arlidges manier van schrijven en zijn disfunctionele personages slaan duidelijk aan, want nieuwe boeken in de reeks zijn in geen tijd aan een volgende druk toe.
Er zit een rode draad in de verhalen en die draait rond het verleden van Helen Grace en haar zus, maar de boeken zijn steeds prima los van elkaar te lezen. Naar bed, naar bed, deel vijf in de reeks, eindigde echter met een cliffhanger waar het volgende deel wel op aan móest sluiten. Arlidge zorgt hiermee voor een kleine stijlbreuk door twee boeken aan elkaar te koppelen. Wie niet weg is is nog altijd perfect afzonderlijk te lezen echter, daar heeft Arlidge goed zorg voor gedragen. Maar als je deel vijf nog moet lezen, is de ontknoping van dat boek natuurlijk geen verrassing meer.
Wie niet weg is begint in de gevangenis, waar Helen Grace opgesloten zit. Ze zit er in voorarrest in afwachting van haar proces, op beschuldiging van meervoudige moord. Als ex-politie-inspecteur heeft ze het er niet gemakkelijk en verkeert er zelfs in gevaar want de meeste gevangenen willen maar wat graag iemand van de politie te grazen nemen. Ze moet voortdurend op haar hoede zijn en vrienden maken lukt amper. De spanning neemt toe wanneer een van de gevangenen ‘s nachts in haar cel vermoord en verminkt wordt, en escaleert als in de dagen erop nog twee gevangenen het slachtoffer worden van wat een seriemoordenaar blijkt. Voor de ex-collega’s van Helen staat haar schuld vast. Het dossier tegen haar lijkt waterdicht en Helen kijkt meer dan waarschijnlijk aan tegen een decennialange opsluiting. Enkel collega en vriendin Charlie Brooks weigert zich daarbij neer te leggen en is ervan overtuigd dat Grace slachtoffer geworden is van een secuur opgezette val. Zij zet haar job en relatie op het spel, op zoek naar de waarheid, maar het ziet er naar uit dat ze deze race tegen de klok zal verliezen.
Aan het succesvolle recept van Arlidge, dat hierboven reeds werd beschreven, is ook in dit boek niets veranderd. Oude wijn in nieuwe zakken? Jawel, en toch heeft Arlidge weer beet. Lezers zullen gewillig in dit aas bijten want er zit helemaal nog geen sleet op de reeks. Meer nog, de schrijver slaagt er nog steeds in beter te worden. Na de verfrissende verrassing die het eerste deel in de reeks was in thrillerland, mogen we met genoegen vaststellen dat nummertje zes het (voorlopig?) beste deel van de reeks is.
Reageer op deze recensie