Sneller, snediger, gewelddadiger en beter dan de voorganger
Roberto Saviano (1979) heeft zich met zijn boeken over de Napolitaanse maffia heel wat problemen op de hals gehaald. Al sinds 2006 leeft hij ondergedoken, heeft hij permanente politiebescherming nodig, en heeft hij Italië zelfs een tijd moeten verlaten uit veiligheidsredenen. Ondanks dat blijft hij over het onderwerp schrijven en werkt hij samen met heel wat gerenommeerde internationale kranten aan artikelen over de maffia.
Na de gebeurtenissen in De kinderen in de sleepnetten, dat vorig jaar in het Nederlands verscheen, zijn de kinderen van de kinderparanza (dit is een kindermaffia) uit de verarmde wijk Forcella in Napels, klaar voor een nieuw hoogtepunt. Ze zijn geen jonge knaapjes meer maar vrijwel allemaal achttien nu, en dat maakt het voor hen gevaarlijker. De maffiawet die bepaalt dat aan kinderen niet geraakt wordt en die hen tot nu toe heeft beschermd, loopt stilaan op zijn eind. Nicolas, alias de Maradja, officieus leider van de kinderparanza, wil de drugshandel in zijn wijk helemaal in handen van zijn bende zien, en bij voorkeur ook uitbreiden. Maar de volwassen bendes laten zich niet zomaar opzijzetten. Hij ziet zich genoodzaakt om een pact te sluiten met een andere familie om de concurrentie uit te kunnen schakelen. Of hij ervaren genoeg is om alle intriges een stap voor te zijn, is nog maar de vraag.
Wie dit boek wil lezen, moet weten dat Wrede kus een vervolg is op De kinderen in de sleepnetten dat niet los van het eerste deel te lezen is. Voorkennis is nodig om alles te kunnen volgen. Wie de eerste episode overleefde of vermoord werd, of hoe de verhoudingen tussen de kinderen of de maffiafamilies liggen, wordt in dit vervolg immers zonder verdere verduidelijking gebruikt.
Het verhaal is zoals het vorige snel en snedig geschreven, maar Saviano heeft nog een versnelling hoger geschakeld. De jongeren leven er op los en dat straalt de schrijfstijl helemaal uit. Ze hebben een eigen taal die in het originele boek de Napolitaanse straattaal benadert. De auteur heeft ingrepen gedaan om alles begrijpelijk te houden, dat wel. Op zijn beurt heeft de vertaler van beide delen, Jan van der Haar, opnieuw gezocht naar een manier om dat ook in het Nederlands weer te geven, zonder de Napolitaanse authenticiteit te breken. Daarom heeft hij er wijselijk voor gekozen om de jongeren niet een of andere Hollands streekdialect in de mond te leggen.
Wrede kus is nog gewelddadiger dan de voorganger. In het eerste boek reden de jongeren nog vooral rond op hun brommertjes terwijl ze drugs dealden, en waren ze nog apetrots op hun eerste handrevolver. Ondertussen zijn ze zware wapens gewend en schieten ze concurrenten dood alsof het om te gooien kegels van een bowlingspel zijn. Er sneuvelt in het boek dan ook nogal wat. Glas, interieurs, voertuigen, mensen. Niet voor gevoelige zieltjes, dit.
Het taalgebruik en de extreme ideeën over minderheden of andere rassen kunnen sommigen schofferen. Van lezers wordt daarom toch enig relativeringsvermogen gevraagd. Hier wordt een groep uit de maatschappij belicht die een eigen moraal heeft en weinig empathie, en het stoere gedrag dat hoort bij het zoeken naar een eigen identiteit van adolescenten, vindt men bij de jongeren van de kinderparanza logischerwijs in veelvoud terug.
Wrede kus is beter dan De kinderen in de sleepnetten. Omdat de jongeren ouder zijn, zijn ze ook geloofwaardiger in hoe ze geroutineerde gangsters te slim af zijn. In sommige fragmenten geven deze jongeren al blijk van beginnende volwassenheid. Er zit nog steeds geen boodschap in het verhaal, al kan de lezer er met enige goede wil wel een distilleren uit hoe het afloopt. Verder is het een kwestie van moorden of vermoord worden, van de eerste tot de laatste bladzijde. Maar het is onderhoudend, verveelt niet, en enkele van de personages zijn stilaan toch oude bekenden geworden, wat het boek ten goede komt.
Reageer op deze recensie