Bijzonder krachtige getuigenis over een verwoest leven
Édouard Louis (1992), geboren als Eddy Bellegueule maar sinds 2013 officieel van naam veranderd, is Fransman. Hij groeide op in armoede en had erg te lijden onder het alcoholisme van zijn vader. Men ‘verdacht’ hem ervan homo te zijn nog voor hij zelf enig benul had van seksualiteit en hij werd geconfronteerd met racisme. Een goed jaar voor het verschijnen van zijn debuut was hij slachtoffer van een verkrachting. Genoeg stof dus om boeken mee te vullen en dat doet Louis dan ook, drie stuks ondertussen. In zijn debuut, Weg met Eddy Bellegueule, maakt hij een balans op van zijn jeugd. Als het boek verschijnt, is hij pas 21, maar zijn boek zet literair Frankrijk wel op zijn kop. Ze hebben mijn vader vermoord is zijn derde boek, een superdunnetje, waarin hij dieper ingaat op de relatie met zijn vader. Het werd vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre.
“Ik heb vaak het gevoel dat ik van je hou.”
Deze ene zin, die ergens in het eerste hoofdstuk een aparte alinea vormt, is misschien wel de krachtigste zoon-vader-zin ooit geschreven. Een zoon kan zijn vader zeggen dat hij van hem houdt op honderd en één manieren, maar hoe zegt een zoon, wiens vader de signalen van zijn naar warmte hunkerende zoon nooit beantwoordde en zijn zoon zelfs publiekelijk afwees, dat hij ondanks alles toch vermoedt dat hij misschien wel van hem houdt? Louis schrijft er een boek over maar vat met deze ene zin de hele essentie.
“Op een avond zei je in het dorpscafé waar iedereen bij was dat je liever een andere zoon had gehad dan mij. Ettelijke weken wilde ik dood.”
Louis’ boek bedraagt 70 bladzijden, inclusief een voorwoord, nawoord en enkele witbladzijden. In drie hoofdstukken vertelt de schrijver over de relatie met zijn vader en hij richt zich ook steeds direct tot zijn vader. In het eerste hoofdstuk haalt hij een aantal willekeurige herinneringen aan. Hieruit blijkt hoe getroebleerd en gespannen de relaties binnen het gezin waren. Armoede en drank ontwrichtten dit hele huishouden. Louis was duidelijk niet de zoon die zijn vader wenste. Zijn vader beschouwde zijn twee stiefzoons meer als zijn eigen zoons dan zijn biologische zoon. Maar toch, op cruciale momenten bleek Louis’ vader er dan toch te zijn voor zijn zoon. Toen een buschauffeur zijn zoon een draai om zijn oren gaf, nam hij wraak.
“(Ik praat in de verleden tijd over je omdat ik je niet meer ken. De tegenwoordige tijd zou een leugen zijn.)”
Louis is zeer hard voor zijn vader in dit boek. De nonchalance waarmee hij terloops vermeldt dat hij een cadeau van zijn vader verloren is, is als met scherp schieten. Er zou geen kwetsender manier geweest kunnen zijn waarop hij had kunnen vermelden dat de cadeaus van zijn vader hem niets waard zijn.
In het tweede hoofdstuk haalt de schrijver een anekdote aan over een moment waarop hij wraak neemt op zijn beide ouders omdat ze voor hem niet zijn wie ze zouden moeten zijn. In het laatste hoofdstuk tenslotte krijgt de overheid lik op stuk. Met een aantal voorbeelden illustreert hij hoe de opeenvolgende Franse regeringen en presidenten de armen steeds weer raken en hun levens verwoesten, niet in het minst dat van zijn vader die na een arbeidsongeval voortdurend benadeeld wordt door beslissingen van de regering. Édouard Louis eindigt wel op een positieve manier. Hij en zijn vader zijn de laatste jaren nader tot elkaar gekomen, er is veel gepraat, veel onbegrip uit de weg geruimd. De vader wordt milder, gaat zijn zoon ook steeds meer steunen. Louis schrijft heel terecht “[...] dat het de kinderen zijn die hun ouders omturnen en niet andersom”.
“Is het normaal je te schamen omdat je van iemand houdt?”
Weinig woorden, maar veel diepgang. Weinig regels maar tussen de regels staat enorm veel. De pen waarmee Louis schrijft, is duidelijk van kwaliteitsvolle inkt voorzien.
Reageer op deze recensie