Geslaagd begin van een nieuwe serie
Na in razend tempo zes thrillers – drie in 2016, twee in 2017 en een in 2018, met vertalingen die steeds twee jaar later volgden – te hebben geschreven met Erika Foster in de hoofdrol, vond Robert Bryndza (1979) het klaarblijkelijk tijd voor een nieuwe serie. Zonder gezicht, het eerste deel waarin ex-rechercheur Kate Marshall mag schitteren, werd dit keer met veel minder vertraging vertaald, een taak die Willeke Lempens op zich nam. Volgens de Hebbanrecensies nam de eerste serie een aarzelende start met slechts twee sterren, om daarna alsmaar beter te worden. Kan Bryndza dit keer wel van meet af aan overtuigen?
Bij aanvang bevinden we ons in 1995. Kate Marshall is dan nog rechercheur. Het team waarvan ze deel uitmaakt, is op zoek naar een seriemoordenaar die van de pers de bijnaam 'De Kannibaal van Nine Elms' heeft meegekregen. De dader maakt een kleine fout, maar daar heeft Kate voldoende aan om hem te ontmaskeren, iets wat ze bijna met haar leven bekoopt. Het kost haar in ieder geval wel haar carrière. Vijftien jaar later vinden we haar terug als docente criminologie in een rustig kuststadje. Quasi tegelijkertijd wordt ze door twee verschillende mensen gecontacteerd. De ondertussen bejaarde ouders van een jong meisje dat in 1990 spoorloos verdween, menen recent informatie te hebben ontvangen waaruit blijkt dat hun dochter ook een slachtoffer was van de kannibaal. Patholoog-anatoom Alan Hexham contacteert haar dan weer omdat hij vermoedt dat een copycat van de vroegere seriemoordenaar aan het werk is.
Lezers smullen tegenwoordig van thrillers waarin ook de goeden een wat smeuïge achtergrond hebben. De goudeerlijke rechercheur die altijd het rechte pad bewandelt en nooit iets te verbergen heeft gehad, is passé. Met Kate Marshall bedient Bryndza zijn fans op hun wenken, want ze heeft in haar leven onaangename dingen meegemaakt, bewandelde enkele onfrisse zijpaden en heeft bovendien ballen aan haar lijf. Tegelijk is ze niet onrealistisch stoer. Ze twijfelt soms en heeft wel eens last van een emotioneel dipje, wat haar een heel menselijk en geloofwaardig personage maakt. Wat het nieuwe seriepersonage betreft, is Bryndza’s missie in ieder geval geslaagd.
Het verhaal zelf dan. Dat wordt prima ingezet met een lange flashback, en vervolgt daarna met slechts weinig aan achtergrondinformatie betreffende de tussenliggende vijftien jaar. Die komt mondjesmaat binnen, terwijl de gebeurtenissen zich verder ontwikkelen. Korte hoofdstukken van een vijftal bladzijden stuwen de plot vooruit tot aan een climax. De perspectieven liggen meestal bij Kate, maar soms ook bij de kannibaal of zijn moeder, en uiteraard de vermeende copycat. De afwisseling helpt de spanning in stand te houden. Meermaals ook zet de auteur zijn lezers op het verkeerde been. De ontknoping laat zich niet al na een kwart raden, wat prettig is.
Hier en daar maakt Bryndza gebruik van een al te makkelijke oplossing om het verhaal een wending te geven. Een uitermate slim personage dat net op een cruciaal ogenblik erg naïef uit de hoek komt bijvoorbeeld, of een strenge politie-inspecteur die niet te vermurwen is maar dan toch zomaar een duidelijke overtreding van de wet laat passeren omdat de schrijver dat even nodig had. Die passages zijn zeldzaam, maar wel cruciaal voor het verloop van het boek. Zoiets is makkelijker te vergeven als ze weinig impact op het verhaal hebben.
Hoe dan ook is deze nieuwe serie er een die geen herkansing nodig heeft. Het eerste boek staat er meteen, en past prima in het rijtje andere populaire Britse series van auteurs als M.J. Arlidge, Peter James en Bryndza’s eigen 'Erika Foster'-serie. Als deel twee in november verschijnt, zal dat alweer snel bovenaan de verkooplijsten te vinden zijn. Zonder gezicht is daar een uitstekende ambassadeur voor.
Reageer op deze recensie