Lezersrecensie
Niet het beste boek van Daphne du Maurier
Het verhaal over een man zonder scrupules boeit maar roept in dit tijdperk toch vragen op. In 1933 werd er ongetwijfeld anders tegenaan gekeken maar nu heeft het boek een zweem van antisemitisme.
Julius vertelt het levensverhaal van Julius Levy, geboren in een klein Frans dorp in de buurt van Parijs. Zijn moeder stamt uit een Frans geslacht van kooplieden, zijn vader wordt in het begin van het boek neergezet als slap persoon, spelend op zijn fluit. Julius kent niet veel liefde in zijn armoedige jeugd, zijn grootvader brengt hem vooral de beginselen van handel bij, iets voor niets, een motto dat door het hele boek heen terugkomt.
Julius voelt zich nergens thuis totdat hij per toeval in een synagoge terecht komt en ontdekt dat hij Joods is via zijn vaders kant. Duidelijk wordt in het boek dat Joden als een apart slag mensen gezien werd, met een hele eigen mores. En dat is niet altijd positief.
Julius is egocentrisch, geldbelust en heeft geen empathie voor anderen. Het eerste teken dat er iets niet oké is, is als hij met zijn familie moet vluchten voor gevechten. Hij neemt zijn lievelingskat mee op de vlucht, maar doodt haar. Zodat niemand dan hij haar nog kan liefhebben. Zijn vader vermoordt zijn moeder nadat zij hem ontrouw is en zij vluchten naar Tunesië. Daar worden ze opgevangen door een rabbijn. Deze wijze man ziet de intelligentie van Julius in, hoopt dat hij hem op zal volgen maar Julius gebruikt zijn wijze lessen voor heel andere dingen.
Het is moeilijk sympathie te voelen voor deze hoofdpersoon, maar door Daphne du Mauriers talent om een verhaal te vertellen blijf je toch lezen. Met gemengde gevoelens, dat wel.
Julius vertelt het levensverhaal van Julius Levy, geboren in een klein Frans dorp in de buurt van Parijs. Zijn moeder stamt uit een Frans geslacht van kooplieden, zijn vader wordt in het begin van het boek neergezet als slap persoon, spelend op zijn fluit. Julius kent niet veel liefde in zijn armoedige jeugd, zijn grootvader brengt hem vooral de beginselen van handel bij, iets voor niets, een motto dat door het hele boek heen terugkomt.
Julius voelt zich nergens thuis totdat hij per toeval in een synagoge terecht komt en ontdekt dat hij Joods is via zijn vaders kant. Duidelijk wordt in het boek dat Joden als een apart slag mensen gezien werd, met een hele eigen mores. En dat is niet altijd positief.
Julius is egocentrisch, geldbelust en heeft geen empathie voor anderen. Het eerste teken dat er iets niet oké is, is als hij met zijn familie moet vluchten voor gevechten. Hij neemt zijn lievelingskat mee op de vlucht, maar doodt haar. Zodat niemand dan hij haar nog kan liefhebben. Zijn vader vermoordt zijn moeder nadat zij hem ontrouw is en zij vluchten naar Tunesië. Daar worden ze opgevangen door een rabbijn. Deze wijze man ziet de intelligentie van Julius in, hoopt dat hij hem op zal volgen maar Julius gebruikt zijn wijze lessen voor heel andere dingen.
Het is moeilijk sympathie te voelen voor deze hoofdpersoon, maar door Daphne du Mauriers talent om een verhaal te vertellen blijf je toch lezen. Met gemengde gevoelens, dat wel.
1
Reageer op deze recensie