Éen, twee, hij neemt je tattoo mee...
Alison Belsham kwam op het idee van De Tattooverzamelaar toen ze haar eigen tattoo liet zetten. Naar eigen zeggen dacht ze: ‘Niemand kan me dit nu afpakken’, gevolgd door: ‘Maar wat als ze dat wel zouden doen?’ en een verhaalidee was geboren. Ze pitchte haar boek in 2016 op het Pitch Perfect – evenement van het Bloody Scotland Crime Writing Festival en won, waarna uitgevers zich verdrongen om haar een contract aan te bieden. Haar keuze viel uiteindelijk op Orion, de uitgeverij van Ragdoll van Daniel Cole.
De Tattooverzamelaar wordt voornamelijk geschreven vanuit de perspectieven van tatoeëerder Marni Mullins en de onlangs gepromoveerde inspecteur Francis Sullivan. Marni vindt het verminkte lijk van een man en belt, ondanks haar wantrouwen, de politie. Francis probeert de onbekende moordenaar met de hulp van Marni en zijn handlanger Rory op te sporen. Hij stuit echter op een maniak die de tatoeages van slachtoffers afstroopt, en die nog lang niet klaar is met zijn gruwelijke daden.
Belsham verweeft de achtergrondinformatie van haar karakters prachtig in het verhaal. Elk hoofdpersonage heeft zijn eigen verleden en karaktertrekjes, en daarmee ook persoonlijke motieven. Door de perspectiefwisselingen in het boek word je telkens in andere gedachten en acties geslingerd. Het perspectief van de moordenaar zelf is schuingedrukt en gemarkeerd met een ‘X’, om de identiteit geheim te houden. Deze gedachten zijn schokkend, maar houden je geboeid wanneer de dialogen soms teveel worden.
‘Éen, twee, die tattoo neem ik mee
Drie, vier, gevild als een dier
Vijf, zes, mijn lievelingsmes
Zeven, acht, denk niet dat ik wacht’
Als een waar mysterie roept het verhaal allerlei vragen op over de hoofdpersonages zoals: Wat is er vroeger met Marni gebeurd? Waar is de vader van Francis? Niet elke vraag wordt echter beantwoord en hoewel dat in sommige boeken storend kan zijn, komt het in De Tattooverzamelaar enkel realistisch over. Niet elk personage wil namelijk zijn weggestopte geheimen blootgeven en daar heb je als lezer vrede mee.
De Tattooverzamelaar komt over als een film: elk hoofdstuk speelt zich als een scène van Silence of the Lambs af voor je ogen, en het is moeilijk je aandacht en ogen weg te trekken van het verhaal. De personages zijn goed uitgewerkt en voornamelijk de gedachtestromen van de moordenaar zijn heerlijk poëtische en een tikkeltje luguber.
‘Het menselijk lichaam is het ultieme kunstwerk van de natuur, en wanneer we het met onze eigen kunst versieren wordt het nog mooier.’
Het enige minpunt van dit boek is de naam, en dat zal je als lezer van deze recensie niet meteen snappen, maar als lezer van het boek wel. De Engelse titel The Tattoo Thief past namelijk beter, en hoewel het lijkt alsof hier weinig verschil in zit, zorgt het toch voor voorspelbaarheid aan het einde van het boek. Belsham mag trots zijn op dit bloedstollende debuut.
Reageer op deze recensie