In theorie sterk, maar te weinig handvatten voor de praktijk
Het doel van Exit Dyslexie, dat een herziening is van het boek Dwaalspoor dyslexie, is kinderen geletterd maken. Het boek is opgedeeld in twee delen. In het eerste deel betoogd Erik Moonen wat er mis is met bestaande taalmethodes en wat de kenmerken zijn van een goede methode. In het tweede deel van het boek werkt hij zijn methode genaamd de Alfabetcode uit.
Moonen is doctor in de Taal- en Letterkunde. Hij doceert Nederlands en Duits aan de Universiteit Hasselt. Daarnaast besteedt hij veel tijd aan het uitzoeken van wat er fout gaat in het leesonderwijs en hoe dit beter kan. Het boek Exit Dyslexie is daarvan het resultaat.
De titel, Exit Dyslexie. Zeker leren lezen met de Alfabetcode, lijkt te sterk gekozen. Moonen geeft weliswaar een heldere argumentatie bij zijn methode en komt daardoor theoretisch sterk over. Er is echter geen onderzoek verricht naar de werking van de Alfabetcode, waardoor het helemaal niet zeker is dat kinderen aan de hand van deze methode goed leren lezen. Verder richt de Alfabetcode zich ook niet specifiek op kinderen met dyslexie. Wel is het zo dat 85% van de kinderen met dyslexie problemen heeft met het verbinden van letters aan klanken en dat de Alfabetcode juist aan deze verbinding veel aandacht schenkt.
Voor elke basiskoppeling, bijvoorbeeld /i/ in /dik/, wordt in de vorm van een lesplan beschreven hoe je van klank tot letter komt. De aanpak bij het aanleren van de basiskoppelingen is zeer concreet: naast uitleg en een schrijfvoorbeeld met trajectbeschrijving van de letter worden er ook aanwijzingen gegeven voor begeleide inoefening en zelfstandige verwerking. Zodra er meerdere basiskoppelingen behandeld zijn, volgen woordjes en korte zinnetjes. Met dit deel van het boek kan je meteen aan de slag.
Kent het kind alle 42 basiskoppelingen, dan volgen de codeerpatronen zoals /akke/ in /bakken/. Helaas is dit deel van het boek niet concreet uitgewerkt zoals bij de basiskoppelingen. Er staat slechts een korte toelichting bij elk codeerpatroon. Daarna volgen lange lijsten met woorden. Instructies voor inoefening en verwerking ontbreken en ook zijn er geen oefenteksten. Dit nodigt niet uit om actief met dit onderdeel aan de slag te gaan, want het vergt veel voorbereiding van de kant van de lezer om met deze informatie een bruikbare les in elkaar te zetten. Daar zullen de meeste leerkrachten geen tijd voor hebben.
Mogelijk richt Moonen zich daarom ook tot ouders. Hierdoor lijkt het alsof de auteur zelf niet helemaal helder heeft wie zijn doelgroep is. Soms spreekt hij namelijk ouders aan en soms leerkrachten, terwijl de informatie niet specifiek voor een van hen bedoeld is. Ook voor ouders geldt dat zij met de basiskoppelingen goed aan de slag kunnen. Waarschijnlijk hebben zij te weinig kennis en ervaring om daarna vorm te geven aan de vervolgstappen. Hierdoor lijkt dit boek vooral geschikt te zijn om in te zetten bij het aanvankelijk leesonderwijs (groep 3/klas 1).
Het boek bestaat grotendeels uit enorme lijsten met woorden, gerangschikt per basiskoppeling of codeerpatroon. Het is dus geen boek dat je leest om informatie over het onderwerp op te doen. Doordat bij de basiskoppelingen oefenmateriaal summier aanwezig is en bij de onderdelen codeerpatronen en vlot leren lezen zelfs helemaal niet, is dit boek ook geen volledige methode. Het boek heeft nog het meest weg van een leerlijn: Welke stof moet er op de basisschool behandeld worden?
De Alfabetcode is een interessante en goed doordachte, maar niet volledig uitgewerkte methode. Het boek is dan ook beperkt bruikbaar in de praktijk. Voor kinderen die net beginnen met lezen is het goed in te zetten, alhoewel je er wel rekening mee moet houden dat de methode nog niet bewezen effectief is. Na die eerste lessen biedt het boek onvoldoende handvatten om deze methode voort te zetten. Ouders zullen te weinig ervaring hebben om hiermee uit de voeten te kunnen, leerkrachten te weinig tijd. Tot de Alfabetcode getoetst is op effectiviteit en er bijbehorend lesmateriaal bij ontwikkeld is, zal deze methode geen doorbraak in onderwijsland veroorzaken.
Reageer op deze recensie