Meer dan zomaar een familiegeschiedenis
Mar Oomen groeide grotendeels op in Nederland, maar is geboren in Afrika. Over die tijd in Afrika spraken haar ouders echter nauwelijks. Waarom eigenlijk niet? Haar zoektocht naar het antwoord op die vraag leidde tot het boek Missievaders.
In deze familiegeschiedenis beschrijft Oomen hoe haar grootouders in Nederlands-Indië werkten als missionarissen. Een aantal jaar nadat zij zich weer definitief in Nederland gevestigd hebben, gaat ook Oomens vader als missiearts aan de slag. Hij vestigt zich in Afrika. Tegen de tijd dat hij met zijn gezin terugkeert naar Nederland, is het gedachtegoed aan het veranderen. Steeds minder mensen geloven nog in God en de missie is vervangen door de neutralere ontwikkelingshulp. Geen wonder dat er thuis niet veel over die periode in hun leven gesproken werd; missie was ineens een beladen begrip geworden.
Eerder schreef Oomen al Indische Nederlanders in kamp Westerbork en samen met Jos Palm En de goden verhuisden mee. Daarnaast heeft ze gewerkt als bladenmaker, eindredacteur, hoofdredacteur en verhalenschrijver. Oomen is echter niet alleen journalist, ze is ook antropoloog. Van beide disciplines probeert ze het beste te combineren. Met Missievaders laat ze zien dat dit een geslaagde combinatie is.
Voor het schrijven van het boek heeft Oomen gedegen onderzoek gedaan en hierbij verschillende bronnen geraadpleegd, waaronder brieven, foto’s, documenten uit archieven en gesprekken met betrokkenen. Doordat er veel geciteerd wordt uit brieven, gaan de beschreven personen meer leven. Soms lijken gedachten en gevoelens echter voor hen te zijn ingevuld. Daarbij komt dat de informatie die voorhanden is, bijvoorbeeld uit de rondzendbrieven, niet per definitie waarheidsgetrouw hoeft te zijn. Oomen lijkt dit probleem te onderkennen, zo plaatst zij zelf af en toe kanttekeningen bij haar conclusies:
“Eigenlijk had Janus zich vrij makkelijk weten aan te passen aan het ritme van het kampleven, tenminste, die indruk wekt hij in zijn brieven en verslagen.”
Missievaders is niet alleen een journalistiek, maar ook een antropologisch verslag. Als lezer krijg je een goed beeld van het sociale gedrag van westerse missionarissen die in een niet-westerse samenleving wonen. Verrassend is hoe weinig contact Oomens grootouders, en later ook haar ouders, eigenlijk met de plaatselijke bevolking hebben. Dit komt vooral doordat hun superioriteitsgevoel échte interactie in de weg staat. Alleen zij, als katholiek voorbeeldgezin, hebben het juiste geloof, de juiste omgangsvormen en de juiste geneeswijzen. En daar wordt naar gehandeld. Zo vervangt grootmoeder Stans de traditionele dansen door de volgens haar meer fatsoenlijke Nederlandse reidans. Pas als ze allang weer in Nederland woont, beseft grootmoeder Stans dat juist deze houding hun werk belemmerd heeft en schaamt ze zich hiervoor.
Alhoewel de nadruk ligt op het vertellen van het familieverhaal, komt ook de meer algemene geschiedenis aan bod. Doordat Oomen de ervaringen van de familie aan geschiedkundige onderwerpen koppelt, wordt het meer dan zomaar een familiegeschiedenis. Het geeft een goed beeld van hoe de katholieke missie zich ontwikkelde. Tegelijkertijd verklaart het tijdsbeeld het gedrag van de kerk en van de familie. In een tijd waarin het katholieke geloof net weer toegestaan is, terwijl de protestanten al die tijd al hun geloof konden verspreiden, is het begrijpelijk dat de katholieke kerk een inhaalslag wilde maken met het missionariswerk. Alleen werden hierdoor leken zoals Janus en Stans aangemoedigd om op missie te gaan. De historische achtergrond verklaart en verdiept het verhaal.
De alinea’s in het boek die de algemene geschiedenis weergeven zijn helaas niet altijd even makkelijk leesbaar, zeker niet voor lezers die weinig tot geen voorkennis hebben. De geschiedenis wordt namelijk zeer compact beschreven en er is dan ook sprake van een hoge informatiedichtheid. Vanaf hoofdstuk zes, wanneer het missionariswerk van Oomens ouders centraal staat, komt er minder algemene geschiedenis en meer over de familie aan bod en leest het verhaal gemakkelijker weg.
Missievaders is een interessant familieverhaal over twee generaties die beiden op missie gingen, maar bij terugkomst in Nederland heel verschillend gewaardeerd werden. Door de koppeling van dit familieverhaal aan de algemene geschiedenis gaat het boek verder dan het vertellen van een persoonlijk verhaal. Het illustreert de ontwikkeling van het katholieke geloof in Nederland en daarbuiten, en hoe het tijdsbeeld invloed heeft gehad op de ontwikkeling van het missiewerk.
Reageer op deze recensie