Zet niet aan tot actie
Met Wij bepalen de toekomst willen Christiana Figueres en Tom Rivett-Carnac laten zien dat de klimaatcrisis niet een onafwendbare ondergang van de mens betekent, maar dat we zelf in de hand hebben hoe het nu verder zal gaan met onze wereld. We leven in een periode waarin de biochemische processen grotendeels door het handelen van de mens bepaald worden. Dit betekent ook dat als de mens zijn handelen aanpast, we de verdere opwarming van de aarde kunnen voorkomen. De auteurs stellen dat dit noodzakelijk is om te kunnen overleven.
Figueres en Rivett-Carnac hebben als doel om een betere wereld te scheppen voor alle kinderen. Na het mislukken van de conferentie over klimaatverandering in Kopenhagen nam Figueres de verantwoordelijkheid op zich. In Parijs werd in 2015 wél een akkoord gesloten. Rivett-Carnac was CEO van het Carbon Disclosure Project U.S.A. Vanaf 2013 werken Figueres en Rivett-Carnac samen. Ze zijn medeoprichters van Global Optimism, een organisatie die zich richt op sociale en ecologische verandering met als doel de klimaatcrisis te overleven.
In Wij bepalen de toekomst schetsen de auteurs twee beelden: één hoe de wereld er in 2050 uit komt te zien als we de opwarming van de aarde niet een halt toe weten te roepen, en één hoe de wereld eruit komt te zien als we die inspanning wel weten te leveren. Met het eerste scenario laten ze de urgentie zien van het probleem. Het toekomstbeeld, gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, is zeer naargeestig. Opvallend is dat in het tweede scenario de wereld eveneens drastisch veranderd is, met name de leefwijze van mensen. Zo schetsen ze een wereld waarin buren in een nauwe gemeenschap zelf hun voedsel produceren en waar het privébezit van onder andere auto’s verboden is. Het is de vraag of dit alternatieve wereldbeeld mensen aanzet om actie te gaan ondernemen, aangezien verwacht wordt dat zij hun hele levenswijze omgooien en daarbij veel comfort opgeven.
De auteurs gebruiken veelvuldig het woord moeten:
‘[…] moeten we onze persoonlijke verantwoordelijkheid nemen om de onontkoombare waarheid van klimaatverandering en de consequenties te verdedigen.’
‘we moeten ons actiekompas verschuiven van egocentrisch naar natuurgericht.’
‘we moeten af van onze kwantitatieve omgang met producten.’
Hiermee drukken zij de urgentie die zij voelen uit, maar het kan ook averechts werken. Het roept wat irritatie, zelfs wat opstandigheid op om op elke bladzijde wel een of meer dingen te moeten.
Positief in dit boek is dat de auteurs eerst aandacht besteden aan het veranderen van de mindset en daarna pas hun tien actiepunten noemen. Een goede mindset is immers nodig om ervoor te zorgen dat veranderingen in handelswijze blijvend zijn. Helaas is het idee beter dan de uitwerking. Dit ligt met name aan de actiepunten, alhoewel het veranderen van de mindset sommige lezers ook niet zal aanspreken. Elementen als mediteren maken het bijna zweverig. De eerste actiepunten lijken nog steeds meer op de mindset gericht (‘bouw weerstand tegen nostalgie op’ en ‘maak je geest leeg’), daarna volgen een aantal actiepunten die voor de gemiddelde lezer niet haalbaar zijn, zoals het planten van twintig bomen of de politiek ingaan. Natuurlijk zijn er ook punten die wel haalbaar zijn, al zijn deze weinig vernieuwend: word vegetariër, vlieg minder en gebruik thuis minder fossiele brandstoffen.
Er moet veel in dit boek en moeten, dat roept wat weerstand op. Daarbij komt dat adviezen ofwel bekend zijn ofwel niet of nauwelijks uit te voeren zijn. Hoe interessant en urgent de boodschap in dit boek ook is, vertaald door Rob de Ridder, het motiveert niet om in actie te komen.
Reageer op deze recensie