Lezersrecensie
Hoe zwaarte kan zweven
De debuutbundel ploft - door het gewicht letterlijk - op de mat: een witte hard cover in vierkant formaat. Met daarop, behalve de naam van de auteur, niets anders dan de titel in zijn kenmerkende, zwarte handgeschreven koeienletters. Geen illustraties of andere poespas, maar recht op z’n doel af. Het moge duidelijk zijn: Jesse Laport (1991) is op missie.
Wat hij dan precies voor ogen heeft, legt hij meteen uit in de inhoudsopgave: lessen delen, erkenning geven, bemoedigen, de liefde vieren en vooral ‘het luchtig houden’. Dat laatste zit ’em niet alleen in de toon waarop hij over een heftig onderwerp als mentale gezondheid schrijft. Maar ook in hoe hij steeds met maximaal vier rake regels tot de kern weet te komen. Die dankzij de lichte verpakking juist wordt opgetild en blijft hangen, in plaats van in te slaan als een bom.
En daar stopt het nog niet. De ‘lucht’ vind je ook terug in de verrassende vormgevingskeuzes. Om en om trakteert de ene pagina namelijk op het handschrift van de schrijver zelf, en lijkt de volgende vers uit de typemachine te zijn gerold. Zo dein je steeds heen en weer van bijna pagina vullend in your face, naar een oase met ruim wit rondom om als lezer zacht op te landen. Steeds als Laport zijn woorden even ademruimte gunt, geeft hij ons de kans om alles langzaam in te laten dalen. Te doordenken maar vooral te doorvoelen. En buiten dat het sterke contrast in intensiteit tussen de pagina’s en de afwisseling tussen beide bijzonder origineel is, blijkt het ook als schokbreker te fungeren..
Want ondanks dat Laport ze door zijn zonnige invalshoek ineens heel ‘benaderbaar’ maakt, blijf je je ervan bewust dat hij spreekt uit zijn eigen ervaring met mentale klachten. En wel op zo’n totaal open, ‘geen blad voor de mond-manier’ dat je, als je ermee te maken hebt, je ongetwijfeld herkent in zijn struggles. Laport realiseert zich overduidelijk wat ervoor nodig is om zijn missie te laten slagen. Maar meer nog dan dat: hij zet schaamte om in een eremedaille. Door geen twijfel te laten bestaan over de immense prestaties die mensen met deze klachten elke dag weer leveren. Hoe klein en vanzelfsprekend die prestaties ook mogen lijken voor henzelf of de omgeving. “Wie verdorie toch maar mooi is blijven ademen. Voor wie er nog is. Je bent er nog.” (p. 96)
In de ‘voorwoordjes’ bij elk van de vijf hoofdstukken, geeft Laport namelijk een inkijkje in de dagelijkse realiteit van deze - helaas in aantal toenemende - helden. Met sprekende voorbeelden maakt hij duidelijk hoe zij ogenschijnlijk simpele situaties anders kunnen beleven. En misschien nog wel het allerdapperst, is hoe eerlijk Laport laat zien dat ondanks jaren van intensieve therapie en de handvatten die hij daar heeft gekregen, er altijd dagen zullen zijn die zwaarder zijn dan andere. Een gegeven dat misschien allesbehalve hoopvol klinkt, maar toch zo aanvoelt. Juist omdat het besef ervan zo normaliserend werkt. Zoals een van de quotes in de bundel ook luidt: “het moest geen gekte zijn een beetje gek te zijn” (p. 209).
Mocht je nu (nog) denken dat de bundel alleen interessant is als je persoonlijk of in je omgeving te maken hebt met mentale klachten, niets is minder waar. De gevatte quotes zijn zo geformuleerd dat ze ook aanhaken op universele, actuele thema’s als ‘meer in het nu leven’, ‘vergelijkingsdrang’ (dankjewel, social media) en ‘je eigen pad durven kiezen’. We kunnen allemaal wel wat relativering en meer lef gebruiken, toch?! Dus wie je ook bent: laat je inspireren door dit dappere debuut van Laport. In de originele, speelse vondsten vind je ongetwijfeld iets dat je raakt.
Wat hij dan precies voor ogen heeft, legt hij meteen uit in de inhoudsopgave: lessen delen, erkenning geven, bemoedigen, de liefde vieren en vooral ‘het luchtig houden’. Dat laatste zit ’em niet alleen in de toon waarop hij over een heftig onderwerp als mentale gezondheid schrijft. Maar ook in hoe hij steeds met maximaal vier rake regels tot de kern weet te komen. Die dankzij de lichte verpakking juist wordt opgetild en blijft hangen, in plaats van in te slaan als een bom.
En daar stopt het nog niet. De ‘lucht’ vind je ook terug in de verrassende vormgevingskeuzes. Om en om trakteert de ene pagina namelijk op het handschrift van de schrijver zelf, en lijkt de volgende vers uit de typemachine te zijn gerold. Zo dein je steeds heen en weer van bijna pagina vullend in your face, naar een oase met ruim wit rondom om als lezer zacht op te landen. Steeds als Laport zijn woorden even ademruimte gunt, geeft hij ons de kans om alles langzaam in te laten dalen. Te doordenken maar vooral te doorvoelen. En buiten dat het sterke contrast in intensiteit tussen de pagina’s en de afwisseling tussen beide bijzonder origineel is, blijkt het ook als schokbreker te fungeren..
Want ondanks dat Laport ze door zijn zonnige invalshoek ineens heel ‘benaderbaar’ maakt, blijf je je ervan bewust dat hij spreekt uit zijn eigen ervaring met mentale klachten. En wel op zo’n totaal open, ‘geen blad voor de mond-manier’ dat je, als je ermee te maken hebt, je ongetwijfeld herkent in zijn struggles. Laport realiseert zich overduidelijk wat ervoor nodig is om zijn missie te laten slagen. Maar meer nog dan dat: hij zet schaamte om in een eremedaille. Door geen twijfel te laten bestaan over de immense prestaties die mensen met deze klachten elke dag weer leveren. Hoe klein en vanzelfsprekend die prestaties ook mogen lijken voor henzelf of de omgeving. “Wie verdorie toch maar mooi is blijven ademen. Voor wie er nog is. Je bent er nog.” (p. 96)
In de ‘voorwoordjes’ bij elk van de vijf hoofdstukken, geeft Laport namelijk een inkijkje in de dagelijkse realiteit van deze - helaas in aantal toenemende - helden. Met sprekende voorbeelden maakt hij duidelijk hoe zij ogenschijnlijk simpele situaties anders kunnen beleven. En misschien nog wel het allerdapperst, is hoe eerlijk Laport laat zien dat ondanks jaren van intensieve therapie en de handvatten die hij daar heeft gekregen, er altijd dagen zullen zijn die zwaarder zijn dan andere. Een gegeven dat misschien allesbehalve hoopvol klinkt, maar toch zo aanvoelt. Juist omdat het besef ervan zo normaliserend werkt. Zoals een van de quotes in de bundel ook luidt: “het moest geen gekte zijn een beetje gek te zijn” (p. 209).
Mocht je nu (nog) denken dat de bundel alleen interessant is als je persoonlijk of in je omgeving te maken hebt met mentale klachten, niets is minder waar. De gevatte quotes zijn zo geformuleerd dat ze ook aanhaken op universele, actuele thema’s als ‘meer in het nu leven’, ‘vergelijkingsdrang’ (dankjewel, social media) en ‘je eigen pad durven kiezen’. We kunnen allemaal wel wat relativering en meer lef gebruiken, toch?! Dus wie je ook bent: laat je inspireren door dit dappere debuut van Laport. In de originele, speelse vondsten vind je ongetwijfeld iets dat je raakt.
1
Reageer op deze recensie