Lezersrecensie
Ladders van schuim
Een tot mijn verbeelding sprekende cover. Alleen daarom al wil ik het boek graag lezen. En als lezer word je niet teleurgesteld. De rivier meandert op de achtergrond mee in het leven van Peter Bolder.
Zijn beste vriend woont zelfs op een woonark.
Ladders van schuim, is in een rustig tempo geschreven maar het boeit vanaf het begin.
Het eerste deel brengt de lezer terug naar de jaren tachtig en word je opgenomen in het leven van Peter die in een arbeiderswijk opgroeit. Een sympathiek jochie dat meteen mijn hart steelt.
Jan P. Meijers weet op een indringende manier de belevingswereld van de jongen te beschrijven. Je voelt de verbijstering als zijn eerste zelfgemaakte modelvliegtuigje door zijn moeder uit zijn handen wordt geslagen en op de vloer in stukken uiteen valt. Als lezer ervaar je het moment dat de wereld stil staat voor Peter wanneer de bommenwerper ( van karig zakgeld gespaard) daarna koelbloedig door haar bijeengeveegd wordt en in de prullenbak verdwijnt.
Ik dacht; Wat een rotmoeder. Al snel blijkt ze dat absoluut niet te zijn.
Op een natuurlijke manier schetst Meijers de gezinssituatie en de perikelen uit die tijd. Herkenbaar is de rust en eenvoud. Ouders getrouwd. Moeder thuis. Recht toe recht aan, maar ook de vooroordelen. De hokjesgeest. Als arbeiderskind speel je alleen met de kinderen uit jouw straat. Peter niet, hij heeft een vriend uit een “beter milieu”. Een jongen waar hij tegenop kijkt. Waar een onderliggende rivaliteit ontstaat, en die een leuke oudere zus heeft.
Het tweede deel brengt Peters pubertijd. Peter gaat niet zoals de rest van zijn klasgenoten naar de LTS. Dat geeft een conflict in de buurt. Hij gaat er dapper mee om. Ook al is hij gevoelig en hecht hij grote waarde aan de mening van zijn ouders, vooral van zijn moeder, hij wil haar ontzien en vertelt haar niets over zijn problemen. Als lezer ga je Peter stoer vinden. Hij is sterk. Niet door te vechten, maar vooral door zichzelf te blijven.
Zijn lichaam verandert. Meisjes worden interessanter. Een bepaald lichaamsdeel wordt opstandig. Peter ook wel een beetje. Puistjes dienen zich aan.
Het mooiste hoofdstuk is wat mij betreft de introductie van de lerares Frans op de middelbare school. Een dikke pluim voor Jan P. Meijers hoe hij een kokerrok tot leven brengt door de ogen van een puber. Alsof je in zijn hoofd zit, meekijkt, meevoelt. En geen enkel woord van de schrijver dat de beleving verstoord.
Op de achtergrond de dreigingen van de tachtiger jaren. Peter lijkt er niet erg van onder de indruk. Normen en waarden veranderen. Zijn zus gaat samenwonen in plaats van trouwen. De moeder die aan oude gewoontes vast wil houden. De vader is flexibeler.
Peter voelt zich echter verbonden met de gedachtegang van zijn moeder. Eén of geen.
In deel drie laat Meijers de worstelingen van Peters verliefdheid zien. Hoe hij zijn eigen waarheid trouw probeert te blijven is op een bepaalde manier zelfs vertederend. Het komt realistisch over. Zo is hij. Zo voelt hij het werkelijk.
Zijn vriendin schudt hem uiteindelijk wakker. De pijlers van zijn bestaan gaan wankelen als hij beseft dat ze gelijk heeft.
Meer wil ik er niet over verklappen.
De schrijfstijl van Jan P. Meijers is prettig en zelfverzekerd. Soms ook zinnenprikkelend en wat uitdagend.
Net zoals in zijn vorige boek “Weg zonder bestemming”, schrijft de auteur dicht op de huid. De hoofdpersoon wordt iemand die je kent. Iemand waar je van gaat houden.Op een subtiele manier laat Meijers zien hoe Peter gaandeweg zijn ouders en zijn afkomst ontgroeid.
Het boek is een aanrader.
Zijn beste vriend woont zelfs op een woonark.
Ladders van schuim, is in een rustig tempo geschreven maar het boeit vanaf het begin.
Het eerste deel brengt de lezer terug naar de jaren tachtig en word je opgenomen in het leven van Peter die in een arbeiderswijk opgroeit. Een sympathiek jochie dat meteen mijn hart steelt.
Jan P. Meijers weet op een indringende manier de belevingswereld van de jongen te beschrijven. Je voelt de verbijstering als zijn eerste zelfgemaakte modelvliegtuigje door zijn moeder uit zijn handen wordt geslagen en op de vloer in stukken uiteen valt. Als lezer ervaar je het moment dat de wereld stil staat voor Peter wanneer de bommenwerper ( van karig zakgeld gespaard) daarna koelbloedig door haar bijeengeveegd wordt en in de prullenbak verdwijnt.
Ik dacht; Wat een rotmoeder. Al snel blijkt ze dat absoluut niet te zijn.
Op een natuurlijke manier schetst Meijers de gezinssituatie en de perikelen uit die tijd. Herkenbaar is de rust en eenvoud. Ouders getrouwd. Moeder thuis. Recht toe recht aan, maar ook de vooroordelen. De hokjesgeest. Als arbeiderskind speel je alleen met de kinderen uit jouw straat. Peter niet, hij heeft een vriend uit een “beter milieu”. Een jongen waar hij tegenop kijkt. Waar een onderliggende rivaliteit ontstaat, en die een leuke oudere zus heeft.
Het tweede deel brengt Peters pubertijd. Peter gaat niet zoals de rest van zijn klasgenoten naar de LTS. Dat geeft een conflict in de buurt. Hij gaat er dapper mee om. Ook al is hij gevoelig en hecht hij grote waarde aan de mening van zijn ouders, vooral van zijn moeder, hij wil haar ontzien en vertelt haar niets over zijn problemen. Als lezer ga je Peter stoer vinden. Hij is sterk. Niet door te vechten, maar vooral door zichzelf te blijven.
Zijn lichaam verandert. Meisjes worden interessanter. Een bepaald lichaamsdeel wordt opstandig. Peter ook wel een beetje. Puistjes dienen zich aan.
Het mooiste hoofdstuk is wat mij betreft de introductie van de lerares Frans op de middelbare school. Een dikke pluim voor Jan P. Meijers hoe hij een kokerrok tot leven brengt door de ogen van een puber. Alsof je in zijn hoofd zit, meekijkt, meevoelt. En geen enkel woord van de schrijver dat de beleving verstoord.
Op de achtergrond de dreigingen van de tachtiger jaren. Peter lijkt er niet erg van onder de indruk. Normen en waarden veranderen. Zijn zus gaat samenwonen in plaats van trouwen. De moeder die aan oude gewoontes vast wil houden. De vader is flexibeler.
Peter voelt zich echter verbonden met de gedachtegang van zijn moeder. Eén of geen.
In deel drie laat Meijers de worstelingen van Peters verliefdheid zien. Hoe hij zijn eigen waarheid trouw probeert te blijven is op een bepaalde manier zelfs vertederend. Het komt realistisch over. Zo is hij. Zo voelt hij het werkelijk.
Zijn vriendin schudt hem uiteindelijk wakker. De pijlers van zijn bestaan gaan wankelen als hij beseft dat ze gelijk heeft.
Meer wil ik er niet over verklappen.
De schrijfstijl van Jan P. Meijers is prettig en zelfverzekerd. Soms ook zinnenprikkelend en wat uitdagend.
Net zoals in zijn vorige boek “Weg zonder bestemming”, schrijft de auteur dicht op de huid. De hoofdpersoon wordt iemand die je kent. Iemand waar je van gaat houden.Op een subtiele manier laat Meijers zien hoe Peter gaandeweg zijn ouders en zijn afkomst ontgroeid.
Het boek is een aanrader.
1
3
Reageer op deze recensie