Hebban recensie
Matige extase in Rome
David Hewson (Engeland, 1953) brak in Nederland door met De Vaticaanse moorden, het eerste boek met rechercheur Nic Costa. De Romeinse lusthof is het zesde vertaalde boek in de serie (in totaal zijn er acht Nic Costa-boeken). In de wijk Ortaccio, een rosse buurt die ooit door de pausen in het leven werd geroepen, worden in een atelier een dode man en een dode vrouw aangetroffen. De man is gekleed, de vrouw ligt naakt op een chaise longue. Aan de muur hangt een onbekend erotisch schilderij van de renaissance schilder Caravaggio.
De dader is nog in de buurt. Nic Costa treft hem aan op een binnenplaats. De man draagt een bivakmuts. Tijdens de achtervolging krijgt Nic Costa steun van zijn vrouw (een ex-agente) die door de dader wordt doodgeschoten. De man met de bivakmuts weet te ontkomen.
De politie staat voor een raadsel. De dode man in het atelier is een bekende kruimeldief van wie niemand zich kan voorstellen dat die iets met de moord te maken heeft. De naakte vrouw is een Franse kunsthistorica die voor het Louvre werkt. Voor haar dood heeft ze seks gehad. Haar dij is bewerkt met een mes. De inkervingen vertonen hetzelfde patroon dat ook terug te vinden is op doeken van Caravaggio. Nic Costa en zijn team krijgen steun van zuster Agata, een expert op het gebied van de zeventiende-eeuwse schilderkunst. Het spoor leidt naar een groep invloedrijke Romeinen, die zichzelf de Ekstatici noemen en uit zijn op zinnelijk genot ongeacht de consequenties. De heren staan boven de wet. In ieder geval worden ze van hogerhand beschermd en lijkt de politie machteloos.
Spil en as in De Romeinse lusthof is het leven en werk van de schilder Caravaggio (1571 1610). Deze schilder leidde een tumultueus bestaan. Na doodslag vluchtte hij uit Rome weg. David Hewson laat het leven van de schilder herleven door de persoon van zuster Agata. Ook Nic Costa is liefhebber van Caravaggio en weet het nodige over diens levensloop en werk op te dissen. Een schilderij van vierhonderd jaar geleden als sleutel voor een recente misdaad. David Hewson heeft genoeg materiaal in handen om van De Romeinse Lusthof een tweede Da Vinci Code te maken. Helaas slaagt hij niet in die opzet. De personages zijn nogal vlak, de dialogen onnatuurlijk en onhandig, de handelingen voorspelbaar of te ongeloofwaardig. Was De Romeinse lusthof een pageturner geweest waar de spanning van afspatte, dan zou je David Hewson al die minpuntjes kunnen vergeven, maar het verhaal komt nooit echt van de grond. Daar voor is het politiewerk te saai, wordt er te weinig voortgang geboekt, weet de lezer vanaf het begin wie de kwade genius is en leggen de speurders zich veel te veel neer bij de opvatting dat sommige mensen boven de wet staan en toch niet te pakken zijn. Grootste probleem vind ik hoofdpersoon Nic Costa die paginas lang vergeten lijkt te zijn dat zijn vrouw net is omgebracht. Ongeloofwaardig dus. Net zoals de truc die David Hewson aan het eind van het boek uit de hoge hoed tovert om de zaak in beweging te brengen. Ik zal de scène niet verraden maar het tafereel heeft iets potsierlijks.
Wat rest is het decor van Rome. David Hewson die een appartement in de stad heeft weet Rome en haar geschiedenis prima tot leven te wekken. Jammer dat het alleen bij een decor blijft.
De dader is nog in de buurt. Nic Costa treft hem aan op een binnenplaats. De man draagt een bivakmuts. Tijdens de achtervolging krijgt Nic Costa steun van zijn vrouw (een ex-agente) die door de dader wordt doodgeschoten. De man met de bivakmuts weet te ontkomen.
De politie staat voor een raadsel. De dode man in het atelier is een bekende kruimeldief van wie niemand zich kan voorstellen dat die iets met de moord te maken heeft. De naakte vrouw is een Franse kunsthistorica die voor het Louvre werkt. Voor haar dood heeft ze seks gehad. Haar dij is bewerkt met een mes. De inkervingen vertonen hetzelfde patroon dat ook terug te vinden is op doeken van Caravaggio. Nic Costa en zijn team krijgen steun van zuster Agata, een expert op het gebied van de zeventiende-eeuwse schilderkunst. Het spoor leidt naar een groep invloedrijke Romeinen, die zichzelf de Ekstatici noemen en uit zijn op zinnelijk genot ongeacht de consequenties. De heren staan boven de wet. In ieder geval worden ze van hogerhand beschermd en lijkt de politie machteloos.
Spil en as in De Romeinse lusthof is het leven en werk van de schilder Caravaggio (1571 1610). Deze schilder leidde een tumultueus bestaan. Na doodslag vluchtte hij uit Rome weg. David Hewson laat het leven van de schilder herleven door de persoon van zuster Agata. Ook Nic Costa is liefhebber van Caravaggio en weet het nodige over diens levensloop en werk op te dissen. Een schilderij van vierhonderd jaar geleden als sleutel voor een recente misdaad. David Hewson heeft genoeg materiaal in handen om van De Romeinse Lusthof een tweede Da Vinci Code te maken. Helaas slaagt hij niet in die opzet. De personages zijn nogal vlak, de dialogen onnatuurlijk en onhandig, de handelingen voorspelbaar of te ongeloofwaardig. Was De Romeinse lusthof een pageturner geweest waar de spanning van afspatte, dan zou je David Hewson al die minpuntjes kunnen vergeven, maar het verhaal komt nooit echt van de grond. Daar voor is het politiewerk te saai, wordt er te weinig voortgang geboekt, weet de lezer vanaf het begin wie de kwade genius is en leggen de speurders zich veel te veel neer bij de opvatting dat sommige mensen boven de wet staan en toch niet te pakken zijn. Grootste probleem vind ik hoofdpersoon Nic Costa die paginas lang vergeten lijkt te zijn dat zijn vrouw net is omgebracht. Ongeloofwaardig dus. Net zoals de truc die David Hewson aan het eind van het boek uit de hoge hoed tovert om de zaak in beweging te brengen. Ik zal de scène niet verraden maar het tafereel heeft iets potsierlijks.
Wat rest is het decor van Rome. David Hewson die een appartement in de stad heeft weet Rome en haar geschiedenis prima tot leven te wekken. Jammer dat het alleen bij een decor blijft.
1
Reageer op deze recensie