Lezersrecensie
Een surreëel avontuur in het hart van Brugge
Deze recensie werd eerder gepubliceerd op mijn blog GraagGelezen.
Nadine Monfils weet opnieuw te verrassen met haar derde deel in de reeks over het kunstenaarspaar Magritte en Georgette. In 'De spoken van Brugge' worden we meegezogen in een mysterieuze zoektocht vol onverwachte wendingen.
“Je gaat niet naar Brugge of Damme om iets nieuws te zien, maar om de ziel van vroeger te ontdekken, op ‘t gemak een lekker biertje te drinken, eens goed te lachen, de geur van koffie op te snuiven die uit de ijzeren koffiepot komt…
...Zelfs de spoken houden je er gezelschap… En sommige zijn naar verluidt echte plaaggeesten!”
Het verhaal opent met een schokkende ontdekking: Charles Bogaert, de buurman van Magritte ligt dood in zijn huis en wanneer de buurvrouw samen met Magritte en Georgette gaan kijken, blijken zowel de buurman als een kostbaar schilderij te zijn verdwenen.
Het gaat hier om Magrittes schilderij ‘Le principe du plaisir’ wat in het bezit was van deze buurman.
Het ongewone duo, bestaande uit de excentrieke schilder en zijn nuchtere echtgenote, wordt al snel verwikkeld in een mysterie dat hen naar het middeleeuwse Brugge voert. Ook hun hondje Loulou mag mee op zoek.
“Het was tijd voor Louloutjes pateetje en de wereld had op haar kop kunnen staan, van dat heilige ritueel werd niet afgeweken.
Georgette zag lijkbleek. Wat een verschrikkelijk gezicht, het oudje met doorgestoken ogen bleef door haar hoofd spoken zou haar nachtrust bederven, dat wist ze. Nare dromen die naar binnen sluipen, trage mieren, babyhoofdjes met dichtgenaaide ogen, die als dronken spinnen op gelede pootjes rondwaggelen.
Ze doolde rond als een zombie. Het leek alsof ze naar het schavot moest.”
Monfils weet de surrealistische wereld van Magritte's schilderijen op een verrassende manier te verweven met de historische setting van Brugge. De stad zelf wordt een personage in het verhaal, met haar donkere grachten, geheimzinnige kloosters en spookachtige verhalen.
Wat dit boek zo vermakelijk maakt, is de humoristische ondertoon. De interacties tussen Magritte en Georgette zijn vaak hilarisch, en de auteur speelt met de clichés van het detectivegenre op een verfrissende manier. Ondanks de luchtige toon, blijft het mysterie boeiend en worden er genoeg hints gegeven om de lezer aan het denken te zetten.
Voor liefhebbers van zowel kunst als misdaadromans is dit boek een absolute aanrader. Monfils slaagt erin om een spannend verhaal te vertellen, terwijl ze tegelijkertijd een inkijkje geeft in het leven van een van de grootste kunstenaars van de 20e eeuw.
Ik kreeg regelmatig een glimlach op mijn gezicht tijdens het lezen van dit detectiveverhaal met een vleugje surrealisme.
Nadine Monfils weet opnieuw te verrassen met haar derde deel in de reeks over het kunstenaarspaar Magritte en Georgette. In 'De spoken van Brugge' worden we meegezogen in een mysterieuze zoektocht vol onverwachte wendingen.
“Je gaat niet naar Brugge of Damme om iets nieuws te zien, maar om de ziel van vroeger te ontdekken, op ‘t gemak een lekker biertje te drinken, eens goed te lachen, de geur van koffie op te snuiven die uit de ijzeren koffiepot komt…
...Zelfs de spoken houden je er gezelschap… En sommige zijn naar verluidt echte plaaggeesten!”
Het verhaal opent met een schokkende ontdekking: Charles Bogaert, de buurman van Magritte ligt dood in zijn huis en wanneer de buurvrouw samen met Magritte en Georgette gaan kijken, blijken zowel de buurman als een kostbaar schilderij te zijn verdwenen.
Het gaat hier om Magrittes schilderij ‘Le principe du plaisir’ wat in het bezit was van deze buurman.
Het ongewone duo, bestaande uit de excentrieke schilder en zijn nuchtere echtgenote, wordt al snel verwikkeld in een mysterie dat hen naar het middeleeuwse Brugge voert. Ook hun hondje Loulou mag mee op zoek.
“Het was tijd voor Louloutjes pateetje en de wereld had op haar kop kunnen staan, van dat heilige ritueel werd niet afgeweken.
Georgette zag lijkbleek. Wat een verschrikkelijk gezicht, het oudje met doorgestoken ogen bleef door haar hoofd spoken zou haar nachtrust bederven, dat wist ze. Nare dromen die naar binnen sluipen, trage mieren, babyhoofdjes met dichtgenaaide ogen, die als dronken spinnen op gelede pootjes rondwaggelen.
Ze doolde rond als een zombie. Het leek alsof ze naar het schavot moest.”
Monfils weet de surrealistische wereld van Magritte's schilderijen op een verrassende manier te verweven met de historische setting van Brugge. De stad zelf wordt een personage in het verhaal, met haar donkere grachten, geheimzinnige kloosters en spookachtige verhalen.
Wat dit boek zo vermakelijk maakt, is de humoristische ondertoon. De interacties tussen Magritte en Georgette zijn vaak hilarisch, en de auteur speelt met de clichés van het detectivegenre op een verfrissende manier. Ondanks de luchtige toon, blijft het mysterie boeiend en worden er genoeg hints gegeven om de lezer aan het denken te zetten.
Voor liefhebbers van zowel kunst als misdaadromans is dit boek een absolute aanrader. Monfils slaagt erin om een spannend verhaal te vertellen, terwijl ze tegelijkertijd een inkijkje geeft in het leven van een van de grootste kunstenaars van de 20e eeuw.
Ik kreeg regelmatig een glimlach op mijn gezicht tijdens het lezen van dit detectiveverhaal met een vleugje surrealisme.
1
Reageer op deze recensie