Lezersrecensie
Een beklemmende duik in de diepte. Je bent een gevangene van het verhaal; weglopen is geen optie.
Deze recensie werd eerder gepubliceerd op mijn blog GraagGelezen.
Jacqueline Harpman neemt ons met 'Ik die nooit een man heb gekend' mee naar een claustrofobische wereld, diep onder de grond. Een wereld waar tijd en herinneringen geen grip meer hebben en waar veertig vrouwen gevangen zitten in een onzichtbare kooi, waaronder de vertelster.
Het verhaal draait om het jonge meisje die als laatste (veertigste) in deze benauwde ruimte terechtkomt en al snel een centrale rol blijkt te spelen in het lot van de anderen. Ze was nog maar een kind toen ze opgesloten werd en heeft daarom geen herinneringen aan iets anders. De anderen willen haar onwetend houden.
De vrouwen worden in de gaten gehouden door een drietal ongenaakbare bewakers dat niet praat en plotseling afgelost kunnen worden door drie andere bewakers. Deze bewakers jagen de vrouwen angst aan door hun zweep te laten knallen. De vrouwen kunnen zich geen van allen herinneren hoe ze daar terecht zijn gekomen, ze hebben geen besef van tijd en de herinneringen over hoe hun leven geweest was, zijn minimaal. Ze mogen elkaar absoluut niet aanraken en missen ieder besef van tijd. Het enige waaruit ze af kunnen leiden hoe lang ze in de kooi gezeten hebben is de groei van het kleine meisje. Deze ik-figuur heeft helemaal geen herinneringen en stelt vragen aan de anderen, maar de meeste vragen worden niet beantwoord.
“Théa, die de intelligentste was, begreep onmiddellijk dat de inhoud van het geheim er niet echt toe deed, maar het feit dat je kunt zeggen dat je een geheim hebt (en geloofd wordt), in een situatie waar iedereen elkaar voortdurend in de gaten houdt. Maar de vrouwen vonden dat te ingewikkeld, ze duwden Théa geërgerd opzij en eisten dat ik mijn geheim zou prijsgeven.”
Wanneer ze, nadat er ineens een alarm afgaat en de bewakers in paniek vluchten kunnen ontsnappen uit hun kooi, is de ik-figuur ongeveer vijftien jaar. Ze stappen naar buiten, in het licht en treffen daar een uitgestrekt landschap aan. Het is een dor landschap waarin ze in terecht gekomen zijn en waar geen andere mensen te vinden zijn, zelfs hun bewakers zijn nergens te bekennen! Hierop besluiten ze om niet daar te blijven maar elders te gaan leven.
Nadat ze jaren voortsukkelen in hun levens, komen ze in aanraking met ziektes, dood en ouderdom. De groep dunt uit totdat uiteindelijk de ik-figuur als enige overgebleven is. Ze heeft berekend dat ze inmiddels zestig jaar moet zijn en heeft een eigen onderkomen en beseft dat ook zijzelf eens zal overlijden. Dan is er niemand meer. Ze besluit haar verhaal op te schrijven…
“Ik had niet naar die dode vrouwen gekeken omdat ik dat zelf wilde, ik had mezelf ertoe gedwongen en ik had ze niet echt goed in me opgenomen, behalve dan die ene met haar uitgestrekte arm. Ik bedacht dat ik eigenlijk hypocriet was geweest en kwam tot de ontdekking dat je, als er niemand is om tegen te liegen, tegen jezelf kunt liegen, wat ik wel raar vond.”
Harpman schetst een angstaanjagend beeld van een post-apocalyptische wereld, zonder dat ze expliciet uitlegt wat er boven de grond is gebeurd. De focus ligt op de psychologische impact van de gevangenschap op de vrouwen. Hoe overleven ze? Hoe houden ze hun verstand bij? En wat betekent het om mens te zijn in een wereld zonder toekomst?
Dit boek is geschikt voor lezers die van een donkere, beklemmende sfeer houden en geïnteresseerd zijn in verhalen over menselijke veerkracht en overleven. Het is ook een aanrader voor liefhebbers van dystopische literatuur en vrouwelijke vriendschap.
Harpman creëert een beklemmende sfeer die je als lezer volledig in haar greep houdt. Het boek raakt aan diepgaande thema's als identiteit, verlies, hoop en het belang van menselijke verbinding.
Het verhaal is origineel, mysterieus en angstaanjagend met een einde om U tegen te zeggen. Als lezer ben je een gevangene van het verhaal; weglopen is geen optie.
Jacqueline Harpman neemt ons met 'Ik die nooit een man heb gekend' mee naar een claustrofobische wereld, diep onder de grond. Een wereld waar tijd en herinneringen geen grip meer hebben en waar veertig vrouwen gevangen zitten in een onzichtbare kooi, waaronder de vertelster.
Het verhaal draait om het jonge meisje die als laatste (veertigste) in deze benauwde ruimte terechtkomt en al snel een centrale rol blijkt te spelen in het lot van de anderen. Ze was nog maar een kind toen ze opgesloten werd en heeft daarom geen herinneringen aan iets anders. De anderen willen haar onwetend houden.
De vrouwen worden in de gaten gehouden door een drietal ongenaakbare bewakers dat niet praat en plotseling afgelost kunnen worden door drie andere bewakers. Deze bewakers jagen de vrouwen angst aan door hun zweep te laten knallen. De vrouwen kunnen zich geen van allen herinneren hoe ze daar terecht zijn gekomen, ze hebben geen besef van tijd en de herinneringen over hoe hun leven geweest was, zijn minimaal. Ze mogen elkaar absoluut niet aanraken en missen ieder besef van tijd. Het enige waaruit ze af kunnen leiden hoe lang ze in de kooi gezeten hebben is de groei van het kleine meisje. Deze ik-figuur heeft helemaal geen herinneringen en stelt vragen aan de anderen, maar de meeste vragen worden niet beantwoord.
“Théa, die de intelligentste was, begreep onmiddellijk dat de inhoud van het geheim er niet echt toe deed, maar het feit dat je kunt zeggen dat je een geheim hebt (en geloofd wordt), in een situatie waar iedereen elkaar voortdurend in de gaten houdt. Maar de vrouwen vonden dat te ingewikkeld, ze duwden Théa geërgerd opzij en eisten dat ik mijn geheim zou prijsgeven.”
Wanneer ze, nadat er ineens een alarm afgaat en de bewakers in paniek vluchten kunnen ontsnappen uit hun kooi, is de ik-figuur ongeveer vijftien jaar. Ze stappen naar buiten, in het licht en treffen daar een uitgestrekt landschap aan. Het is een dor landschap waarin ze in terecht gekomen zijn en waar geen andere mensen te vinden zijn, zelfs hun bewakers zijn nergens te bekennen! Hierop besluiten ze om niet daar te blijven maar elders te gaan leven.
Nadat ze jaren voortsukkelen in hun levens, komen ze in aanraking met ziektes, dood en ouderdom. De groep dunt uit totdat uiteindelijk de ik-figuur als enige overgebleven is. Ze heeft berekend dat ze inmiddels zestig jaar moet zijn en heeft een eigen onderkomen en beseft dat ook zijzelf eens zal overlijden. Dan is er niemand meer. Ze besluit haar verhaal op te schrijven…
“Ik had niet naar die dode vrouwen gekeken omdat ik dat zelf wilde, ik had mezelf ertoe gedwongen en ik had ze niet echt goed in me opgenomen, behalve dan die ene met haar uitgestrekte arm. Ik bedacht dat ik eigenlijk hypocriet was geweest en kwam tot de ontdekking dat je, als er niemand is om tegen te liegen, tegen jezelf kunt liegen, wat ik wel raar vond.”
Harpman schetst een angstaanjagend beeld van een post-apocalyptische wereld, zonder dat ze expliciet uitlegt wat er boven de grond is gebeurd. De focus ligt op de psychologische impact van de gevangenschap op de vrouwen. Hoe overleven ze? Hoe houden ze hun verstand bij? En wat betekent het om mens te zijn in een wereld zonder toekomst?
Dit boek is geschikt voor lezers die van een donkere, beklemmende sfeer houden en geïnteresseerd zijn in verhalen over menselijke veerkracht en overleven. Het is ook een aanrader voor liefhebbers van dystopische literatuur en vrouwelijke vriendschap.
Harpman creëert een beklemmende sfeer die je als lezer volledig in haar greep houdt. Het boek raakt aan diepgaande thema's als identiteit, verlies, hoop en het belang van menselijke verbinding.
Het verhaal is origineel, mysterieus en angstaanjagend met een einde om U tegen te zeggen. Als lezer ben je een gevangene van het verhaal; weglopen is geen optie.
1
Reageer op deze recensie