Lezersrecensie
Aangrijpend verhaal met een dapper einde
Ingrid heeft in eenvoudige bewoording een aangrijpend verhaal geschreven over de vierjarige Jochem, die spoorloos verdwijnt in de supermarkt, terwijl hij een ijsje koopt en zijn moeder Marlies bij de groentenafdeling vertelt met tante Lies.
De lezer zit meteen in het verhaal door de eerste zin:
‘Waarom raakte ze in paniek? Jochem liep hier vast ergens rond in de supermarkt of was naar buiten gelopen, naar een vriendje.
Marlies zocht nog even door alle gangpaden, maar zag hem niet.’
Marlies rent naar buiten; niks te zien van haar mannetje.
Ze belt haar man John die thuis is en meteen de deur open doet om te kijken of hij Jochem ziet; misschien is hij wel naar huis gelopen denkt hij.
Tante Lies fietst de route naar hun huis, maar ziet geen Jochem.
Als duidelijk wordt dat hun zoon echt weg is wordt de politie ingeschakeld en gaat er een amber alert uit.
Op camerabeelden van de supermarkt is te zien hoe Jochem vrolijk zwaaiend naar iemand toeloopt richting uitgang …
Naar wie zwaait hij? Is het een bekende?
De dorpsbewoners leven mee met de familie en starten een zoekactie.
Ze houden hun kinderen angstvallig in de gaten. Je weet tenslotte nooit…
De ouders zijn ten einde raad als Jochem na weken nog steeds niet is gevonden.
‘Een kind is zo kwetsbaar, zo ontwapenend en het mooiste wat er is’.
Marlies gaat vanaf het begin zelf op onderzoek uit. Ze ondervraagt iedereen in het dorp waarvan ze denkt dat ze meer weten of misschien wel de dader kan zijn.
Sommige mensen begrijpen haar, anderen voelen zich aangevallen met alle gevolgen van dien.
Na de geboorte van hun oudste zoon Marnix kreeg Marlies een postnatale depressie en werd hiervoor opgenomen.
Dorpsgenoten zijn dit niet vergeten en er wordt dan ook druk gespeculeerd en geroddeld. Marlies heeft iets te maken met de verdwijning van Jochem beweren boze tongen.
Is dit ook zo?
Ingrid weet de beleefwereld van Marlies goed te verwoorden. Jammer genoeg zou dit taalkundig net iets beter kunnen.
In de korte hoofdstukken maken we kennis met een aantal dorpsgenoten, wel of niet verdacht in de ogen van Marlies.
Daarnaast wordt de gezinssituatie beschreven, na de verdwijning van Jochem; hoe Marlies geobsedeerd raakt en haar denkbeeld regelmatig niet meer onder controle krijgt.
De gevoelswereld van John en Marnix wordt realistisch weergegeven; de angst die zij voelen nu Marlies vaker weggaat en uren wegblijft. Vragen die door Johns hoofd schieten … de twijfel die toeslaat is die terecht?
Is ze weer ziek in haar hoofd? De dokter heeft medicijnen voorgeschreven, maar neemt ze die wel?
‘Alles gaat mis. Alles in mijn leven. Ik had het zo mooi onder controle, het ging fantastisch’.
De auteur weet de vinger op de gevoelige plek te leggen: de vooroordelen die men heeft bij iemand die ooit een depressie had.
Een zieke geest die je als kind oploopt door de manier waarop je opgevoed wordt en hoe dat je volwassen leven beïnvloedt.
Verdriet, machteloosheid, radeloosheid en angst waar ouders mee te maken kunnen krijgen komen ruimschoots aan bod.
Al vrij snel wordt duidelijk wie de dader is.
In de cursief gedrukte tekst, die door het hele boek aanwezig is en waarin de gedachten van de dader staat, is spanning merkbaar aanwezig; het verhaal opzicht kent weinig benauwde momenten met uitzondering aan het eind van het verhaal.
Het psychologische effect van de vermissing van een kind daarentegen wordt voortreffelijk en meelevend beschreven.
‘Toch zijn mensen niet te begrijpen. Als het verdriet te groot is, kun je dingen doen die je niet voor mogelijk had gehouden’.
‘Hij ging ijsjes halen’ is een fijn boek om te lezen. Ik zou het willen omschrijven als psychologische roman.
De situatie en de daarbij behorende emoties zullen de meeste lezers waarschijnlijk niet onberoerd laten.
Het boek heeft een dapper einde.
Verhaal: 4****
Taalkundig: 3½***
Spanning: 3***
Psychologie: 4****
Leesplezier: 3½***
De lezer zit meteen in het verhaal door de eerste zin:
‘Waarom raakte ze in paniek? Jochem liep hier vast ergens rond in de supermarkt of was naar buiten gelopen, naar een vriendje.
Marlies zocht nog even door alle gangpaden, maar zag hem niet.’
Marlies rent naar buiten; niks te zien van haar mannetje.
Ze belt haar man John die thuis is en meteen de deur open doet om te kijken of hij Jochem ziet; misschien is hij wel naar huis gelopen denkt hij.
Tante Lies fietst de route naar hun huis, maar ziet geen Jochem.
Als duidelijk wordt dat hun zoon echt weg is wordt de politie ingeschakeld en gaat er een amber alert uit.
Op camerabeelden van de supermarkt is te zien hoe Jochem vrolijk zwaaiend naar iemand toeloopt richting uitgang …
Naar wie zwaait hij? Is het een bekende?
De dorpsbewoners leven mee met de familie en starten een zoekactie.
Ze houden hun kinderen angstvallig in de gaten. Je weet tenslotte nooit…
De ouders zijn ten einde raad als Jochem na weken nog steeds niet is gevonden.
‘Een kind is zo kwetsbaar, zo ontwapenend en het mooiste wat er is’.
Marlies gaat vanaf het begin zelf op onderzoek uit. Ze ondervraagt iedereen in het dorp waarvan ze denkt dat ze meer weten of misschien wel de dader kan zijn.
Sommige mensen begrijpen haar, anderen voelen zich aangevallen met alle gevolgen van dien.
Na de geboorte van hun oudste zoon Marnix kreeg Marlies een postnatale depressie en werd hiervoor opgenomen.
Dorpsgenoten zijn dit niet vergeten en er wordt dan ook druk gespeculeerd en geroddeld. Marlies heeft iets te maken met de verdwijning van Jochem beweren boze tongen.
Is dit ook zo?
Ingrid weet de beleefwereld van Marlies goed te verwoorden. Jammer genoeg zou dit taalkundig net iets beter kunnen.
In de korte hoofdstukken maken we kennis met een aantal dorpsgenoten, wel of niet verdacht in de ogen van Marlies.
Daarnaast wordt de gezinssituatie beschreven, na de verdwijning van Jochem; hoe Marlies geobsedeerd raakt en haar denkbeeld regelmatig niet meer onder controle krijgt.
De gevoelswereld van John en Marnix wordt realistisch weergegeven; de angst die zij voelen nu Marlies vaker weggaat en uren wegblijft. Vragen die door Johns hoofd schieten … de twijfel die toeslaat is die terecht?
Is ze weer ziek in haar hoofd? De dokter heeft medicijnen voorgeschreven, maar neemt ze die wel?
‘Alles gaat mis. Alles in mijn leven. Ik had het zo mooi onder controle, het ging fantastisch’.
De auteur weet de vinger op de gevoelige plek te leggen: de vooroordelen die men heeft bij iemand die ooit een depressie had.
Een zieke geest die je als kind oploopt door de manier waarop je opgevoed wordt en hoe dat je volwassen leven beïnvloedt.
Verdriet, machteloosheid, radeloosheid en angst waar ouders mee te maken kunnen krijgen komen ruimschoots aan bod.
Al vrij snel wordt duidelijk wie de dader is.
In de cursief gedrukte tekst, die door het hele boek aanwezig is en waarin de gedachten van de dader staat, is spanning merkbaar aanwezig; het verhaal opzicht kent weinig benauwde momenten met uitzondering aan het eind van het verhaal.
Het psychologische effect van de vermissing van een kind daarentegen wordt voortreffelijk en meelevend beschreven.
‘Toch zijn mensen niet te begrijpen. Als het verdriet te groot is, kun je dingen doen die je niet voor mogelijk had gehouden’.
‘Hij ging ijsjes halen’ is een fijn boek om te lezen. Ik zou het willen omschrijven als psychologische roman.
De situatie en de daarbij behorende emoties zullen de meeste lezers waarschijnlijk niet onberoerd laten.
Het boek heeft een dapper einde.
Verhaal: 4****
Taalkundig: 3½***
Spanning: 3***
Psychologie: 4****
Leesplezier: 3½***
1
Reageer op deze recensie