Erg spannende jeugdthriller voor zowel jongens als meisjes

Sophie McKenzie, onder meer bekend van de jeugdthrillers Vermist en Meisje vermist, komt opnieuw met een angstaanjagende thriller voor de jeugd. Ditmaal gaat het om een huiveringwekkend tweeluik waarvan het vervolg in de zomer verschijnt met de titel Elke seconde telt. Het boek is vertaald door Marie-Louise van Dongen.

Bij een bomaanslag in Londen heeft Charlie haar moeder verloren. Na twee verhuizingen probeert ze zich aan te passen en verder te gaan, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Als ze bevriend raakt met Jas, ontdekt ze dat Jas en haar tweelingbroer Nat ook nog dagelijks kampen met de gevolgen van de aanslag. Naarmate ze hen beter leert kennen, komt ze erachter dat Nat op zijn laptop met verontrustende zaken bezig is. Charlie leest hier angstaanjagende berichten en komt erachter dat Nat meer weet over de bomaanslag dan hij heeft laten blijken. Iets klopt er niet en Charlie is vastbesloten om daarachter te komen.

In dit verhaal worden thema’s als bomaanslagen, racisme en geweld niet uit de weg gegaan. Op een redelijk ongecompliceerde manier worden deze verwerkt in het verhaal, zodat jongere lezers vanaf een jaar of twaalf dit boek goed kunnen lezen. Toch wordt er voldoende angst en spanning gecreëerd waardoor het boek in de categorie jeugdthrillers valt. Het taalgebruik is relatief simpel en goed te begrijpen, ondanks dat er enkele ingewikkeldere woorden werden gebruik zoals ‘eerlijkheidshalve’, ‘verordonneerd’ en ‘gedemoraliseerd’. Deze woorden vallen wellicht buiten de woordenschat van 12- of 13-jarigen en lijken hierdoor minder geschikt in dit verhaal.

Deze woorden verder buiten beschouwing gelaten, leest het verhaal wel erg vlot. De korte hoofdstukken en grotere interpunctie zorgen ervoor dat er veel vaart in het verhaal zit. Het is gemakkelijk om zo tien hoofdstukken achter elkaar te lezen. Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat er regelmatig tijdsprongen plaatsvinden. Soms van enkele uren, tot enkele dagen of zelfs een hele week. Door deze sprongen slaat de auteur onbelangrijkere zaken over om een goed tempo in het verhaal te houden. Alle interessante en spannende gebeurtenissen rondom Nat en Charlie worden goed uitgewerkt zonder te veel op details in te gaan. Hierdoor blijft de focus gericht.

De auteur maakt per hoofdstuk gebruik van perspectiefwisselingen tussen Nat en Charlie. Doordat er zowel een jongen en een meisje als hoofdpersonages zijn gekozen, is dit boek interessant voor beide groepen. Charlie komt echter wat nonchalant over in haar gedrag. Ze maakt soms opmerkingen of beslissingen zonder er goed over na te denken. Dit zorgt ervoor dat identificatie met Charlie wat lastiger is. Nat en Charlie zijn niet altijd samen, vervolgen soms ook hun eigen pad. Dit zorgt ervoor dat je als lezer meer informatie krijgt dan de hoofdpersonages en levert tegelijkertijd meer spannende momenten op. Veel hoofdstukken eindigen op een spannend moment of met een kleine cliffhanger. Een slimme truc van McKenzie om de aandacht van haar lezers bij het verhaal te houden en hen uit te dagen om verder te blijven lezen.

‘Voordat mijn ogen gewend waren aan het duister, werd er een gehandschoende hand voor mijn mond geslagen. Meteen daarna kreeg ik een vochtige doek tussen mijn lippen gedrukt. Geschrokken hapte ik naar adem. Ik rook een zure, chemische lucht en plotseling werd alles donker.’

De opbouw van het verhaal is erg sterk. Vanaf de eerste pagina bevat het boek actie en avontuur. Lezers zullen 1 seconde af en toe met bezwete handen omklemmen. Charlies zoektocht naar de waarheid achter de informatie die ze via Nat heeft gevonden, komt realistisch over. De laatste hoofdstukken van het boek bevatten nog enkele verrassingen. Nat en Charlie worden volledig voor het blok gezet en moeten moeilijke beslissingen nemen om zelf te overleven. Gelukkig kunnen we over enkele maanden al verder te lezen als het vervolg Elke seconde telt op 30 juni verschijnt.