Lezersrecensie
Realistische en ontroerende roman over een geïsoleerd gezin met psychische problemen
Janke Reitsma (1988) is schrijver en gedragswetenschapper. Zij studeerde literaire fictie aan de Schrijversvakschool Groningen. Eerder schreef ze twee korte verhalen in het literair tijdschrift Liter en won ze een aantal schrijfwedstrijden. In 2021 debuteerde ze met haar roman Niets ontgaat ons, waarvoor ze inspiratie vond in een nieuwsbericht dat ze las over een gezinsdrama. Haar roman werd uitgegeven bij Mozaiek.
De veertienjarige Koen leeft met zijn ouders een teruggetrokken bestaan in het Waddengebied. Het gezin vormt samen een front tegen mensen van buitenaf. Wanneer de psychische klachten van zijn moeder terugkeren tijdens haar zwangerschap proberen hij en zijn vader er alles aan te doen om haar stabiel te houden. Zijn zusje Aukje wordt geboren met een zeldzame chromosoomafwijking en zal haar eerste levensjaar niet halen. Koens ouders laten de zorg voor zijn zusje afweten en daarom besluit Koen Aukje mee te nemen naar - wat hij noemt - het paradijs.
Reitsma beschrijft een hartverscheurend gezinsdrama dat onder je huid gaat kruipen. Ze portretteert feilloos een gezin dat ontwricht wordt door de vele problematiek die er speelt: een instabiele moeder met zware stemmingswisselingen, een norse vader die alle hulp van buitenaf afslaat, bemoeienis van familie en een pasgeboren kind met een zeldzame ziekte. Door haar achtergrond als gedragswetenschapper weet Reitsma, die dagelijks te maken heeft met gezinsproblematiek, de chaotische gebeurtenissen en de dynamiek binnen het gezin realistisch neer te zetten.
In de eerste zin wordt de bedrukte sfeer van het beklemmende verhaal al meteen gezet. Koen moet schrijnende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat zijn psychisch zieke moeder niet het huis op stelten gaat zetten of gekke dingen gaat uitvreten. De intense spanning tussen moeder en zoon is voelbaar.
In twee verhaallijnen wisselt Reitsma de problematiek in het gezin af met Koens tocht naar het paradijs. In de verhaallijn die steeds ‘De tocht’ wordt genoemd wandelt Koen met Aukje naar een specifieke plek op het wad. Waarom wil Koen naar deze plek? Waarom noemt hij dit het paradijs? En waarom neemt hij Aukje mee? Dat zijn vragen die onder meer maken dat Reitsma de spanning in de roman weet te houden. Pas richting het einde wordt duidelijk wat Koen van plan is.
Naast de wringende spanning binnen het gezin is de kennismaking met de natuur in de roman een aangename afwisseling. Die afwisseling zorgt ervoor dat het verhaal lucht krijgt en niet te zwaarmoedig aanvoelt. De auteur is gedetailleerd in haar prachtige beschrijvingen van het Waddengebied en de dieren:
“ We rustten op een droger gedeelte van het eiland waar bundeltjes helm- en biestarwegras groeiden en de eerste kleine lila bloemen van de zeeraket tevoorschijn waren gekomen.” (p. 167)
Hoofdpersonage Koen laat een onuitwisbare indruk achter op de lezer. Het verhaal wordt beschreven vanuit het oogpunt van Koen als ik-verteller. Reitsma laat duidelijk zien dat de keuzes die Koen maakt, worden beïnvloed door zijn opvoeding. Hij houdt niet van mensen, net als zijn vader, maar de liefde voor zijn nieuwe zusje is aandoenlijk. Terwijl zijn ouders steeds meer hun handen van Aukje aftrekken, probeert Koen juist de plek van zijn ouders voor Aukje in te vullen en voor haar te zorgen. Schrijnend is dan ook dat een veertienjarige jongen zo aan zijn lot wordt overgelaten. Maar Reitsma geeft zelf geen oordeel over Koens ouders of Koen’s keuzes. Zij laat dat oordeel over aan de lezer. Als het einde van het boek nadert, besluit Koen een onverwacht drastisch besluit te nemen dat je de adem beneemt.
Janke Reitsma schrijft een onuitwisbaar debuut dat je bij blijft. Ze zet een realistische roman neer over een geïsoleerd gezin dat totaal ontwricht raakt en een veertienjarige hoofdpersonage dat weet te ontroeren met de liefde voor zijn zusje. Aan het einde van het verhaal ontkom je niet.
De veertienjarige Koen leeft met zijn ouders een teruggetrokken bestaan in het Waddengebied. Het gezin vormt samen een front tegen mensen van buitenaf. Wanneer de psychische klachten van zijn moeder terugkeren tijdens haar zwangerschap proberen hij en zijn vader er alles aan te doen om haar stabiel te houden. Zijn zusje Aukje wordt geboren met een zeldzame chromosoomafwijking en zal haar eerste levensjaar niet halen. Koens ouders laten de zorg voor zijn zusje afweten en daarom besluit Koen Aukje mee te nemen naar - wat hij noemt - het paradijs.
Reitsma beschrijft een hartverscheurend gezinsdrama dat onder je huid gaat kruipen. Ze portretteert feilloos een gezin dat ontwricht wordt door de vele problematiek die er speelt: een instabiele moeder met zware stemmingswisselingen, een norse vader die alle hulp van buitenaf afslaat, bemoeienis van familie en een pasgeboren kind met een zeldzame ziekte. Door haar achtergrond als gedragswetenschapper weet Reitsma, die dagelijks te maken heeft met gezinsproblematiek, de chaotische gebeurtenissen en de dynamiek binnen het gezin realistisch neer te zetten.
In de eerste zin wordt de bedrukte sfeer van het beklemmende verhaal al meteen gezet. Koen moet schrijnende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat zijn psychisch zieke moeder niet het huis op stelten gaat zetten of gekke dingen gaat uitvreten. De intense spanning tussen moeder en zoon is voelbaar.
In twee verhaallijnen wisselt Reitsma de problematiek in het gezin af met Koens tocht naar het paradijs. In de verhaallijn die steeds ‘De tocht’ wordt genoemd wandelt Koen met Aukje naar een specifieke plek op het wad. Waarom wil Koen naar deze plek? Waarom noemt hij dit het paradijs? En waarom neemt hij Aukje mee? Dat zijn vragen die onder meer maken dat Reitsma de spanning in de roman weet te houden. Pas richting het einde wordt duidelijk wat Koen van plan is.
Naast de wringende spanning binnen het gezin is de kennismaking met de natuur in de roman een aangename afwisseling. Die afwisseling zorgt ervoor dat het verhaal lucht krijgt en niet te zwaarmoedig aanvoelt. De auteur is gedetailleerd in haar prachtige beschrijvingen van het Waddengebied en de dieren:
“ We rustten op een droger gedeelte van het eiland waar bundeltjes helm- en biestarwegras groeiden en de eerste kleine lila bloemen van de zeeraket tevoorschijn waren gekomen.” (p. 167)
Hoofdpersonage Koen laat een onuitwisbare indruk achter op de lezer. Het verhaal wordt beschreven vanuit het oogpunt van Koen als ik-verteller. Reitsma laat duidelijk zien dat de keuzes die Koen maakt, worden beïnvloed door zijn opvoeding. Hij houdt niet van mensen, net als zijn vader, maar de liefde voor zijn nieuwe zusje is aandoenlijk. Terwijl zijn ouders steeds meer hun handen van Aukje aftrekken, probeert Koen juist de plek van zijn ouders voor Aukje in te vullen en voor haar te zorgen. Schrijnend is dan ook dat een veertienjarige jongen zo aan zijn lot wordt overgelaten. Maar Reitsma geeft zelf geen oordeel over Koens ouders of Koen’s keuzes. Zij laat dat oordeel over aan de lezer. Als het einde van het boek nadert, besluit Koen een onverwacht drastisch besluit te nemen dat je de adem beneemt.
Janke Reitsma schrijft een onuitwisbaar debuut dat je bij blijft. Ze zet een realistische roman neer over een geïsoleerd gezin dat totaal ontwricht raakt en een veertienjarige hoofdpersonage dat weet te ontroeren met de liefde voor zijn zusje. Aan het einde van het verhaal ontkom je niet.
2
Reageer op deze recensie