Lezersrecensie
Tussen mens en machine
De Schrijver:
Ian McEwan werd geboren in de Engelse garnizoensplaats Aldershot en bracht zijn jeugd door in Singapore en Tripoli. Toen hij elf jaar was stuurden zijn ouders hem naar een kostschool in Engeland. Na zijn kostschool had hij een aantal baantjes en studeerde aan Sussex University waarna hij vervolgens als eerste de studie Creative Writing aan de University of East Anglia met succes afrondde.
In 1975 werd hij in een klap beroemd met zijn verhalenbundel De laatste dag. Sindsdien schreef hij novellen, toneelteksten, verhalen, een kinderboek, filmscripts en vele romans. Zijn vroegere werk is voornamelijk sinister en de duistere kant van de mens is vaak het onderwerp. Met Child in time (1987) kwam daar verandering in en werd hij realistischer en milder. Atonement (2001) was een hoogtepunt in zijn oeuvre.
McEwan is geïnteresseerd in geschiedenis en politiek en de invloed van maatschappelijke verschijnselen op mensen en hun onderlinge relaties. Kenmerkend voor zijn werk is dat hij dit doet door zijn hoofdpersonen voor (ethische) dilemma’s te plaatsen, zonder daarbij als schrijver een moreel standpunt in te nemen.
Samenvatting
Het verhaal van zijn nieuwe roman, Machines zoals ik, speelt zich af in het Groot-Brittannië van 1982. Maar we bevinden ons in een alternatieve wereld waarin Engeland de Falklandoorlog heeft verloren, De Beatles nog bestaan, de techniek een stuk verder ontwikkeld is dan in onze tijd zodat zelfrijdende auto’s normaal zijn en onrust heerst vanwege de hoge werkeloosheid. Aan de andere kant zijn er overeenkomsten met onze tijd (blz. 42):
“De sociale geschiedenis was overgenomen door een academische beweging die bekend stond als ‘de theorie’ ……ouderwetse verhalende stof over het verleden was niet langer relevant. Het was niet langer gepast om ervan uit te gaan dat er in het verleden ook maar iets was gebeurd. We konden ons alleen verdiepen in historische documenten en de wisselende wetenschappelijke benaderingen hiervan, en onze eigen verschuivende verhouding tot deze benaderingen, die allemaal werden bepaald door de ideologische context, door de betrekkingen met macht en rijkdom, met ras, klasse, geslacht en seksuele geaardheid.”
Tegen deze achtergrond maken we kennis met Charlie (de alwetende verteller) die een klein appartement bewoont in Noord-Clapham, Londen en terugblikt op zijn leven.
Charlie is verliefd op Miranda en ziet door de aankoop van robot Adam een gelegenheid haar voor zich te winnen. Hij stelt voor dat ze elk los van elkaar een deel van Adams persoonlijke software programmeren en zo wordt Adam hun gezamenlijke experiment (blz. 7):
“de eerste stap naar de vervulling van een aloude droom, het begin van de lange les die we onszelf zouden gaan leren dat wij nog zo ingewikkeld mochten zijn, nog zo gebrekkig en moeilijk te beschrijven in zelfs onze eenvoudigste handelingen en hoedanigheden, maar dat we dan toch nagemaakt en verbeterd konden worden. En als jongeman was ik daarbij, als geestdriftige early adopter in die kille dageraad.
Dit is het begin van een driehoeksverhouding tussen mens en machine die aanvankelijk start als een ‘happy family’: Adam weet de beurshandel van Charlie tot een succes te maken waardoor diens geldproblemen tot het verleden behoren en Adam zegt verliefd te zijn op Miranda en schrijft Haiku’s om deze liefde tot uiting te brengen. Maar Adam weet alles van Miranda’s geheim en als Charlie de uitknop in Adams nek wil gebruiken, grijpt die zijn arm en breekt zijn hand….
Door de ervaringen van Charlie wordt je geconfronteerd met vragen over wat het betekent om mens te zijn. Wat onderscheidt de mens van een (intelligente)machine? Hoe beïnvloedt Kunstmatige Intelligentie ons dagelijks leven? Welke invloed heeft KI op onze (intieme) relaties? Heeft Kunstmatige Intelligentie een persoonlijkheid? Kan KI onze persoonlijkheid, onze identiteit als mens beïnvloeden?
Het oordeel
Het verhaal is goed opgebouwd en begint veelbelovend. Het is een soort ‘familiedrama met Androïde’ en sommige scenes zijn hilarisch. Wat het voor mij bijzonder maakt is dat er door het hele boek een soort ambiguïteit tussen mens en machine wordt gecreëerd. Zo wordt Adam ‘leven in geblazen’ en heeft Charlie het over situaties ‘waarin ik onvoldoende data heb’. Door zo te spelen met de grens tussen mens en machine wordt deze op sommige momenten onduidelijk, vaag en is zelfs beide voor heel even mogelijk. Dat heeft de schrijver bijzonder knap gedaan, geeft het verhaal een extra laag en zet je aan het denken.
De alternatieve geschiedenis, die McEwan heeft geschreven vind ik minder geslaagd. Hoewel de alternatieve feiten duidelijk herkenbaar zijn, leidt het tijdens het lezen tot verwarring omdat sommige wel en andere totaal niet belangrijk zijn voor het verloop van het verhaal. Terwijl het feit dat die alternatieve werkelijkheid zo dicht tegen de huidige aanligt, soms doet vergeten dat het verhaal in een alternatief verleden speelt.
Ik heb erg genoten van deze anti-sciencefiction what-if-story, maar het vormt te weinig één geheel en daarmee blijft Boetekleed voor mij op eenzame hoogte staan.
Ian McEwan werd geboren in de Engelse garnizoensplaats Aldershot en bracht zijn jeugd door in Singapore en Tripoli. Toen hij elf jaar was stuurden zijn ouders hem naar een kostschool in Engeland. Na zijn kostschool had hij een aantal baantjes en studeerde aan Sussex University waarna hij vervolgens als eerste de studie Creative Writing aan de University of East Anglia met succes afrondde.
In 1975 werd hij in een klap beroemd met zijn verhalenbundel De laatste dag. Sindsdien schreef hij novellen, toneelteksten, verhalen, een kinderboek, filmscripts en vele romans. Zijn vroegere werk is voornamelijk sinister en de duistere kant van de mens is vaak het onderwerp. Met Child in time (1987) kwam daar verandering in en werd hij realistischer en milder. Atonement (2001) was een hoogtepunt in zijn oeuvre.
McEwan is geïnteresseerd in geschiedenis en politiek en de invloed van maatschappelijke verschijnselen op mensen en hun onderlinge relaties. Kenmerkend voor zijn werk is dat hij dit doet door zijn hoofdpersonen voor (ethische) dilemma’s te plaatsen, zonder daarbij als schrijver een moreel standpunt in te nemen.
Samenvatting
Het verhaal van zijn nieuwe roman, Machines zoals ik, speelt zich af in het Groot-Brittannië van 1982. Maar we bevinden ons in een alternatieve wereld waarin Engeland de Falklandoorlog heeft verloren, De Beatles nog bestaan, de techniek een stuk verder ontwikkeld is dan in onze tijd zodat zelfrijdende auto’s normaal zijn en onrust heerst vanwege de hoge werkeloosheid. Aan de andere kant zijn er overeenkomsten met onze tijd (blz. 42):
“De sociale geschiedenis was overgenomen door een academische beweging die bekend stond als ‘de theorie’ ……ouderwetse verhalende stof over het verleden was niet langer relevant. Het was niet langer gepast om ervan uit te gaan dat er in het verleden ook maar iets was gebeurd. We konden ons alleen verdiepen in historische documenten en de wisselende wetenschappelijke benaderingen hiervan, en onze eigen verschuivende verhouding tot deze benaderingen, die allemaal werden bepaald door de ideologische context, door de betrekkingen met macht en rijkdom, met ras, klasse, geslacht en seksuele geaardheid.”
Tegen deze achtergrond maken we kennis met Charlie (de alwetende verteller) die een klein appartement bewoont in Noord-Clapham, Londen en terugblikt op zijn leven.
Charlie is verliefd op Miranda en ziet door de aankoop van robot Adam een gelegenheid haar voor zich te winnen. Hij stelt voor dat ze elk los van elkaar een deel van Adams persoonlijke software programmeren en zo wordt Adam hun gezamenlijke experiment (blz. 7):
“de eerste stap naar de vervulling van een aloude droom, het begin van de lange les die we onszelf zouden gaan leren dat wij nog zo ingewikkeld mochten zijn, nog zo gebrekkig en moeilijk te beschrijven in zelfs onze eenvoudigste handelingen en hoedanigheden, maar dat we dan toch nagemaakt en verbeterd konden worden. En als jongeman was ik daarbij, als geestdriftige early adopter in die kille dageraad.
Dit is het begin van een driehoeksverhouding tussen mens en machine die aanvankelijk start als een ‘happy family’: Adam weet de beurshandel van Charlie tot een succes te maken waardoor diens geldproblemen tot het verleden behoren en Adam zegt verliefd te zijn op Miranda en schrijft Haiku’s om deze liefde tot uiting te brengen. Maar Adam weet alles van Miranda’s geheim en als Charlie de uitknop in Adams nek wil gebruiken, grijpt die zijn arm en breekt zijn hand….
Door de ervaringen van Charlie wordt je geconfronteerd met vragen over wat het betekent om mens te zijn. Wat onderscheidt de mens van een (intelligente)machine? Hoe beïnvloedt Kunstmatige Intelligentie ons dagelijks leven? Welke invloed heeft KI op onze (intieme) relaties? Heeft Kunstmatige Intelligentie een persoonlijkheid? Kan KI onze persoonlijkheid, onze identiteit als mens beïnvloeden?
Het oordeel
Het verhaal is goed opgebouwd en begint veelbelovend. Het is een soort ‘familiedrama met Androïde’ en sommige scenes zijn hilarisch. Wat het voor mij bijzonder maakt is dat er door het hele boek een soort ambiguïteit tussen mens en machine wordt gecreëerd. Zo wordt Adam ‘leven in geblazen’ en heeft Charlie het over situaties ‘waarin ik onvoldoende data heb’. Door zo te spelen met de grens tussen mens en machine wordt deze op sommige momenten onduidelijk, vaag en is zelfs beide voor heel even mogelijk. Dat heeft de schrijver bijzonder knap gedaan, geeft het verhaal een extra laag en zet je aan het denken.
De alternatieve geschiedenis, die McEwan heeft geschreven vind ik minder geslaagd. Hoewel de alternatieve feiten duidelijk herkenbaar zijn, leidt het tijdens het lezen tot verwarring omdat sommige wel en andere totaal niet belangrijk zijn voor het verloop van het verhaal. Terwijl het feit dat die alternatieve werkelijkheid zo dicht tegen de huidige aanligt, soms doet vergeten dat het verhaal in een alternatief verleden speelt.
Ik heb erg genoten van deze anti-sciencefiction what-if-story, maar het vormt te weinig één geheel en daarmee blijft Boetekleed voor mij op eenzame hoogte staan.
1
Reageer op deze recensie