Lezersrecensie
Een verhaal dat je bezighoudt
“Er is geen mens op straat, het is nacht en bovendien spertijd. (…) Niemand ziet hoe ze worden weggevoerd.”
In de proloog van Ze kwamen ons halen worden Johan en zijn gezin in november 1944 opgepakt door landwachters. De sfeer is direct beklemmend en ontzettend eenzaam. In het eerstvolgende hoofdstuk ga je terug naar de maanden voor hun arrestatie en het leven van het domineesgezin Rijper in Amersfoort. Binnen enkele pagina’s ken je voor je gevoel de dertien gezinsleden en hun gewoontes, terwijl Letterie geen lange beschrijvingen neerpent. (Dat is knap!)
Het oorlogsleven kent een halfjaar voor de bevrijding net als zovele andere plaatsen in Nederland zijn beperkingen, maar toch kunnen ze nog naar de kerk waar vader preekt en gaan de kinderen naar werk en school. Ze hebben een illegale radio thuis en een onderduiker die anders voor de Arbeitseinsatz opgepakt wordt. De uitdagingen die het oorlogsleven biedt, worden samen met buurtbewoners aangepakt.
Het verhaal wordt verteld vanuit de jongste twee zoons, Henk en Johan. Eind ’44 raakt de oorlog hen harder als ze door kolen- en meeltekort niet meer naar school en bakkersopleiding kunnen. Noodgedwongen zitten ze thuis en krijgen meer mee van verzetsactiviteiten van de oudere broers. Nadat een hoge NSB’er uit de buurt is vermoord, heeft diens zoon reden om het gezin te laten arresteren. Iedereen wordt zonder pardon naar gevangenis en Kamp Amersfoort gestuurd. Ook de kinderen.
Kamp Amersfoort was net als Westerbork en Vught een van de concentratie- en doorgangskampen in Nederland. Onder kampcommandant Kotalla heerste er een wreed regime voor de gevangenen; voornamelijk verzetsmensen. Wat echter onbekend was, is het gegeven dat er ook meerdere kinderen hebben vastgezeten. Toen men de laatste jaren door de archieven ging, kwam dat naar boven. Nationaal Monument Kamp Amersfoort vroeg Martine Letterie daarover te schrijven. Met de onderzoeksgroep stuitte ze op de familie Rijper, waarvan meerdere nazaten tegenwoordig in Canada wonen. Met hun hulp kon ze de gebeurtenissen goed reconstrueren. Achterin het boek zie je ook enkele foto’s.
Door de manier waarop Ze kwamen ons halen geschreven is, raakte het me. Letterie schrijft vanuit een kind dat zeker een en ander meemaakt, maar ook niet alle gewelddadigheden direct zelf ziet. Het bracht me gevoelsmatig iets dichter bij een tijd en gebeurtenissen die ik niet heb meegemaakt en maar nauwelijks kan bevatten. Daardoor duurde het enkele dagen na het uitlezen voordat ik echt iets kon opschrijven over dit aangrijpende (jeugd)boek.
Zelf zou ik dit verhaal aanraden aan kinderen vanaf 11 jaar die al meer hebben geleerd over de Tweede Wereldoorlog. Er komen meerdere begrippen in voor, waarvan de meeste heus duidelijk worden, maar ik kan me voorstellen dat dit boek als “veel” overkomt wanneer je dit als eerste oorlogsleesboek pakt. Samen lezen en in de klas bespreken is dus eveneens aan te bevelen.
In de proloog van Ze kwamen ons halen worden Johan en zijn gezin in november 1944 opgepakt door landwachters. De sfeer is direct beklemmend en ontzettend eenzaam. In het eerstvolgende hoofdstuk ga je terug naar de maanden voor hun arrestatie en het leven van het domineesgezin Rijper in Amersfoort. Binnen enkele pagina’s ken je voor je gevoel de dertien gezinsleden en hun gewoontes, terwijl Letterie geen lange beschrijvingen neerpent. (Dat is knap!)
Het oorlogsleven kent een halfjaar voor de bevrijding net als zovele andere plaatsen in Nederland zijn beperkingen, maar toch kunnen ze nog naar de kerk waar vader preekt en gaan de kinderen naar werk en school. Ze hebben een illegale radio thuis en een onderduiker die anders voor de Arbeitseinsatz opgepakt wordt. De uitdagingen die het oorlogsleven biedt, worden samen met buurtbewoners aangepakt.
Het verhaal wordt verteld vanuit de jongste twee zoons, Henk en Johan. Eind ’44 raakt de oorlog hen harder als ze door kolen- en meeltekort niet meer naar school en bakkersopleiding kunnen. Noodgedwongen zitten ze thuis en krijgen meer mee van verzetsactiviteiten van de oudere broers. Nadat een hoge NSB’er uit de buurt is vermoord, heeft diens zoon reden om het gezin te laten arresteren. Iedereen wordt zonder pardon naar gevangenis en Kamp Amersfoort gestuurd. Ook de kinderen.
Kamp Amersfoort was net als Westerbork en Vught een van de concentratie- en doorgangskampen in Nederland. Onder kampcommandant Kotalla heerste er een wreed regime voor de gevangenen; voornamelijk verzetsmensen. Wat echter onbekend was, is het gegeven dat er ook meerdere kinderen hebben vastgezeten. Toen men de laatste jaren door de archieven ging, kwam dat naar boven. Nationaal Monument Kamp Amersfoort vroeg Martine Letterie daarover te schrijven. Met de onderzoeksgroep stuitte ze op de familie Rijper, waarvan meerdere nazaten tegenwoordig in Canada wonen. Met hun hulp kon ze de gebeurtenissen goed reconstrueren. Achterin het boek zie je ook enkele foto’s.
Door de manier waarop Ze kwamen ons halen geschreven is, raakte het me. Letterie schrijft vanuit een kind dat zeker een en ander meemaakt, maar ook niet alle gewelddadigheden direct zelf ziet. Het bracht me gevoelsmatig iets dichter bij een tijd en gebeurtenissen die ik niet heb meegemaakt en maar nauwelijks kan bevatten. Daardoor duurde het enkele dagen na het uitlezen voordat ik echt iets kon opschrijven over dit aangrijpende (jeugd)boek.
Zelf zou ik dit verhaal aanraden aan kinderen vanaf 11 jaar die al meer hebben geleerd over de Tweede Wereldoorlog. Er komen meerdere begrippen in voor, waarvan de meeste heus duidelijk worden, maar ik kan me voorstellen dat dit boek als “veel” overkomt wanneer je dit als eerste oorlogsleesboek pakt. Samen lezen en in de klas bespreken is dus eveneens aan te bevelen.
2
Reageer op deze recensie