Vrouwen tijdens de slavernij, niet de macht, wel de kracht
Afrika, het op één na grootste werelddeel, wat weten wij Europeanen er eigenlijk van? Pas wanneer je je erin verdiept, blijkt dat niet alleen de landen enorm verschillen, maar zelfs delen van die landen. De grenzen bestaan uit rechte lijnen, maar die zijn niet getrokken door de bewoners van het continent, maar door de overheersers. Frankrijk, Engeland, Duitsland en ja, ook Nederland speelden daar een niet al te fraaie rol in. Hoogste tijd voor een nadere kennismaking dus.
De honderd waterputten van Salaga voert ons terug naar het West-Afrikaanse Ghana van voor de kolonialisering. Het is eind 19e eeuw, grote karavanen trekken langs de dorpen en steden met handelswaar. Goud, kleding en voedsel, maar ook en vooral slaven worden aangevoerd naar de Goudkust om verkocht te worden “over het grote water”.
De hoofdrollen in deze bijzondere roman zijn weggelegd voor vrouwen, sterke vrouwen. Zij hebben niet de macht, maar wel de kracht om hun eigen weg te gaan. Als eerste is daar Aminah, zij woont in Botu, op het platteland. De passage van een karavaan betekent voor haar familie verdienste. Haar vader trekt mee om zelfgemaakte schoenen te verkopen, zij zelf, haar broertje en zusje, verkopen etenswaren aan de reizigers, waaronder slavendrijvers. Het leven is eenvoudig voor Aminah, ze leert koken en voor de kleintjes zorgen, haar toekomst lijkt voorspelbaar.
In het welvarende deel van de handelsstad Salaga, Kpembe-Salaga, woont Wurche, eveneens een jonge vrouw. Zij is de dochter van de toekomstige koning van het gebied. Ooit zal ook zij uitgehuwelijkt worden, maar haar interesses liggen daar niet. Zij wil haar vader bijstaan in het maken van beleid, mee vergaderen met de stamhoofden en daarnaast paardrijden. Dat laatste doet ze, voor het besturen wordt ze niet van belang geacht.
Botu, het dorp van Aminah, wordt op een kwade dag overvallen door slavenjagers. Aminah wordt samen met haar broertje en zusje gevangengenomen en weggevoerd. De oude mensen en kleine kinderen blijven achter in de hutten, die stuk voor stuk in brand gestoken worden. De inmiddels ongewild moeder en echtgenote geworden Wurche vindt Aminah in Salaga en koopt haar, zodat zij voor Wurches zoon kan zorgen. Wurche is dan de haar uit politieke overwegingen opgedwongen echtgenoot Adnan ontvlucht.
De geschiedenis speelt zich af in de negentiende eeuw, maar het voelt alsof Aminah en Wurche van deze tijd zijn. Het begrip emancipatie dringt zich op. Niet als anachronisme, maar juist als natuurlijk en passend in de situatie. Ayesha H. Attah laat zien dat ook in die tijd vrouwen in staat waren ruimte voor zichzelf op te eisen, hun eigen weg te kiezen. En daarin schuilt meteen ook de kracht van deze roman. Veelkleurige markten, stof en hitte zijn hier geen cliché, ze vormen slechts het decor waarin echte mensen tot leven komen. Met problemen, gevoelens en angsten die van alle tijden zijn. Door het leven dat zij leiden, leren zij eisen te stellen en zich los te maken van de door anderen, vooral mannen, gestelde wetten en regels.
De hoofdstukken over Aminah en Wurche wisselen elkaar af. Het maakt het de lezer mogelijk om zich te verplaatsen in slavin en eigenaar, zonder vooroordeel. Er is begrip voor beiden. De vertaling van A. den Hertogh en E. de Roon Hertoge verdient een compliment. De authentieke sfeer is behouden gebleven, zonder een moment gedateerd te lijken. Het resultaat is een nieuwe kijk op het oude Afrika.
Wie De honderd putten van Salaga gelezen heeft, zal nooit meer hetzelfde denken over Afrika, schreef J.J. Bola, eveneens een Afrikaans schrijver. Het geeft precies aan wat je als lezer voelt. Pas nu heb je de sterke vrouwen van Afrika echt leren kennen.
Reageer op deze recensie