Hoe zwartwit kan het leven zijn?
Mallard, Louisiana. Een plaatsje dat niemand kent – zo wordt het door de tweeling Desirée en Stella honderdtwintig jaar later nog steeds aangeduid. In 1848 bedacht Alphonse Decuir, de inmiddels bevrijde zoon van een slavenhouder en voorouder van de tweeling, dat hij iets wilde doen met de grond die hij geërfd had. Het moest iets zijn wat de eeuwen kon trotseren. Een stad voor mensen zoals hij, die nooit voor wit zouden kunnen doorgaan, maar zich ook nooit meer als slaven wilden laten behandelen. Een stad is het nooit geworden, het bleef een dorp, waar iedereen elkaar kende en vooral bekritiseerde. Het criterium om voor vol aangezien te worden, was de mate van witheid die bereikt was. Eenieder wilde trouwen met een lichter persoon om dat ideaal te bereiken.
Desirée en Stella voldoen redelijk aan die eis. Echt donker zijn ze niet, al denken de blanke mensen daar anders over, bijvoorbeeld gezien het feit dat zij op een donkere avond de vader van de twee, zonder aanwijsbare reden, op gruwelijke wijze vermoorden. De meisjes en hun moeder, van afkomst een Decuir, moeten hard werken om de kost te verdienen. School is er niet meer bij. Als ze veertien zijn, verdwijnen ze plotseling uit Mallard, zonder een spoor achter te laten.
In New Orleans zoekt de tweeling banen en leiden ze een armoedig bestaan. Toch zijn ze niet ongelukkig; ze hebben elkaar en ze zijn vrij, althans bevrijd van het beklemmende Mallard. En dan verdwijnt Stella. Voor Desirée voelt het als een amputatie. Hun hele leven waren ze samen en nu is er geen samen meer. Na een moeilijke tijd ontmoet Desirée de zwarte advocaat Sam. Ze trouwt met hem en krijgt een dochter. De echtgenoot ontpopt zich echter als een potentaat die haar vreselijk mishandelt – voor Desirée de reden om met dochter Jude naar Mallard terug te keren. Voor Jude breekt een moeilijke tijd aan. Zij is heel donker en wordt geminacht door haar klasgenootjes en alle anderen in het dorp. Als zij achttien is, verlaat ook Jude Mallard en vanaf dat moment volgt de lezer achtereenvolgens haar leven, de levens van Desirée en Stella, die voor wit doorgaat, en dat van Stella's blonde dochter.
De vervlogen helft wint daardoor enorm aan kwaliteit. Het wordt extra interessant door deze veelheid aan personages, die toch bij elkaar horen. We maken kennis met mensen om Stella, Desirée en hun respectievelijke dochters heen, die eigenlijk allemaal een ander zijn dan ze zouden willen of kunnen. Het gaat dan niet meer alleen om wit of zwart, maar ook om seksuele geaardheid, armoede en welvaart, intellectuele en sociale kracht. Het leven in de Verenigde Staten van de jaren 60 van de vorige eeuw – tot ongeveer de jaren 90 – is nog altijd een wereld van verschillen. Vooroordelen bepalen de meningen van vrijwel iedereen.
Het is niet toevallig dat Brit Bennett, een jonge Afro-Amerikaanse auteur, juist nu dit boek schreef. Black Lives Matter laat zien dat ongelijkheid in Amerika nog altijd aan de orde van de dag is. De schrijfster staat midden in de maatschappij en schrijft onder andere voor New York Times Magazine. Het schrijven van deze roman voelde voor haar als een must. In een interview vraagt ze zich af wat zwart of wit eigenlijk betekent, als je ziet dat Stella een ‘wit leven’ gaat leiden en haar identieke zus eigenlijk ‘zwart’ blijft. Dat kan, dus wat is dan het verschil?
Lidwien Biekmann heeft in haar vertaling de sfeer goed weten vast te houden. Wat de stijl van schrijven betreft, daarin mist voor het gevoel wat dialoog, die de lezer de mogelijkheid had kunnen geven zich beter in de personages te verplaatsen. Misschien zijn er iets te veel toevallige ontmoetingen, maar dat kun je de schrijfster gemakkelijk vergeven, het verhaal kan niet zonder.
Reageer op deze recensie