Liefde is als schoenen, ze bestaat in verschillende maten
De personages in Duizend-en-een nachtmerries zijn niet gedood en ook niet gestorven. Ze hebben allemaal een exemplaar van het boek ontvangen als bedankje voor de inspiratie die zij hem schonken. Deze mededeling ter geruststelling, zoals Rodaan Al Galidi (1971) dat noemt, zet direct de toon. Zonder omhaal van woorden, in heldere taal vertelt de schrijver over wat hun overkomt, gewone mensen, met al hun eigenaardigheden, angsten en tekortkomingen. Mensen die je elke dag tegenkomt op straat, in de supermarkt, of op je werk.
Zo is er de wat eenzelvige Thomas die op een dag een mailtje ontvangt van Nico, iemand die hij nauwelijks kent. Hij laat hem weten dat Vera een ernstig ongeluk heeft gehad. Thomas kent geen Vera, maar door de bijna dagelijkse mailtjes die hij daarna ontvangt, gaat hij Nico beschouwen als een echte vriend. En Boas, vanaf zijn vijfde verliefd op Simone; gedurende zijn leven komt hij haar regelmatig tegen, maar steeds is er een andere reden voor hem om zich niet uit te spreken. De liefdesrelaties in de verhalen lopen meestal niet goed af. Maar niet getreurd, altijd is daar dat humoristische ondertoontje:
“Liefde is als schoenen: ze bestaat in verschillende maten en als twee mensen elkaar ontmoeten, is het heel handig als ze dezelfde maat hebben. Want dat houdt dezelfde maat van verlangen in, dezelfde maat problemen en dezelfde maat van geluk en ongeluk. Toby en Rina kenden elkaar pas een aantal uurtjes en toch voelde hij dat zijn liefde overweldigend groot was. Zij voelde ook een soort van liefde voor hem, maar minder groot. Je zou kunnen zeggen dat Toby’s liefde een flinke maat vijftig was maar die van Rina eerder een kindermaatje twintig.”
Korte verhaaltjes zijn het, niet meer dan vier of vijf pagina’s elk. Maar steeds weer raakt de auteur precies de goede snaar, nooit sentimenteel, maar wel aandoenlijk, eerlijk maar nooit oppervlakkig. Al Galidi beheerst het tot in de puntjes. Om zo mensen te kunnen neerzetten, moet je wel een goede observator zijn en van mensen houden. Door hem vergeef je vanzelf iedereen zijn onvolkomenheden en onhandigheid. Het is allemaal zo goed bedoeld.
Mensen hebben ook dromen, zoals Martin in het verhaal ‘de Alleschemist’ (alles gemist?). Hij is een bewonderaar van Paulo Coelho, de Braziliaanse schrijver en in het bijzonder van zijn boek De Alchemist. Martin besluit, net als de hoofdpersoon in het boek, schaapherder te worden.
“Hij ging op zoek naar schapen in de omgeving. Hij vond ze in de vorm van soep, koteletjes en shoarma, in gehaktvorm en ook verwerkt tot mutsen en sjaals, maar echte, levende schapen leken onvindbaar.”
Een heuse nachtmerrie wordt het pas als Martin uiteindelijk de echte Paulo Coelho ontmoet.
Duizend-en-een nachtmerries noemde hij zijn boek, het valt gelukkig mee, zo erg is het allemaal niet. Maar juist die kleine gebeurtenissen in de levens van gewone mensen, waarover Al Galidi ons vertelt, maken deze korte verhalen zo aantrekkelijk.
In 1998 kwam hij naar Nederland. Twaalf jaar (!) wachtte hij op een verblijfsvergunning, waarover hij schreef in het schitterende Hoe ik talent voor het leven kreeg, een boek dat eigenlijk iedereen gelezen moet hebben. In die tijd leerde hij niet alleen de taal, maar ook de Nederlanders kennen, zo blijkt. Gelukkig beschikte hij over zo veel geduld, wij hebben er dankzij dat feit een unieke schrijver bijgekregen!
Reageer op deze recensie