Gustav Mahler blikt terug op zijn zeer bewogen leven
De componist en dirigent Gustav Mahler had een bewogen leven. Hij werd geboren in 1860 in Wenen, in een joodse familie. Hij was niet bepaald religieus en voor zijn huwelijk met Alma bekeerde hij zich tot het katholicisme. Zijn verdiensten haalde hij meer uit zijn dirigentschap dan uit het componeren. Toch waren zijn composities voor hem van levensbelang. In zijn muziek verwerkte hij wat hij beleefde. En het leven was niet gemakkelijk.
Alma was zijn grote liefde, met haar kreeg hij twee dochters, Maria en Anna. Ze woonden afwisselend in New York en in Oostenrijk. Bij zijn huis had hij altijd een ‘componeerhuisje’, waar hij zich terug kon trekken om te werken. In 1907 overleed zijn oudste dochtertje. Mahler leed hier enorm onder en zijn huwelijk met Alma ging er aan kapot.
Het laatste deel van Robert Seethaler omschrijft de allerlaatste fase van Mahlers leven. Hij is van Amerika per schip op de terugweg naar Europa. Hij is ziek en verzwakt. Ingepakt in dekens zit hij aan dek van het schip en wordt op aandoenlijk attente wijze bediend door een jong personeelslid van het schip. Het contact met die jongeman is misschien wel het meest aansprekend in het hele boek. Ongewild komt hij eigenlijk het dichtste bij Mahler. Alma en Anna zijn ook aan boord, maar de oude man zit alleen – wil hen ook niet bij zich hebben. Zijn gedachten zijn hem genoeg.
Seethaler beschrijft in zijn novelle Het laatste deel Mahlers overpeinzingen. Hij doet dit op een aangrijpende, maar nooit sentimentele manier. Zijn gedachten gaan naar zijn vrouw, die inmiddels behoorlijk van hem vervreemd is, en de goede tijd die zij hadden. Hij denkt aan de dood van zijn dochter Maria, maar ook aan de 'bok', de lessenaar waar een dirigent op staat tijdens het dirigeren, die hij in Wenen vond en liet overbrengen naar zijn huis in New York.
'Zijn plek was op de bok. De lessenaar daar had hij op een van zijn eerste dagen als directeur ontdekt in de rekwisietenkelder van de Hofopera.( …) Het was een oud, wankel, door houtworm aangetast houten frame met een slordig erop vastgeschroefd blad, maar juist het schaamteloos praktische ervan beviel hem wel, hij had het ding eigenhandig met een zachte doek van stof ontdaan en naar boven gedragen.'
Seethaler beschrijft de laatste uren van een man die voor zijn omgeving niet bepaald makkelijk was en doet dat op zo’n manier dat de lezer inzicht krijgt in wat de man doorstaan heeft. Het taalgebruik is niet overdadig, eerder eenvoudig, ontdaan van elke overbodige franje. De schrijver zelf, zoon van een houtbewerker, zegt in een interview dat schrijven niet meer is dan schaven, weglaten van wat overbodig is. Misschien heeft hij iets te veel geschaafd, iets te veel weggelaten, want het had best wat meer mogen zijn. Het levert een verhaal op van honderdachtentwintig bladzijden, uiterst beknopt dus, maar zeker de moeite van het lezen waard als je iets meer wilt begrijpen van een componist die, zou je kunnen zeggen, autobiografisch componeerde.
Reageer op deze recensie