Een verhaal over liefde met een wild randje
Het is geen gewoon verhaal. Stel je voor, een jong echtpaar wandelt in het bos en van het ene moment op het andere verandert de vrouw in een vos! Door de eeuwen heen zijn er boekenkasten vol verhalen over vossen geschreven en hele bibliotheken over jonge echtparen, maar deze combinatie zou je uniek kunnen noemen. Alhoewel dat niet helemaal waar is. In Japanse legenden komt de wisseling van vos naar mens regelmatig voor. Vossen, in het Japans kitsune, waren boodschappers van goden in het shintoïsme, maar ook, zoals je bij ons ook wel in sprookjes ziet, vermomde weldoeners, die arme, eerlijke lieden uit de ellende wisten te redden. Verhalen over metamorfoses, van mens naar dier en andersom, zijn overigens ook van alle tijden. Ovidius, Esopus en Kafka bijvoorbeeld, schreven beroemd geworden verhalen hierover.
Al op pagina 2 van Vrouw of vos wordt het voorval uit de doeken gedaan. De schrijver zelf is er ook verbaasd over, want als het nou geleidelijk gegaan was, eerst meer beharing en dan een staart of zo, maar nee, de vos was er ineens! Dat is toch moeilijk te bevatten, vindt hij. David Garnett (1892-1981) belooft dat hij zich gedurende het verhaal zal beperken tot een nauwkeurige beschrijving van de gebeurtenissen.
“Waar een moment eerder zijn vrouw gestaan had, stond nu een kleine, felrode vos. Het dier keek hem smekend aan, zette een stap of twee in zijn richting en hij zag direct dat het zijn vrouw was die hem door de ogen van het dier aankeek. Je mag er gerust van uitgaan dat hij van streek was; zijn vrouw was dat vast ook door haar nieuwe gedaante, dus staarden ze elkaar een halfuur lang alleen maar aan…”
Garnett richt zich regelmatig tot de lezer. Als hij te veel gaat twijfelen aan zijn eigen geloofwaardigheid, probeert hij de lezer te overtuigen door een voorval aan te halen van iemand die hem op straat niet herkende als David Garnett en hem het verhaal opdiste dat de schrijver Garnett was overleden. Hij neemt zich voor om nooit meer naar dorpsroddels te luisteren en alleen maar iets te geloven als daar sluitend bewijs voor is. Wie zou nog durven beweren dat zijn verhaal niet klopt!
De vos Silvia laat zich aanvankelijk nog aankleden en eet aan tafel met Richard, ze slaat zelfs een kruisje voor de maaltijd. Maar na verloop van tijd gaat haar ‘menselijk’ gedrag scheurtjes vertonen. Ze wil niet meer naar klassieke muziek luisteren, slaapt niet meer in of op het bed en zelfs liever niet op het kleedje ervoor. De heer Tebrick, zoals de schrijver hem consequent noemt, doet zijn uiterste best. Hij houdt immers van haar. Maar niets helpt, uiteindelijk zet hij zelf het hek voor haar open en laat hij haar het bos in gaan.
Het verdriet en de strijd van Tebrick voelen, zelfs al is het een onwaarschijnlijk verhaal, heel logisch aan. Voor de lezer is het aannemelijk dat hij het moeilijk heeft, maar is het ook duidelijk dat hij het niet van de natuur kan winnen. Zijn vrouw is een vos en leidt een vossenleven, compleet met puppy’s en een mannetjesvos. Als Tebrick jaloers wordt op die laatste en gaat spelen met de kleine vosjes, wordt het moeilijker voor de lezer om hem te begrijpen.
Heeft de schrijver alleen een liefdesverhaal willen schrijven? Of staat het verworden van zijn vrouw tot vos wellicht voor ontrouw aan haar man, die, zoals hij zelf zegt, meer echtgenoot dan minnaar was. Of nog directer, het kan ook haar seksuele ontwaken zijn, waarmee Tebrick geen weg weet. Garnett groeide op in het Victoriaanse tijdperk. We zullen het nooit echt weten.
De vertaler, Irwan Droog, verdient hier extra aandacht. Behalve een uitstekende weergave in het Nederlands van de zo Engelse sfeer, ontwierp hij ook de prachtige omslag voor het boek. En alsof dat nog niet genoeg was, voegt hij een zeer verhelderend nawoord toe aan deze bijzondere novelle, waarin zowel het leven van de schrijver, als het verhaal zelf nog extra diepte krijgen.
Reageer op deze recensie