Een dochter, op zoek naar haar vader en naar zichzelf
Kim wordt geboren in de jaren zeventig en dat is zeer goed te merken. Haar ouders noemt ze bij de voornaam en haar vader, Edward, is een onvervalste hippie. Anna is een heel zorgzame moeder, maar wel een die zich door haar partner in de steek gelaten voelt. Hij is weinig betrokken bij zijn gezin. Hoewel hij een zeer gewaardeerd wiskundeprofessor is, ligt zijn grote liefde in de oosterse filosofie. Als de door Edward geadoreerde Prem Jiva op bezoek komt, wil Edward dat hij blijft slapen.
“Anna wil dat niet. ‘Kim vindt hem eng.’ Wat moest ik doen? Zeggen dat ik Prem Jiva niet eng vond? Maar dan zou ik Anna afvallen. Zij maakte zich juist zorgen om mij. Aan de andere kant was het zielig voor Edward, dat zijn vriend niet mocht blijven slapen. Wat maakte één nachtje nou uit? De stilte greep me bij de keel.”
Kim is zes jaar als haar vader haar en Anna verlaat en op een woonboot gaat wonen. Hij scheert zijn hoofd kaal en kleedt zich in het oranje. Hij gaat relaties aan met vooral jongere mannen. Als Edward voor langere tijd naar India vertrekt, vervaagt de band tussen vader en dochter nog meer.
Manon Duintjer heeft ervoor gekozen om het verhaal niet chronologisch te vertellen en dat blijkt een goede keus. Ze wisselt de kinderperiode af met het heden, waarin Edward een oudere, wat warrige man geworden is en met de tijd, die zowel inhoudelijk als in omvang het belangrijkst is. Het is de tijd waarin Kim met haar vader en diens jonge Indiase vriend Bimal door India reist. Haar liefdevolle houding ten opzichte van de oude man vormt een krachtige tegenstelling met de kritische, soms ook boze Kim in India, de jonge vrouw die zich niet gekend voelt en ook met de naar liefde van haar vader smachtende tiener.
Meegaan naar India blijkt niet zo’n goede keus. Kim vertrouwt al die goeroes niet met hun trucjes en zwijmelende bewonderaars. De verhoudingen worden er niet beter op. Weerzin en cynisme groeien, naarmate ze langer met de twee mannen verkeert.
De rode draad van het verhaal, de vader/dochterverhouding, is meteen ook de lijn waaraan Manon Duintjer haar lezer houdt. De constante druk op die verhouding is beklemmend en zorgt ervoor dat het boek je niet loslaat. De broeierige hitte van India is af en toe bijna voelbaar. En dat is niet alleen de temperatuur, ook de gebeurtenissen rond en met Bimal spelen daar een rol in. Bijzondere vermelding verdient het Saïdjah en Adinda-achtige verhaal dat Bimal in vertrouwen vertelt aan de hoofdpersoon.
De titel is passend gekozen, vader en dochter zijn elkaar en zichzelf af en toe behoorlijk kwijt. Om dat te tonen, was het letterlijke verdwalen in de raamvertelling eigenlijk niet nodig. Door gebruik te maken van haar eigen ervaringen, weet Duintjer de sfeer van de jaren zeventig heel authentiek weer te geven.
Reageer op deze recensie