Een lamp als een spiegel met vele kleurrijke facetten
De Westelijke Jordaanoever, het is voor de gemiddelde vakantieganger geen voor de hand liggend reisdoel. Het door Israël bezette gebied komt tot ons als een oord van oorlog, verscheurdheid en verdriet. Toch gaat de vertelster er met haar zoon naar toe voor een korte vakantie. Het is de tweede keer dat ze er komt, in 2012 was ze er ook al. Ze kent inmiddels wat Arabisch doordat ze zich in Nederland met veel overtuiging inzet voor de Syrische vluchtelingen en onder hen veel vrienden maakt.
Het op het oog chique hotel is minder luxe dan gedacht. Het zwembad is leeg en de verlichting blijkt minstens voor de helft uitgevallen. Maar comfort speelt geen grote rol voor moeder en zoon. Als ze elk een stopcontact hebben gevonden om hun telefoon op te laden, zijn ze tevreden. De eerste keer eten in een Palestijns eethuisje geeft nog een ongemakkelijk gevoel. De hoofdpersoon ziet, al wil ze dat niet graag toegeven, aan elke tafel wel een mogelijke terrorist. Direct de eerste avond al maken ze echter kennis met Aladdin, de eigenaar van een souvenirwinkel. Hij biedt aan om hun gids te zijn de komende week. Het klikt tussen Désanne en Aladdin en dus gaan ze akkoord.
Het verblijf op de Westelijke Jordaanoever en de daaruit voortkomende genegenheid voor Aladdin, vormen de rode draad in het geheel, maar er is meer. Want behalve een reisverhaal, vormen het verlangen naar liefde en het verlies van geliefden belangrijke thema’s. Haar vader, een ooit uitgetreden priester die al lang geleden overleden is en haar moeder die haar kort geleden is ontvallen, spelen hierin een belangrijke rol. En dat niet altijd in positieve zin. Hoewel moeder aan één kant wat hippie-achtig overkomt, heeft zij ook heel harde kanten. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een van de ‘sprookjes’, die als aparte hoofdstukken in de roman verweven zijn. ‘De moeder en haar zevenjarige dochter’ lopen over de markt en hoewel eten op straat eigenlijk niet hoort, koopt de moeder voor beiden een bamischijf. Als het kind per ongeluk morst op moeders jasje, is de straf die daarop volgt desastreus voor een kind van die leeftijd.
In het tweede deel van het boek gaan we terug naar het begin van de jaartelling. De schrijfster is namelijk bijzonder geïntrigeerd door het leven van de apostel Paulus. Op boeiende wijze vertelt ze daarover. Hoe hij op school boven de andere leerlingen uitsteekt en hoe hij een vrouw vindt en die ook weer verliest. Haar verbondenheid met Paulus is zo groot, dat ze zelfs ’s avonds thuis, tijdens de afwas met hem in gesprek is. Een en ander is geestig en met vaart geschreven. In het volgende deel gaan we dan met het grootste gemak weer terug naar het heden. Het verlangen naar Aladdin blijft, maar ook dat naar de ex-echtgenoot en de inmiddels niet meer thuiswonende zoon.
Van dromerig naar alledaags, van Goethe naar Nietzsche. Er komt heel veel aan bod, religie en filosofie, kunst en vriendschap, maar het blijft boeien en niet in de laatste plaats door de rijkdom aan taal die de schrijfster bezit. Wonderlamp van Désanne van Brederode is als een spiegel met vele kleurrijke facetten. Het boek nodigt uit om gelezen en herlezen te worden.
Reageer op deze recensie